O.B. 1953 -r» XV.3.3 No. 11327 b. herverkavelingscommissiede commissie, belast met de leiding en uitvoering van de herverkaveling van een hierboven genoemd gebied; 2e. waar in die wet gesproken wordt van bezettings- of oorlogs handelingen, daarvoor wordt gelezende watersnood in Februari 1953 3e. Onze Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening één of meer agrarische sub-oommissies van een herverkavelingscommissie zal kunnen instellen en daarin ook leden buiten de herverkavelingscommissie zal kunnen benoemen: 4e. de vaststelling van de instructie, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van die wet, geschiedt na overleg met de centrale commissie, bedoeld in artikel 8 van de Ruilverkavelingswet 1938 en dat daarin ook de taak en de werkwijze der agrarische sub-commissies zullen worden geregeld; 5e. in afwijking in zoverre van het bepaalde in artikel 22, derde lid, van die wet, de in dat artikel bedoelde schatting van gronden, weike op 1 Februari 1953 waren begrepen in een ruilverkaveling als bedoeld in titel III van de Ruilverkavelingswet 1938, geschiedt naar de toestand, waarin die gronden zich vóór de ruilverkaveling bevonden. Artikel 2. De ruilverkavelingen, welke op 1 Februari 1953 op het eiland Schouwen en Duiveland in uitvoering waren, worden niet voortgezet. De reeds gemaakte kosten komen ten laste van het Rijk. Artikel 3. 1. Deze wet kan worden aangehaald als „Herverkavelingswet Nood- gebieden". 2. Zij treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aa.ngaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven ten Paleize Soestdijk, 7 Augustus 1953. JULIANA. De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening a.i., C. STAF. 2 29.9.1953

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 198