O.B.
1953 t» XIII
No. 10988
voor werken als bedoeld in artikel 1, worden afgeweken van de regelen
en de vereisten, welke andere wetten, Koninklijke besluiten en verorde
ningen stellen met betrekking tot het uitvoeren van werken.
Artikel 6.
1. De kosten van herstel in de oorspronkelijke of daarmede overeen
komende toestand van de hoofd- en buitenwaterkeringen binnen het in
artikel 1 omschreven gebied, voor zover dit herstel door het Rijk wordt
verricht, worden door het Rijk betaald.
2. De kosten van herstel in de oorspronkelijke of daarmede overeen
komende toestand van de hoofd- en buiten waterkeringen binren het in
artikel 1 omschreven gebied, voor zover dit herstel door andere beheer
ders dan het Rijk wordt verricht, worden van Rijkswege aan hen vergoed.
3. Het bedrag van de in het tweede lid bedoelde kosten wordt vast
gesteld door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.
4. Tegen de vaststelling van het bedrag, bedoeld in het derde lid,
kunnen de belanghebbenden binnen drie maanden, te rekenen van de
dag van verzending van het besluit, bij Ons voorziening vragen. Wij
beslissen op voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.
Artikel 7.
Indien het herstel gepaard gaat met verbetering van het waterkerend
vermogen en de uitvoering daarvan geschiedt overeenkomstig door of
vanwege Onze Minister van Verkeer en Waterstaat goedgekeurde plannen,
kan van Rijkswege een tegemoetkoming worden verleend in de kosten,
welke die, bedoeld in artikel 6, tweede lid, te boven gaan.
Artikel 8.
Het bepaalde in de artikelen 6 en 7 is eveneensvan toepassing op
nader door Ons aan te wijzen waterkeringen, welke elders gelegen zijn
dan binnen het in artikel 1 omschreven gehied.
Artikel 9.
Voorschriften ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6 worden
vastgesteld door Ons op gemeenschappelijke voordracht van Onze
Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Financiën.
Artikel 10.
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst. Zij werkt terug tot
3
l'J.6.1953