OFFICIËLE BEKENDMAKINGEN
vNg
VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN
1959 O.B. Nr. 18658 III.4
UITVOERING WET FINANCIERING WEDEROPBOUW
PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN EN WET FINANCIERING
STORMVLOEDSCHADE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN.
(Verlenging aangiftetermijn zoutschade ten gevolge van inundaties 1944/1945 en
stormvloed 1953).
CIRCULAIRE van Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland
van 26/30 oktober 1959, B. nr. 48926/91, le afdeling, G.S. nr. 198, aan
de colleges van burgemeester en wethouders der gemeenten in die
provincie.
Op verzoek van de minister van Financiën delen wij u voor zoveel
nodig het volgende mede.
De omstandigheid, dat de z.g. zoutschade als gevolg van de inundaties
in 1944/1945 en van de stormvloed in 1953 zich slechts geleidelijk heeft
geopenbaard, is oorzaak geweest, dat in een aantal gevallen niet kon
worden voldaan aan de termijnen, welke in de desbetreffende uitvoerings
beschikkingen van de Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechte
lijke Lichamen en de Wet Financiering Stormvloedschade Publiekrechte
lijke Lichamen voor het inzenden van verzoeken tot toekenning van een
vergoeding in de kosten van het herstel der schade zijn gesteld. In ver
band hiermede is bij beschikking van genoemde minister van 31 augustus
1959, nr. 69 1), gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant van 2 sep
tember 1959, nr. 169, nader bepaald, dat de verzoeken tot toekenning
van een vergoeding, welke betrekking hebben op zoutschade, moeten
worden gedaan vóór 20 januari 1960, waarbij voor de bepaling van het
begrip zoutschade de voor de particuliere schadesector in het leven
geroepen Regeling afkoop zoutschade oorlogsschade en Regeling afkoop
zoutschade watersnoodramp 1953 3) van overeenkomstige toepassing zijn
verklaard.
1) Zie III.4, nrs. 18538 en 18539/1959.
2) Zie XVII. 1. nrs. 18245 en 18444/1959.
3) Zie XVII. 1, nr. 15244/1959.
1
20.11.1959