O.B. 1953 No. 11389 III.4 10. In welke staat van onderhoud verkeerde het good ten tijde van de beschadiging? 11. Hoeveel hebben de onderhoudskosten bedragen gedurende de jaren 1948 t/m 1952, voor elk ja.ar afzonderlijk? (Alleen in te vullen voor wegen). .1948 f 1949 f 1950 f 1951 f 1952 12. In welk jaar zou redelijkerwijs algehele vernieuwing of vervanging van liet goed nodig zijn geweest, indien geen bescha diging had plaats gevonden? 13. In welk jaar zal redelijkerwijs, ina herstel of herbouw, algehele vernieuwing of vervanging van het goed nodig zijn? 14. Voor welk gedeelte der onder 6 vermelde kosten wordt het werk: a. aanbesteed? b. uitgevoerd in eigen beheer? a. b. 15. Zijn reeds eerder uitgaven ten behoeve van het herstel van stormvloedschade aan het goed gedaan en zo ja, wanneer, waarvoor en tot welk bedrag? l(i. Zijn na de uitgaven, bedoeld onder 6, nog meer uitgaven ten, behoeve van het horstel van stormvloedschade aan het goed te verwachten en zo ja, waarvoor en tot welk bedrag? 17. Werd ter zake reeds een vergoeding, bijdrage, voorschot of andere tegemoet koming ontvangen en zo ja, van wie, wanneer, en tot welk bedrag? IS. Bij welke andere instantie® is ter zake een aanvraag of verzoek om een ver goeding, bijdrage, voorschot of andere tegemoetkoming ingediend 5 20.10.1953

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 112