Dè toestanden in Renesse, dat zelf droog bleef, waren hartverscheurend. Zo
liepen een paar kinderen, die pas op een vlot waren aangekomen, helemaal naakt
op si^aateen wagen vol met kinderen nog in hun pyamatjes. Onze gaste had nog
nog eejj lp.nd, maar die was bij haar moeder naar in lage-Zwaluwe en daar wilde
zij perse heen. Ik heb geen moed gehad om. te vertellen dat ook daar alles onder
water stond.En dankbaar, dat kan ik je niet bettellen. Fiets hadden zij meer
slechts een tas maar zonder papieren. Het was een lief ventje en het beertje
van Lonny, waarmee hij 's avonds insliep is dan ook meegegaan.
Woensdag ben ik nogeens naar Zierikzee geweest. Ik raakte er aan gewend en een
mensxwordt hard, ja keihard, In Ztzee was ik bij een landing van een heliaraqsx^
coptère, daar stapte een vrouw met een kind uit die met een smalen gezicht ver
telde dat haar man, kind en ouders verdronken waren, zonder een traan te laten,
de mensen zijn volkomen apatisch, zonder enig® gevoel. Ik heb toen van Z'zee
nog een vr^qw met 4 kinderen en een baby van 9 weken meegenomen. Zij wilde ten
slotte perss naar Rilland, zij was een Eirdes, waar haar ouders woonden. In
Y/bmeldinge aangekomen nam ik hen direct mee naar huis waar Welly weer voor eten
zorgde. Toen ik eens nader informeerde en vroeg of zij misschien een "Annie
Kirdeskende zei ze: "Jüanic ïïirdes? Dat ben ikzelfJ Wat keken we toen op. Im
mers toen Welly en ik voor de eerste keer met elkander meegingen, waren we met
3 stelletjes, w.o* Iruida Lindenbergh met een jongen en 2 Annie Hirdes met een
vriend van mij. Later zij nog een dagje met de club gaan fietsen. Koe w.onderlijk
lean, het toch in de wereld lopen. Zij logeerde toen bij Joh.Pelius en zodoende
hebben wij haar jaren geleden ontmoet, nu zat zij met haar kroost bij ons onder
deze omstandigheden te eten. Zij wilde toch beslist door en is later bij een
zuster in Krabtendijke aangeland.
Het is nu Donderdag en is er voor ons weinig bijzonders meer te doen. Er komen
weinig evacue's hierheen omdat het hier nogsteeds noofl-gebied is en er voldoen
de schepen zijn om. hen naar de grote steden af te voeren.
Je zult misschien vinden dat ik wat te veel over mezelf verteld heb, maar dat
was niet direct de bedoeling. Het was omdat in die dagen ieder zijn eigen leven
leefde, omdat ieder ander weer andere dingen heeft die hij kan of niet kan
vertellen en langzaam, heel langzaam worden we weer onszelf.
De dankbaarheid voor alles wat echter in niet getroffen streken van ons land
wordt gedaan is onuitsprekelijk en we begrijpen maar niet hóe toch al dat geld
en goederen bij elkander gebracht worden, het is fantastisch. Aan eten is er
in de getroffen gebieden weinig gebrek geweest, wel aan vrhter. Zo'hadden we
man in ons bootje, die om zijn dorst te lessen nog een paar appels had, ook wij
waren in ons bootjf blij toen we een kopjje water kregen.
Welly heeft maar een nacht op Ma j oca geslapen en Lonny keek haar ogen uit naar
kinderen, die hier in huis kwamen en was direct goede vriendjes. Maar het leed
is onbeschrijflijk en iedereen heeft daarvan de diepe tragiek aan den lijve onder
vonden. Zo kwam er hier een man aan, vrouw en kinderen waren voor zijn ogen ver
dronken, hij sprak niet en was volkomen versuft, wat zo iemand moet mee kaken.
Zwager Piet is vandaag vertrokken naar Kortgene om daar te werken en zal wel
enige dagen wegblijven, Rini is ook de hele dag in de weer en vader zit soms
$ot diep in de nacht op het Gemeente-secretarie.
Zo beste mensen, heb ik jullie ons verhaal verteld, een zoals er duizenden
met erger dingen nog geschreven zouden kunnen worden en kunnen jullie je
misschien indenken hoe wij die verschrikkelijke dagen hebben doorgebracht.
Ik a dan ook nu maar E±sigd eindigen met de vele hartelijke groeten, ook
aan fain Polderman, van ons drietjes
V
-3-