1
Ko, ook zoveel mogelijk van mijn kleren, uw avonddoek en an
dere kleren, uw jasje van die nette. Maar de stoelen, de
wasmachine, enz. heb ik nog niet kunnen halen, want er zijn
maar een paar kleine bootjes, en daar moet je dan met drie
man in en nog je beurt afwachten, en dan kun je maar het no-
digste zoals kleding enz. meenemen. Ook is het soms gevaarlijk
en slaat het water in de boot of kap je bijna om, druipnat ben
je meesjral, en als je niet door het zolderraam kunt, loop je
bijna tot aan je buik door het water van het hekje naar de
trap; morgen hoop ik nog wat te halen als het nog kan, want
de huizen beginnen in te storten.
Bij Bustraan is heel de voorgevel naar de weg al gevallen,
bij Lavooy de zij- en voorgevel al. Bij ons zijn de muren
tussen de slaapkamer en de keuken ook al gevallen en - schrik
niet - de bijkeukens zijn overal bijna al weggeslagen. Ons
schuurtje ligt aan de dijk, het hoenderhok is er ook niet meer,
de muur van Lavooy ligt om, de muur van de grens van Maria-
oord ook. Misschien dat er morgen wel huizen helemaal instor
ten: het wordt gevaarlijk er nog in te gaan, maar ik zal op
passen.
Het bureau en de kast en het dressoir liggen uit elkaar, het
is erger dan een bombardement. Overal ellende, zover je kijken
kunt. Enfin, ik heb het leven er weer afgebracht, die troost
moet al ons leed verzachten.
Blijf voorlopig maar bij San totdat er een regeling voor
ons is getroffen. Ik heb nu een paar nachten bij Van Goor ge
slapen. Wemmerslager's huis begint ook al op een ruine te ge
lijken; ook bij Peters, Treffers, Willenstein, Den Arend en
al de won&ngen in de Put enz. Ik denk dat zij er aan moeten
geloven, je ziet de muren soms waggelen, zo beukt het water.
De vrouw van Lokerse, die in die keet bij de gasfabriek
wcoht, kreeg in het bootje een miskraam.
Morgen zal ik proberer uw fiets te halen, die ligt nog waar
het schuurtje heeft gestaan. De naaimachine heb ik ook al kun
nen redden. Ik heb de spullen bij Foort Stevense aan de brug
gebracht: daar staan ze hoog en droog.
Als ik kan, kom ik zaterdag naar Vlissingen, daar kunnen
we verder praten.
Van Ko heb ik nog geen bericht: de post gaat langzaam. Ook
var Waarde of Krabbendijke heb ik van de familie nog niets
kujnen vernemen. Je kunt zelfs met de telefoon geen verbinding
kr ij gen.
Wees niet al te droef, als we naar hen kijken die levens
moeten missen zijn we niet wanhopig.
Uw man en vader,
Joh. van Koeveringe.
(Wij zullen wel schadevergoeding krijgen).
Kansweert, 3 februari 1953»
Lieve vrouw en kinderen,
Eftrst zal ik Ko maar feliciteren met zijn verjaardag, en ik
hoop dat hij het nog dikwijls mag doen, maar dan onder vrolij
ker omstandigheden. Ik kan nu vanavond voor het eerst in een
bed slapen. Ik ben bij Jeen de Jong. De vorige nachten heb ik
op het kantoor bij Van Goor een poosje op de grond gelegen met
een telefoonboek voor kussen. Maar de kachel brandde best. Van
morgen ben ik nog even naar het huis geweest met een boot,Simon
- 2 -