Het werd 9 februari. Maandag 9 februari. In Bilthoven woonde familie van ons. Deze dag ben ik naar tante Annetje vertrokken. Zij vertelde mij dat mijn ouders, broers en zussen(ik wist nog steeds niet hoe het met hen was) vanuit Looperskapelle geëvacueerd waren naar Ren esse. Omdat er geen verbindingen waren, maar zij wel hadden horen vertellen dat er in Nieuwerkerk veel waren verdronken zaten zij erg over mij in spanning. Een door tante Annetje vandaag verzonden telegram bracht hen op de hoogte dat het goed was met mij. Meer dan een week hebben zij enorm in angst gezeten. Enkele dagen later ben ik in Renesse aangekomen en zagen mijn ouders me na ongeveer 10 dagen weer terug. Dit verslag is door mij in februari 1953 geschreven. Nieuwerkerk had voor de ramp ongeveer 1800 inwoners waarvan 270 mensen tijdens de ramp verdronken. Ter informatie: Uitleg gevolg ramp. Op 31 januari 1 februari was er een N.W. storm met uitschieters naar windkracht 11. Tevens was het nieuwe maan en Springtij. De ramp van 1953 was mede het gevolg van Springvloed. Dit fenomeen is niet te verwarren met Springtij, een normaal tweewekelijks verschijnsel. Het ontstaat wanneer bij volle of nieuwe maan de zon, de maan en de aarde ongeveer in één lijn staan en de getijtoppen van zon en maan samen vallen. Gevolg is een extra hoge waterstand. Springtij is slechts een factor bij het ontstaan van een Springvloed. Dat is een stormvloed die gelijktijdig met Springtij optreedt zoals in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari komt het water veel hoger dan normaal en blijft de eb uit, omdat een zware noordwesterstorm de golven in de zeearmen van Zuidwest-Nederland blijft stuwen. Dit houdt 23 uur aan.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 6