Wij vliegensvlug uit bed en met twee jassen over elkaar aan en ieder een tas
in de hand stapten wij om 07.00 uur (nog donker) de deur uit.
Er lag een roeibootje en daar werden we één voor één in gedragen omdat
we nog door het water moesten.
Met z'n achten voeren we met het bootje naar een grotere boot.
Kennissen van ons waren er ook bij.
Na een uurtje varen raakten we met de boot in telefoondraden, maar we
kwamen er ook weer uit.
We stapten over op een motorbootje en later nog weer op een grotere boot.
Er was geen kajuit of iets dergelijks en dus moesten we buiten blijven staan.
Het was erg koud.
Al spoedig voeren we door het gat in de dijk bij Ouwerkerk.
Daar lag een grote Rijnaak of Kustvaarder te wachten waar we op
overstapten.
We werden allen, zowel jong als oud, onder in het ruim gebracht waar een
laag stro lag.
We kregen ieder een beker melk en later nog dekens van het Rode Kruis
om over ons heen te leggen.
Er stond een beetje wind zodat de boot schommelde.
We bleven daar liggen tot s'avonds want de boot wachtte op nog meer
mensen.
Toen de boot vol was gingen we varen, het was 17.00 uur.
s'Avonds kregen we wat honger en brachten ze erwtensoep rond.
De erwtensoep was niet lekker, daarom at ik ze niet.
Later bleek dat er een verkeerd blik bij heeft gezeten wat voor velen nare
gevolgen met zich mee bracht, alleen ik werd niet ziek.
We probeerden te slapen maar dat lukte niet al te best.
Om 21.00 uur bleven we voor de haven van Dordrecht liggen en sliepen die
nacht op de boot.
En zo was het al 6 februari.
Vrijdag 6 februari.
s'Morgens vroeg voeren we de haven van Dordrecht binnen en werden daar
al gauw door een dominee bezocht.
Na een uur mochten we van het schip af.
We werden met een bus verder vervoerd naar Utrecht.
Onderweg kregen we nog een pakje brood.
Om 13.00 uur kwamen we in Utrecht aan in een groenteveiling.
We bleven in de bus en kregen een paar sinaasappelen.
Toen stapte Koningin Juliana plotseling in de bus en gaf persoonlijk
iedereen nog een sinaasappel en sprak een woordje.