Zodoende was het al weer 3 februari. Dinsdag 3 februari. Met vlotten probeerden ze mensen te redden en iedere minuut zagen we van boven uit het raampje drenkelingen. Vrouwen met kindertjes op de armen kwamen huilend aan. Oude vrouwen en mannen kwamen met dik opgezette voeten aan. Soms hadden ze geen kousen meer aan hun voeten. Mensen die hun kinderen hadden zien verdrinken kwamen uitgeput aan en zo ging het de hele dag door. Helikopters kwamen en brachten blikjes verse groenten voor de zieken en lederen zakken met water. We gingen ook eens buiten kijken en zagen in de verte mensen op een dak van een schuur. Ze deden niets anders als roepen en zwaaiden met hun zakdoeken. We gingen maar weer naar binnen. Zo gingen we 4 februari tegemoet. Woensdag 4 februari. 's Morgens na het ontbijt zijn we naar beneden getrokken waar de dochter van de weduwe de kachel had aangemaakt en alles had opgedweild en aan kant gemaakt (opgeruimd). Daar hebben we de hele dag van alles gezien en gehoord. s'Avonds na het eten kwam er een politieagent. Hij zei: morgen moeten alle inwoners van Nieuwerkerk weg zijn. U mag kiezen wat u liever wil: met een helikopter of een boot. Na lang praten hebben we besloten met een boot te gaan. s'Morgens om half 8 moesten we klaar zijn voor vertrek. s'Avonds hebben we alles ingepakt en klaar gezet voor de reis. Dinsdag waren er al mensen weggegaan en was het al wat ontruimd in het huis. s'Avonds konden we dus fatsoenlijk in een bed slapen. Zo werd het 5 februari. Donderdag 5 februari. s'Morgens om half 7 roept iemand op straat dat we op moeten staan omdat de boten klaar liggen voor vertrek naar Dordrecht en dat ze niet langer kunnen wachten.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 3