's Middags toen onze kleding net droog was moesten we daar weg omdat ook daar het water binnen sijpelde. Spoedig waren we in een ander huis gearriveerd waar we naar boven gingen met ongeveer 15 mensen. Al heel snel hoorden we daar het water ook binnen lopen en hebben we weer bange uren doorstaan. Het water kwam hoe langer hoe meer op en stond al gauw tot boven de ramen. Het gat in de dijk zorgde dat we nu ook op het land eb en vloed hadden, behalve op 1 februari, toen hadden we vloed over vloed( zie onderaan het verslag). Veel hebben we gezien. Huizen sloegen één voor één weg. Mensen stonden op daken en balkonnen; het huis werd onder hen weggespoeld en de mensen verdronken. Paarden zwommen zolang ze het uit konden houden rond maar verdronken even later ook. Zo ging het ook met de koeien en ander vee. Toen kwam de nacht. We lagen met z'n zevenen op een matras op de grond. We probeerden te slapen maar dat ging ook al niet. Telkens hoorden we hulpgeroep maar ze konden niet bij de mensen komen vanwege het hoge water. Zo brak de morgen van 2 februari aan. Maandag 2 februari. 's Morgens moesten we bij de familie Barendrecht weg omdat er veel drenkelingen kwamen. We gingen naar de hervormde dominee Westerhof, twee huizen verder. Daar moesten we na een uur ook weg omdat er steeds maar drenkelingen kwamen. We gingen naar een weduwe met een dochter. We gingen boven voor het raam zitten waar we alles konden zien. Later op de dag kwamen er nog meer mensen en zodoende waren we s'avonds met z'n zestienen. Er waren drie kleine kinderen waaronder een meisje was waarvan vader, moeder en broertjes verdronken waren. Het was 22.00 uur en kregen slaap. Er waren 3 tweepersoons bedden en daar moesten de oude mensen in slapen. Wij sliepen op een matras op de grond. Het was wel koud maar tegen de ochtend kregen wij het warmer.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 2