Verslag van de Watersnoodramp op 1 februari 1953. Gemaakt door Edith Nieborg, 14 jaar oud, wonende te Looperskapelle (gemeente Duivendijke). Zij maakte de ramp mee in Nieuwerkerk Schouwen Duiveland), waar zij logeerde bij de familie Sijrier-Verton met haar vriendin Riet Verton. Zondag 1 februari. Na zaterdagavond een gezellige verenigingsavond te hebben bijgewoond gingen we in slecht weer naar ons logeeradres. Het ging steeds meer stormen. 's Nachts trok een razende storm over Nieuwerkerk. De bewoners slapen nog. Maar bij de dijken is het onrustig. De golven slaan wild tegen de glooiing van de dijk. Steeds maar sterker wordt de wind. Totdat er plotseling een gat in de Scheldedijk is geslagen; het is 4 uur midden in de nacht. De noodklok luidt. De noodklok luidt roept een stem in m'n oor. Ik schrik op net zoals de andere mensen in huis. Buiten op straat lopen mensen en iedereen vraagt: wat is er? De dijk is doorgebroken en al de mannen moeten er naar toe. De mannen rijden weg. Maar al spoedig komen ze weer terug. Het water kwam hen al bij de Straatweg tegemoet. Opschieten, allen naar huis en nog redden wat er te redden is! Vlug brengen we alles wat niet te zwaar is naar boven; stoelen, kleding, serviesgoed, pannen enz.. Al spoedig slaan er grote golven naar binnen, Wij worden hoe langer hoe zenuwachtiger. Naar het dorp moeten we, naar het dorp. Paarden horen we hinniken en koeien loeien. De boeren hebben al hun vee los gesneden en zelf spoeden ze zich ook met hun vrouwen en kinderen naar het hogere gedeelte van het dorp. Kinderen huilen, vrouwen schreeuwen. Wij proberen de deur open te krijgen. Met een ruk vliegt hij open en dan bruisen de golven over ons heen. Gearmd, door de storm, waden wij, tot onze middel door het water, verder totdat we op het droge zijn. Kletsnat gaan we bij kennissen naar binnen waar we onze kleren te drogen hangen en we in bed kruipen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 1