Te weinig water Zandzakken,zandzakken teren op Tholen, Genisten op Goeree- Overflakkee en op dinsdagmorgen steken de Commando's met hun stormboten over naar Duiveland. Mensen worden van de daken gehaald, vee gered. De Na tionale Reserve komt in de getroffen ge bieden onder de wapenen. Niet alleen om mee te helpen bij het reddingswerk, maar ook om de verlaten bezittingen te beschermen tegen plunderaars. Je houdt het niet voor mogelijk. Buitenlandse hulp bereikt het rampge bied. Amerikaanse troepen komen met hun DUKW's. amphibische voertuigen die wel zeer welkom waren. De Fransen sturen 1000 man genietroepen, de Belgen een heel bataljon. Engeland stuurt de red dende engelen van die dagen: helikop ters. Nederland had er maar één: de 'Je zebel', een Sikorsky van de Marine Luchtvaart Dienst. Voor de ramp nogal schampertjes bekeken, blijkt het nut van deze wonderbaarlijke machines nu over duidelijk. In het nu vredige Brouwersha ven vervolgt de heer Jansen zijn relaas: 'Als sergeant was ik de hoogste militaire autoriteit. Toen een marineschip hier bin nenliep, meldden de marineofficieren zich bij mij; daar hadden zij geen enkele moeilijkheid mee. Bij de landmacht lag dat wel wat anders. De eerste Kl-officier die hier aankwam wilde niet bij mij ko men. Ik moest me maar bij hem melden. Men bleef, op enkele uitzonderingen na, zich houden aan de rangen en standen'. Inmiddels voerde de luchtmacht drop- pingsvluchten uit boven de eilanden. 'Dat ging nogal ongecoördineerd, logisch met zo weinig verbindingen. Zo dropte men hier boven Brouwershaven duizenden broden. Dat was helemaal niet nodig, want iedereen die hier niet nodig was, was reeds geëvacueerd. De bakkerij bak te trouwens al weer brood. Het ergste was nog dat wij net met enkele provisori sche leidingen het elektriciteitsnet in be drijf hadden toen enkele zakken gedropt brood die leidingen weer vernielden. Maar water, dat hadden we te weinig. Ik heb toen aan een binnenschipper ge vraagd of hij groot 'zend water' op zijn dek wilde schilderen, net zoals wij dat met oefeningen met seinlappen deden. Dat hielp en al snel werden jerrycans met drinkwater gedropt'. 'Bang? Nee, bang ben ik niet meer geweest sinds ik ervan overtuigd was dat het onderlopen van de polder niet mijn schuld was omdat ik de damplanken niet had geplaatst'. In de randgebieden waren de militairen in samenwerking met talloze vrijwilligers bezig met een misschien minder dank baar, maar zeker zo nuttig werk: zand zakken vullen en daarmee bressen dich ten en verzwakte dijken versterken. Dui zenden militairen hebben in het noodge- bied op smalle dijkjes eindeloos met die zandzakken lopen sjouwen. Aangevoerd per vrachtwagen, per schip en vooral ook per vliegtuig werden ze in hoog tempo gevuld en ter plekke gebracht, want op 16 februari zou er weer springtij zijn. Dag en nacht, in de regen, de sneeuw en de ha gelbuien werd er doorgewerkt tot er ten slotte 350.000 kilo (lege!) zandzakken ge vuld en wel op hun plaats lagen. Op 12 februari kwam er een eind aan de algemene militaire bijstand en werd het In Amerikaanse uniformen gesloken Duitsers in hel ondergelopen Ooslerland op Schouwen Duiveland. Dezelfde plaats ziel er tegenwoor dig heet wat beter uit. De ontroerende verhalen van materiële en immateriële hulp zullen velen wel kennen. Minder bekend is wellicht dat ook militairen uit de Duitse Bondsrepubliek deel hebben uitgemaakt van de 'hulptroepen'In die dagen had de BRD nog geen eigen krijgsmacht - die zou pas in januari 1956 worden opgericht - maar Duitse eenheden waren onder Amerikaans bevel in het Amerikaanse leger in Europa geïncorporeerd. In Zeeland zijn twee zogenaamde Labour Service Engineer Companies ingezet, te weten de 8540th en 8542nd. Het opperbevel over de Duitsers berustte bij de American Military Relief Organisation (AMRO), die geheel uit Amerikanen bestond. De AMRO was ondergebracht in de Prinses Julianakazerne in Den Haag. De beide compagnieën arriveerden in het rampgebied op 4 februari. Men was zeer ingenomen met hun komst, want ze waren uitgerust met DUKW's (in de wandeling Ducks, eenden, genoemd), amfibievoertuigen die in het ondergelopen land natuurlijk van onschatbare waarde waren. De Duitsers hebben zich met alle facetten van de hulpverlening beziggehouden. Indrukwekkend is dan ook de lijst van wat ze in dertien dagen in Zeeland hebben gedaan: - 758 mensen gered en 40 doden geborgen - 458 stuks vee en 876 kadavers aan land gebracht - 237 landbouwmachines en onderdelen daarvan, plus 62 andere voertuigen (waar onder 3 helikopters)gered - 28000 lege en 22090 volle zandzakken naar de dijken gebracht - 23 mijl overstroomde wegen gemarkeerd - 5 mijl telefoonleidingen gelegd - 533 ton huisraad, voedsel en andere goederen getransporteerd. Zeker in het licht van deze prestatie is het opvallend dat de Duitsers in de lokale en landelijke pers verhoudingsgewijs maar weinig aandacht hebben gekregen. We moeten echter wel bedenken dat de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen lag; de Duitsers waren uiteraard niet erg populair bij de bevolking. Daarom is het begrijpelijk dat hun aanwezigheid door de media een beetje is 'weggemoffeld' Sommige Amerikanen moeten het zelf ook wel een beetje vreemd hebben gevonden om met hun voormalige vijanden samen te werken. In ieder geval verklaarde majoor G. A. Worth op 12 februari: 'Ik mag ze niet erg, die Duitsers, maar ze doen prima werk'Ondanks de afkeer een waardering die, gezien de bovengenoemde lijst, terecht is. Met hun inzet en ijver hebben de Duitsers in 1953 iets goedgemaakt van de ellende die ze nog zo kort tevoren over Nederland gebracht hadden. Duidelijk komt dat naar voren in de opmerking van een Nederlandse sergeant, die nauw met de DUKW- chauffeurs samenwerkte: 'We zijn de beste kameraden. Gek, dat had ik een week geleden nooit van een Duitser gezegd' Vdg drs P. Jvan Diesen 14

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 25