3
Op mijn verzoek heeft de dijkgraaf de brandweercommandant te Ooster
land gewekt.Aan deze heb ik verzocht het brandweerpersoneel en zo
veel mogelijk andere mensen te wekken.Dit gebeurde,waarna al vrij
spoedig een groot aantal mensen met vrachtauto's en particuliere
auto's,§lsmede materiaal,naar Vianen zijn gezonden.
Terwijl dit gebeurde,had ik contact met de Burgemeester,de
Dijkgraaf en de wachtmeester Van Zweden.
Met de organisatie bezig zijnde,kreeg ik bericht,dat de zee
dijk te Sir—J ansland gevaar liep .Onmiddellijk heb ik de wachtmees
ter Van Zwden daarheen gezonden,terwijl ik zelf,in overleg met de
Burgemeester van Oosterland,zoveel mogelijk bewoners van Öosterland
heb doen waarschuwen voor het gevaar dat dreigde.
Inmddels heb ik weer in overleg met de Dijkgraaf mensen en
materiaal naar de Zanddijk gezondenzulks naar aanleiding van het
feit,dat ongeveer 4.30 uur telefonisch aan mij werd medegedeeld,dat
het water te Sir—Jans land gelijk met de kruin van de dijk stond en
dat de vloed nog een uur zou aanhouden en de omstandigheid,dat enke
le minuten later verschillende Sir-Janslanders per auto te Öoster
land kwamen,die mij tevens berichtten,dat het water over de zeedijk
in de polder Sir-Jansland stroomde.
Tk begaf mij naar de Zanddijk alwaar men onmiddellijk was be
gonnen met het provisorisch dicht maken der gateninsnijdingen in de
dijk,welke nergens van vloedplanken waren voorzien) .Ik zag toen dat
het water in de polder Sir-Jansland reeds de Zanddijk was genaderd.
Tevens zag ik de wachtmeester Van Zweden,die mij mededeelde dat
de zeedijk te Sir-Jansland niet meer te houden was.Later vernam ik
dat de zeedijk te Sir-Jansland tussen de "Staart" en de Molen was
doorgebroken .Met de wachtmeester Van ZW5ÜS Zweden heb ik het werk
aan de Zanddijk verder geregeld .Terwijl wij daarmede bezig waren,
hoorde ik,dat de zeedijk te vianen was doorgebroken en het water in
de richting van het dorp Öosterland stroomde.Fet bleek al vrij spoe-4
dig,dat aan dichten van dat gat niet te denken viel.Dit was ook het
geval met de gaten in de"Zanddijk".Ongeveer 7.45 uur stroomde het
van Sir-Jansland afkomstige water door de"Zanddijk de Öosterland—
polder binnen.Oosterland werd nu van twee zijden overstroomd. Toen
was de tijd aangebroken dat ieder het nutteloze werk aan de dijken
opgaf en zich naar de eigen woning spoedde .Nauwelijk was de wacht
meester Van Zweden thuis of zijn woning kwam in het water te staan
Ditzelfde over ook mij en wij waren spoedig met ons gezin volkomen
geisoleerd van de buitenwereld."'
Te 10.30 uur in de voormiddag van 1 Februari.had ik voor het
laatst tefeIonisch contact met Bruinisse.
Vanuit mijn woning nam ik waar dat het water steeds hoger
steeg.Tegen de avond zag ik,dat er een zijmuur en een binnenmuur
uit mijn woning was ge slag en. In de daarop volgende nacht in de wo
ning zo critiekjdat ik met mijn vrouw bij laag water te 1.30 uur
naar het huis van mijn buurman ben gewaad.a.l aar wij zijn gebleven
tot Dinsdagsvond,3 Februari te 21.3© uur.
Vanuit de woning van mijn buurman(Bijksweg)heb ik tijdens
mijn verblijf aldaar,waargenomen,dat diverse woningen in de omge
ving niet meer overeind stonden.Op laatst genoemde tijd ben ik met
mijn vrouw met een door douanen bemande boot overgebracht naar het
gemeentehuis te Öosterland.vandaar ben ik met een rubberboor naar
de woning van de Burgemeesterngevaren.Deze deelde mij mede dat alle
inwoners van Öosterland de volgende dag zouden worden geevacueerd.
Op Woensdag 4 Februari d.a.v.werd ik met de wachtmeester
Van Zweden en onze gezinnen,via Ouwerkerk aan boord van een kust
vaarder gebracht met welk schip wij naar Dordrecht zijn overge
bracht
Op 10 Februari 1953,keerde ik met de wachtmeester Ven Zwe
den wrderom op Schouwen—Duiveland terug.Fort daarna werd de be
schikking gekregen over motorbootjes van de (reniejtwaarmede wij in