12 Toen na enkele dagen mensen en levende dieren in veiligheid waren gebrachtwerd een aanvang gemaakt met het bergen ^er goederen uit de woningen.rTierbij hebben de pramen der"Krommeni'érs"een grote rol ge speeld.Bij ieder geschikt tij vertrokken zij uit Renesse,waar de boten en hun bemanningen gestationneerd waren,Beladen met geredde goe deren keerden zij te Benesse terug.Vrijwel elke reis werd door raij met die pramen medegemaakt om onregelmatigheden te voorkomen.On telbaar waren vaak de moeilijkheden die op deze vaartochten moestei worden overwonnen.Deze tocjjten waren bovendien niet van gevaar ontbloot omdat er gevaarlijke stromingen liepen en veel obstakels zich juist onder de oppervlakte van het water bevonden. Zo verliet op zaterdag 14 februari 1953omstreeks 16.00 uur, een overbeladen praam met 14 mensen aan boord,Serooskerke^Br stond een stevige bries en ieder zocht op of naast de geladen goe deren een goed plaatsje om de reis naar Benesse aan te vangen. Zodra de praam uit de luwte van de woningen kwam,begon het water met kleine plasjes over de zijboorden in het vaartuig heen te slaan,zodat een aanvang werd gemaakt met hozen. De namen der personen die met het eerdergenoemde vaartuig ver ongelukten waren; de heren fokker ,TToelkerBarrevoets ,v,d,Male ,W.Berrevoets A.Barrevoets,vd Bouten,van Popering,j,v,d,Scheldevier bemannings leden en ikzelf." Tot zover het relaas van de wachtmeester Mieras. Bij de haven Schelphoek verdronken enige personen.Anderen, zijn op de zeedijk tussen Schelphoek en Blaauwers gevlucht.Deze mensen,moeten onnoemelijk zwaar geleden hebben.Onbeschut voor water en koude(sneeuwbuien)hebben zij eni— degen en nachten op die dijk doorgebracht.Twee kinderen stierver ter plaatse en moeten later door de ouders worden achtergelaten. De poltie te water haalde de lijkjes later op en vervoerde deze naar 7uid—Beveland. t-t0ewel dit aanvankelijk nog niets onrustbarends was,bleek al spoedig dat steeds meer water het vaartuig binnen kwam zbdat met twee man gehoosd moest worden.Va ongevaar twee kilome ter gevaren te hebben,-werd de last voor het vaartuig te zwaar en opeens, voelden wij het schip onder onze voeten wegzakken de diepte in.Alle opvarenden kwamen in het drie meter diepe en ijskoude water terecht.De één probeerde zich drijvende te houden aan een kist,de ander zocht op een matras of bed een goed heenkomen.Door wind en stroming dreven deze voorwerpen al spoedig uit elkaar,zo dat onderling geen hulp meer geboden kon worden.De praam kwam met de bodem naar boven gekeerd weer aan. de oppervlakte.Al .spoedig hadden enkelen daarop een goed heenkomen, gezocht.Dit bleek echter een wankele positie,want het vaartuig kantelde van de een naar de andere zijde.Bet zag er,vooral voor de ouderen onder ons,hache lijk, uit .Bnkelen die op een bod of matras zaten,zakten steeds dieper naar de boden.zdat het water reeds spoedig tot de hals reikte.Wonder boven wonder kwam al spoedig redding opdagen.Een andere praam,die in de omgeving van Serooskerke goederen had ge— laden,kwam ter plaatse.De bemanning daarvan kon &lle drenkelingen binnen boord halen.TMa een half uur varen kwamen allen,versteven van de koude te Benesse a&n.Viemand heeft van dit ongeval nade lige gevolgen ondervonden .De andere dag werd de gezonken pftaam opgehaald en kon daarmede wederom worden gevaren.Als voorzorgs maatregel werd in het vervolg door elke opvarende een zwemvest gedragen.TJiteraard gingen bij het zihken van de praam alle daar op aanwezige goederen verloren,hetgeen voor de familie Moelker, aan wie de meeste goederen toebehoordennen groot verlies was.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 15