11
Serooskerke. De tijdens de rampïiecht te Serooskerke wooneohti"* zijnde
wachtmeester der Rijkspolitie,rapporteerde het volgende
"T-Tet was omstreeks 4.00 intr in de morgen ven zondag 1 febr.
1953,dat op het dorp Serooskerke bekend werd dat het water in
de Oosterschelde zo'n hoge stand had bereikt,dat het over de
zeedijk spoelde.
Door hét luiden der kerkklok —err1 en de inwoners der gemeente
op het naderende onheil opmerkzaam gemaakt.Vanuit de gemeente
Penesse werd weldra, hulp gebóden.Er verschenen auto's waar
mede mensen en dieren naar de veilige duinstrook werden ver
voerd.Vele inwoners echter,de ernst van de toestand niet in
ziende waren niet bereid hun dorp in de steek te laten.
Van uur tot uur steeg het water omdat bij de haven"Schelp-
hoek" in de vroege morgen de hevendijk was doorgebroken en het
zeewater met kracht de polder Schouwen instroomde.Omstreeks
de middag stonden reeds alle wegen onder water,zodat de kern
van het dorp geïsoleerd was.Er waren toen nog 17 mensen op het
dorp aanwezig.TTieronder bevonden zich de familie's Prince,Pol
derman jLege^ate,peinhoudt en de Feij,meest kleine middenstan
ders die hun zaken niet in de steek konden laten.
Steeds kleiner werd de droge oppervlakte om het dorp en
al spoedig was het veter zover gestegen dat ook de hoogst ge
legen woningen niet droog meer bleven.Fijn gezin had zich tij
dig te Penesse in veiligheid gesteld maar zelf was ik te
Serooskerke gebleven om te waken tegen mogelijke misdrijven
tegen goederen van gevluchtte mensen.Fu het water zo hoog
steeg werd door allen een goed heenkomen gezocht op de zol
ders.Door zolder-en dakramen^ wérd. de omgeving verkend .Vet h5b
bleek dat verschillende woningen in de omgeving van de Schelp
hoek reeds in de golven waren verdwenen.Wat was er van de be
woners van die huizen terecht gekomen?Angstige vragen,waarop
geen antwoord gegeven kon worden.Rij het invallen van de duis
ternis leek alles nog erger.Steeds was te horen het bruisen
van de golven,het bonken van het wrakhuot tegen de gebouwen
en daarboven uit het angstig geblaf van een hond in de omge
ving van het dorp.
Omstreeks middernacht had het ater zijn hoogste stand
voor die nacht bereikt.Vet was een opluchting te kunnen con
stateren dat het water ging zakken.Toen het de volgende morgei
liCht, werd, was het vrat er zover gezakt dat de kerk weer be
reikbaar was.Een gedeelte van de kerk was zelf droog geble
ven. Al spoedig brandde daar een vuurtje en zaten allen daar
omheen geschaard om de verkleumde ledematen weer wat op tem
peratuur te brengen.Er werd besloten dat wij,indien geen hulp
kwam opdagen,de nacht in de kerk zouden doorbrengen.De kerk—
toren diende ons toen als uitkijkpost.Van uit die toren was
pas goed te zien wat het water reeds voor schade had aange
richt .Die dag en de daarop volgende nacht werd in de kerk
doorgebracht.De wereld scheen uitgestorven.Waterniets dan
water
In de morgen van dinsdag 3 februarizagen wij alle soorten
van vaartuigen, in actie komen waarmede de bewoners ven de in
de omtrek staande huizen werden weggehaald.Omstreeks de mid
dag verscheen een roeiboot in het dorp,waarmede later,geas
sisteerd door een motorbootjeallen naar de haven"Flaauwers"
werden overgebracht waar vissersschuiten gereed lagen voor
evacuatie naar elders.Zelf ben ik per boot naar Penesse ge
varen alwaar ik mij bij mijn gezin heb gevoegd.