Het werd al donker en we zouden terug gaan naar het dorp toen wij in de verte lichten zagen.
Dat was dichterbij dan het dorp en we gingen er op af. Het bleken huizen die nog elektra
hadden. De dijk bleek op twee plaatsen doorgebroken en precies tussen de elektra palen.
We belden aan en werden aangeroepen om achterom te komen. De voordeur was al jaren niet
open geweest. We kwamen met z'n achten binnen en moesten stil zijn want de eerste
radioberichten uit Zeeland kwamen binnen. De boerin; "Dat was daar wat in Zeeland".
Wij hebben haar verwonderd aangekeken. Ze zaten aan alle kanten in het water en slechts 10
cm hoger en ze hadden natte voeten. Dat stukje dijk was vol met mensen en vee en de
volgende dag was het een complete uittocht en bij de volgende dijkdoorbraak weer.
De boer vertelde welke koe we moesten nemen de rest zou volgen. We wiste niet dat een koe
zo hard kon zwemmen. De paarden waren duidelijk nerveuzer en een konijnenhok moetje
niet op je schouder zetten. Boerendochter heeft zich over hem ontfermd en hij kwam zeer
bedeesd naar buiten. Gaande het jaar werd zijn verhaal steeds interessanter.
De laatste mensen die we ophaalden stonden in het stroomgat van het Haringvliet en we
werden bedreigd met een geweer. Wij kwamen later die dag terug met twee mariniers. Twee
waarschuwingsschoten en we mochten aanleggen.
Het huis bewoog als onze sloep op die Zondag. Er uit en snel.
We waren nog geen 50 meter ver toen het huis in de golven verdween.
Begin dit jaar vroeg de lagere school in Helmond of ik over de ramp wilde vertellen.
Wat kon ik ze vertellen? Dat wij ons afsloten voor de ellende en een job klaarden.
Dat mijn eetlust al over was als ik dacht aan melk zo van koe en oud brood
We hadden honger en het was lief aangeboden
Wat de doorslag gaf was de dat onze jongens hooguit vier jaar ouder waren dan deze
leerlingen.
Had u familie verloren? Nee! Je zag ze denken en daar kwam de vraag Hoe kwam u daar?
We hadden de middelen en we dachten dat we het wel konden en gelukkig kregen we gelijk.
In het najaar van 1953 hadden wij ouderavond en de leiding sprak over de plannen en de
kosten die nodig waren.
Een van de ouders stond op, hij had geen vraag hij stelde; Wij gaven zes jongens mee en
kregen zes volwassen kerels terug. Wat moesten we daar op zeggen.
Wanneer ben je volwassen?
We hebben de oorlog, de één bewuster dan de ander, meegemaakt. Mijn vader is toen ik
zeven jaar was door de Duitsers een paar maanden in Scheveningen opgesloten geweest.
Het bombardement van maart 1943, de honger winter met bergen sneeuw en afval op straat.
Dode mensen op handwagens naar de begraafplaats. Door de Duitsers doodgeschoten mensen
De bevrijding op de plaatselijke podiums waar vrouwen werden kaal geschoren en daarna
met hakenkruisen beschilderd. Mannen joelend en stompend opgebracht.
Op 2 februari heb ik, op mijn twintigste verjaardag, met een volwassen ploeg gevaren.
Ik mocht van hen zelfs voor een half uurtje langer roeien.
Na vijftig jaar terug kijkend; een groep met een eigen standaard, codes en grappen.
Met herinnering aan Aad Marleveld, de andere stuurman, en aan deze zes jongens van
vijftien zestien jaar.
Arie van V: