5
Langs de Wester-Schelde,
De Vijdtpolder (133 ha), in de gemeente Ossendrecht, be
noorden de ontmoeting van de Noordbrabants-Zeeuwse grens
en de Belgische grens.
In de buitendijk is nabij de sluis een gat geslagen lang 30 m,
diep 9 m N. A. P. Voorts is in deze dijk een groot aantal
gaten geslagen tot de hoogte van een schor, met lengten van
25 tot 230 m.
Na het vol lopen van de Vijdtpolder liep het water over de
achtergelegen dijken naar de Nieuwe Zuidpolder (140 ha) en
naar de Zuidpolder (375 ha) waarbij ook deze binnendijken
doorbraken. De dijk van het waterschap Nieuw Hinkelenoord
en Hoogerwerf (276 ha) brak op twee plaatsen door (gaten
12 en 30 m), zodat ook deze polder via de Vijdtpolder vrijwel
vol liep. De Noordpolder (368 ha) liep vol door een duiker
tussen Vijdtpolder en Noordpolder.
Behalve de Vijdtpolder waren eind Februari al de vorenge
noemde polders door natuurlijke lozing grotendeels droog.
Voor het sluiten van het diepe gat in de dijk van de Vijdt
polder werd getracht de buitengeul van de uitwateringssluis,
breed 40 m en diep 2,50 m beneden L. W. af te dammen:
op 25 Februari was deze afdamming voltooid, doch zij is weer
weggeperst. Daarna is de buitengeul door zinkstukken opge-
zonken; het gat werd door een noodkering afgesloten op
13 Maart.
De sluis, in beheer bij het waterschap ,,de Noordkil" van
Ossendrecht, is verzakt en gescheurd; bij het uitgaan van dit
verslag was nog niet bekend of de sluis nog kan worden her
steld of dat er naast een nieuwe sluis moet worden gebouwd.
De Anna Mariapolder (225 ha in de provincie Zeeland) had
in de zuidelijke dijk 3 gaten van 60, 40 en 53 m lengte waar
door deze polder vol liep. Door natuurlijke lozing is de polder
grotendeels leeggelopen.
Een noodbemaling van 50 m3/min. is in bedrijf gesteld. Op
12 Februari werd begonnen, en op 16 Februari voltooid, het
optrekken van de dijkvoet tot 1,50 m boven de schorhoogte