33 n. Overlaat provinciale weg, binnenberm over 25 m weggeslagen. p. Overlaat provinciale weg, binnenberm en buitenberm 1 m diepte weggeslagen. Vooral door het gat e (bij de Papsluis) kwam veel water binnen en werd het grootste deel van het Land van Altena overstroomd. Onmiddellijk werden maatregelen getroffen om de gehele buitendijk af te sluiten. Daar te voorzien was, dat de dijk tussen Keizersveer en Nieuwendijk (dus ten zuiden van de uitmonding van de Almboezem) spoediger zou zijn gedicht dan de dijk ten noorden van deze boezem, is de reeds over lopende zuidelijke boezemkade van de Alm met zandzakken verhoogd, teneinde het verder indringen van water in het zuidelijk gebied te voorkomen. Hiertoe werd ook de brug over de Alm bij Steenen Heul gedicht. Aldus is een scheiding gevormd tussen het waterschap „De Drie Sluizen" enerzijds en „De Vier Bannen en „Noorder- afwateringskanaal" anderzijds. Het dichten van de dijken is als volgt geschied: Dijkgat a en Visserdijk. Provisorisch hersteld, waarbij het zand (voor zandzakken, enz.) is betrokken van de zuidelijke oprit van de toekomstige brug bij Sleeuwijk. Dijkgaten c en d. Ringkade tot 2 m N.A.P. opgetrokken en van een riet- bekramming voorzien (gereed 10 Februari). Het definitief herstel is daarna ter hand genomen. De werken staan onder toezicht van de Genie (fort Bak- kerskil). Het zand voor het dijklichaam'wordt betrokken van de fortomwalling. Dijkgat e. De grote omvang van deze doorbraak en de getijbeweging leverden bezwaren voor dichting op. Aanvankelijk heeft voor-

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 35