18
gebouwd, zodat de doorstroming van water van Niervaert naar
de Mark afgesloten werd. Het ten zuidwesten van deze dam
gelegen deel van de Mooie Keene viel daarna door lozing of
afmaling op de Mark droog.
Het verkeer over de provinciale weg KlundertZevenber
gen kon spoedig hersteld worden, hetgeen voor de bebouwde
kom van Klundert van het grootste belang was.
Nadat de polder Mooie Keene door lozing en afmaling op
de Mark watervrij was, konden de dicht gemaakte duikers in
de Boerendijk worden geopend, zodat de Oude Fijnaart (800
ha) waarvan een groot deel tot 0,10 a 0,20 m was over
stroomd, kon lozen en spoedig watervrij was.
De verdere drooglegging van polder tot polder werd ter
hand genomen, vooreerst door natuurlijke lozing, en door
bemaling met bestaande, eventueel herstelde, gemalen en door
hevels en noodgemalen. Als belangrijkste polder is te noemen
de noordelijke Vier Polders, 1541 ha, zo laag gelegen dat hier
tot 3,00 m water stond. Vooreerst wordt afgevoerd door de
sluizen bij Noordschans en aan de Roode Vaart. In werking
werden gesteld het electrisch gemaal te Noordschans, 100
m3/minuut, 3 dieselnoodaggregaten met een totale capaciteit
van 160 m3/'min. en 4 electrische noodaggregaten met een
totale capaciteit van 200 m3/min., terwijl het oude gemaal te
Noordschans gedreven door een Kromhoutmotor met capaci
teit van 40 m3/min. eveneens in bedrijf kon worden gesteld.
Het bestaande gemaal te Roode Vaart van 50 nr/min. zal
spoedig bedrijfsklaar zijn.
Langs Hollands Diep, Amer en Bergse Maas
van de Roode Vaart tot de Donge.
De Royale Polder, de Hamse polders en de Emiliapolder
Tussen Roode Vaart en de kom van Moerdijk werd de
buitendijk op 3 plaatsen doorbroken, lengten der gaten 30,
400 en 40 m. Op 500 m noordoost van de kom van Moerdijk
bij het gemaal van de Royale polder, genaamd Leegwater, viel
een gat van 35 m lengte.