62
DE RAMP VM_1_EEBRUAIII_1953
O Nederland, ons Vaderland,
Het duinen net hot strand,
liet de zwaar bebouwde dijken,
Die op stille wachters lijken,
Hot de zware poldergrondcn,
"Vaar vele nensen voedsel vonden,
Des zoners zag non het goudgeel graan
Op alle korenvelden staan
Het do stallen keurig vee,
Dat non vond op elke stee,
Het do vetgoncsto biggen,
Die non in hun hok zag liggen,
Het de volgeladen schuren,
Voedsel voor de winteruren,
Dat alles word als loon gesteld,
Voor hot zware werk op t arbeidsveld
In do polders nooie dorpen
Door deskundigen ontworpen
Do wegen, dat nag wel gezegd,
Haren keurig aangelegd.
liet ging bij do nensen naar hot vlees,
Daar alles op vooruitgang wocs
Haar Cats heeft eens een woord geschreven
En dat is nog altijd gebleven.
Zodra de vreugd het huis verblijd,
Dat droefenis tor stoope leid.
Do eerste Fcbruarinacht
Heeft groot onheil teweeg gebracht.
Een zware storm stak op in zee
En bracht voorwaar ccn vloedgolf nee.
IIet water had een stand genomen,
Die ninncr nog was voorgokoncn.
De wind, die sloeg de dijken weg
En baande voor hot zilte nat
Daar wcdcron een weg.
De ramp, die grote omvang had
Kan ik hier niet beschrijven.
En daarom heb ik mij bedacht
Om in de buurt te blijven.
Zo wil ik even blijven staan
Bij 't werk hier door ons volk gedaan.
Ons dorp, dat mocht men hier beleven,