op.
39
Zij antwoordden mij: Dat zal wel gaan.
Eedoeld fietspad gaat van TJrk langs de zeezijde
van de dijk naar de Lemmer, Een lengte van 25 km.
V3pg neem ik een besluit en brom dit fietspad
Toen ik zo ongeveer een half uur had gereden
overviel mij de eenzaamheid. Niemand zag ik, alleen
grote vogels waren de enige levende wezens, die my
afleiding gaven»
Doch steeds verder gaande zag ik reeds in de
verte enig leven van mensen.
Toen ik nader kwam en afstapte vroegen zij mij
hoe,ik hier was gekomen. Ik nam dat nogal humoris
tisch op, maar toch had ik de wet overtreden,
Hst liep gelukkig .goed af. Direct bemerkte ik
met iemand uit St. Phiiipsland, die ik kende, te
doen te hebben.
Het was Bram Verwijs. Hij deelde mij mede, dat dit
fietspad nog niet klaar was en dus niet bereden
mocht worden. -
Hij was overtuigd van mijn onwetendheid in deze
met het gevolg, dat ik -geen bekeuring kreeg, doch
nog wel hulp»
Ik moest nog'over een tamelijk hoge dijk, met
veel stoornissen en daarmede werd ik geholpen.
Zo kreeg ik de goede weg weer te pakken.
In de verte zag ik nu de Lemmer en in de krom
ming van de dijk een soort inham van het Yselmeer.
Daar zich hier enige mensen bevonden stapte ik ei'.
Zij hielden zich bezig met vissen. Iets heel
gewoons voor de mensen die hier woonden. Er wordt
met de hengel gevist. Even gekeken en een babbel
tje gemaakt. Ha hen een: sigaret te hebben aangebo
den maakte ik aanstalten om te vertrekken. Zij zei
den: Als TT wat vis wil medenemen, dan lean dat hoor.
Ik vond het buitengewoon fijn en zo kan ik na hen
hartelijk dank te hebben gezegd met enige karpers
verder reizen.
Ik bromde verder naar Lemmer, vandaar via Tjeu-
kemeer, Ecjtenerbrug over Holvega, Steenwijk naar
Meppel
Eén tocht van ongeveer 80 km. afstand had ik
achter de rug. Tegen 7 uur was ik weer thuis.
Spoedig kan ik mijn dochter verrassen met de
mooi verse karpers, die zich heel fijn lieten sma-