dat ik zelf geen hand kan uitsteken tot redding. Dat is harde werkelijkheid Van mensen mag men toch vernachten een hand tot redding uit te steken. Een droevige gedachte als dat niet mogelijk is. Tegen 4 uur richtte ik mijn schreden maar huiswaartsAls naar gewoonte ging ik om 5 uur ter kerke, waar Ds. Elseman voorging. In de morgendienst was de grote ramp al in zijn hevigheid nog niet doorgedrongen, doch in deze dienst was men zich "daarvan meer "bewust. Uit het woord, dat ons getracht word "bleek weer duidelijk, dat de mens niets vermag tegen de machtige elementen van de natuur. Het is nu Maandagmorgen 2 Februari en mijn plan is om te proberen Steenbergen te bereiken. Aanvankelijk meende ik, dat dit nog mogelijk was langs Vrederust over Moerstraten. Maar ook daar kon ilc met mijn brommer niet meer door. Dus ging ik terug en via het Anker over Kruisland. Togen 12 uur bereikte ik Steenbergen. Do reis is echter niet gemakkelijk geweest. Vele militaire wagens reden me niet een grote snelheid voorbij ep. ik moest vele malen afstap pen om. gevaar te ontwijken. In Steenbergen was het een drukte, waarvan men zich geen denkbeeld kan vormen. Militaire vrachtwagensalles reed af en aan. Het was precies of het land in oorlogstoestand verkeerde. Hu was het pas doorgedrongen welk een hulp er nodig was De heren Gcbr. de Druyn waren ook reeds druk bezig om hulp te bieden. Vele mensen uit St. Phi lips land, waar zij overbekend 2ijn, warén bij hun in huis Ha het eten kom ai er allerlei verhalen. Er worden er verteld over vluchten van het ene dak op het andere. Deze verhalen zijn echter teveel omvattend om ze hier---allen neer te schrijven. Toch wil ik iets mededelen van hetgeen een mens ineens pakt. liet trof mijdat een der aanwezigen zeii "Y/ij zijn nog zo gelukkig, wij hebben elkaar nog" on tegelijk zag ik hem een traan wegpinken.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1952 | | pagina 10