DOMBURGS MDNIEUWS
Strangepraot
Vanaf 4 juli:
'Signaturen', expositie van werk van Adri karman in het
Zeeuws Museum voor Natuurhistorie, Duinvlietweg 6,
Oostkapelle, dagelijks van 10.00-17.00 uur.
t/m 27 september:
'Aai eens een krokodil', een tentoonstelling over de huid
van mens en dier, Orangerie kasteel Westhove, Duinvliet
weg 6, Oostkapelle, dagelijks van 10.00-17.00 uur.
Van 12 augustus tot 12 september:
Kade A.l 19, een foto-expositie van Bepp> Everaers, voor
malig SBD/VVV-kantoor, Badhuisweg la. Domburg. Op
vrijdag, zaterdag, zondag en maandag van 14.00-20.00
uur.
Gymnastiek
Van 17 augustus tot 2 september Gymnastiek, dans
ontspanning op het Domburgse strand. Dagelijks ver
zorgd door Suzanne Hesseln. Van 9.00-10.00 uur. Aan
melding bij de VVV Domburg.
Jaarmarkt vuurwerk
Maandag 31 augustus a.s. zal wederom de traditio
nele feestmarkt worden gehouden. Ook dit jaar
wordt een grote verloting georganiseerd. Elke koper
ontvangt één of meer gratis loten die kans geven op
waardevolle prijzen. De prijzen zullen 's avonds om
21.00 uur bekend worden gemaakt via de reclamewa
gen. Voor de jeugd is er een leuke attractie in de
vorm van een groot luchtkussen.
De ondernemers en de marktkooplieden zullen hun
kranfèn feestelijk versieren. Voor de mooist versier
de kraam wordt door de gemeente een beker ter be
schikking gesteld.
Na afloop van de verloting zal om 22.00 uur op de
Hoge Hil het jaarlijkse spectaculaire vuurwerk wor
den ontstoken.
JAARMARKT MET VUURWERK!
DOMBURG
31 AUGUSTUS
Op 22 augustus 1987 overleed drs. P. J. (Pico) van
der Keen, 95 jaar oud.
Voor zijn vele vrienden en voor Domburg een groot
verlies.
Misschien wel de laatste homo universalis oude stijl
- door zijn grote kennis op vrijwel elk gebied en zijn
hoffelijke vriendschap was hij zijn leven lang een
vraagbaak voor jong en oud.
Voor hen, die het voorrecht hadden vaak in zijn ge
zelschap te verkeren, zal hij als vriend en nestor on
vergetelijk zijn.
Ik prijs me zeer gelukkig deel van hen te hebben mo
gen uitmaken.
Francisca van Houtum-van Vloten.
Tot hen behoort ook M. P. de Bruin, oud-hoofd van
het Zeeuws Documentatie Centrum en eindredac
teur van het Zeeuws Tijdschrift:
In memoriam P. J. van der Feen
Op 22 augustus 1987 overleed Pieter Jacobus van
der Feen op 95-jarige leeftijd in het Gasthuis te Mid
delburg. Hij werd op 10 april 1892 geboren te Stra
tum bij Eindhoven waar zijn vader griffier van het
Kantongerecht was. Hoewel de familie oorspronke
lijk van Friese afkomst is, verbleven leden van dit
geslacht generaties lang te Middelburg. Onder de le
den van de familie telde men predikanten, artsen en
ambtenaren van de rechterlijke macht. Ook voor
Pieter Jacobus w-as een academische loopbaan weg
gelegd. Na het gymnasium te Middelburg
(1905-1911) studeerde hij te Utrecht biologie. Aan de
ze universiteit legde hij het doctoraal examen af met
als hoofdvak dierkunde en als bijvakken plantkun
de en vergelijkende fysiologie. Hij kon in Zeeland
zijn gaven ontplooien in het Museum van het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen als con
servator van de zogenaamde „Steenenkamer" en het
kabinet van natuurlijke historie. De verslagen van
deze werkzaamheden in het „Archief' van het Ge
nootschap zijn ware "bronnen" voor de geschiede
nis van Zeeland. In het werk „De bodemkartering
van Walcheren" (1952) vindt men een samenvatting
van zijn onderzoekingen onder de titel: „Geschiede
nis van de bewoning van Walcheren tot 1250". De
waardering voor al het werk dat Van der Feen en zijn
echtgenote, dr. W. S. S. van der Feen-van Benthem
Jutting, voor het Zeeuwsch Genootschap deden,
werd uitgedrukt in hun benoeming tot ereleden.
Al vroeg toonde Van der Feen belangstelling voor de
archeologie waarbij ook de godin Nehalennia in het
bijzonder zijn aandacht had. Zijn vakgebied bleef
hem interesseren, ook de paleontologische zijde er
van; hij specialiseerde zich in zoogdieren uit het
Pleistoceen en huisdieren uit het Holoceen. In 1950
werd Van der Feen het beheer opgedragen van de af
deling Zoogdieren van het Zoölogisch Museum te
Amsterdam. In dit museum verzorgde hij ook het
tentoonstellingswerk. Inrichting, inventarisatie, ten
toonstellingen, kortom alles wat met musea te ma
ken heeft, kon bogen op zijn bijzondere interesse.
De heer en mevrouw Van der Feen-van Benthem Jutting
Hij stelde hoge eisen aan het wetenschappelijk be
heer waarvan een artikel in het Zeeuwse Tijdschrift
(1978) over het biologisch museum blijk geeft.
Over de opmars van de industrie maakte hij zich
grote zorgen; de vervuiling van het landschap, de
verwaarlozing van natuur en monumenten bezag hij
met een zeer kritisch oog. Zijn bekende mildheid
kon dan wijken voor bijtende ironie: Hel Middel
burgse stadhuis wordt misschien binnen afzienbare
tijd vervangen door een supermarkt. In de Abdij
wordt dan een pretpark ingericht". Zeeland was vol
gens hem een zo rijk gebied, dat degene die deze
rijkdommen veronachtzaamde onder-ontwikkeld
was (Zeeuws Tijdschrift, 1968). Zijn inzet voor de
totstandkoming van de Encyclopedie van Zeeland, is
een bewijs temeer hoe na de provincie aan zijn hart
lag.
Zijn onbaatzuchtige hulp aan jong en oud, zijn hu
mor en vooral zijn humaniteit, deden hem vele
vrienden maken. Hij zal bij velen in dankbare herin-
nering voortleven. Wij kunnen hier het best de vol
zin van prof. dr. H. Engel, die hij schreef bij de 80ste
verjaardag van drs. Van der Feen, herhalen: „Naar
mate Van der Feen ouder werd, was het het diepere
inzicht van de weliswaar nog altijd met jeugdig vuur
bezielde wijze bioloog, dat hem deed inzien hoe wei
nig belangrijk tenslotte de doctorstitel en een lijvig
proefschrift zouden zijn tegenover het werk dat zijn
handen te doen vonden bij het helpen van jongeren,
het stimuleren van de velerlei richtingen van onder
zoek in Zeeland, die hem interesseerden, het oplos
sen van interessante brandende vraagstukken, die
hij op zijn weg ontmoette".
M.P.d.B.
Op zoek naar een logeeradres?
l)e VVV help! U op weg!
VVV Domburg, Schuitvlotstraat 32, lel. 1342.
Deze keer een ingezonden stuk en u el van de heer F. H.
.1. Elout te Domburg.
l il de oude doos
Tot mijn spijt ben ik het niet eens met mijn liet e rien-
din F.L., waar zij in het Domburgs Badnieuws ls-S-'S7
schrijft:
..De eerste wereldoorlog maakte een einde aan Dom
burg 's bloei als badplaats. Het u erd stil in de tuin i an
Europa, een stilte die tol de tweede wereldoorlog
duurde".
Dit is alleen juist indien men Domburg's faam vanuit
een Europees standpunt bekijkt maar die internatio
nale faam was al veel eerder teloor gegaan, n.l. met het
ophouden van Dr. Mezger's praktijk.
Overigens is F.L.'s bovengeuite opinie niet zo onbe
grijpelijk, want zij heeft die na oorlogse tijd natuurlijk
niet meegemaakt; ik wél - althans tot 1926. Ovei de
crisis - dertiger jaren kan ik dus ook niet uit eigen be
levenisoordelen. maar over de.touting twenties" wél,
en ik kan U verzekeren dat ook toen Domburg al
thans in Nederland beroemd was iootal als
familiebadplaats.
Dit had verscheidene oor/aken:
In de Ie plaats door de goede verblijl's\oor/ieningen;
met name het Badhotel, dat toen nog in z'n fine fleur
was, maar ook vele uitstekende pensions, andere hotels
(l'Europe, Schuttershof, Strandhotel) etc.
In de 2e plaats doordat Domburg zielt steeds méér ottt
wikkelde tot een oord, waarin alles voor de kinderen
van de badgasten gedaan werd. (Kinderbals die nóg
bestaan-, smok kei wedstrijden, fortenwedstrijden,
vossejachtcn, kinder-tennistournooien en - voor slecht
weer - tafeltennis tournooien, enz. enz.).
Ten derde: het Badpaviljoen als gezelligheidscentrum
met concerten, dansavonden, de "Herensociëteit"
(borreltafel), danslessen o.l.v. professionals, tol rou
lette toe. Het Badpaviljoen werd toen geésploiteerd
door de Sociëteit "Luetor et Emergo"; dat was een
club, met ballotage - maar er w erd nooit iemand gede-
balloteerd; de mensen die er zielt niet thuis zouden voe
len waren nog wel zo bescheiden om geen lidmaatschap
aan te vragen. Het was dus a.lt.w. één grote familie
daar.
Ten vierde de in 1914 geopende golfclub, die toen al be
roemde spelers (met handicap par) trok, zoals
Snouek Hurgronje (de toenmalige secretaris-generaal
van Buitenlandse Zaken), Dcleourt van Krimpen en di
verse anderen.
Dit alles leidde tol een uitermate drukke en gezellige
bedoening, met zonder twijfel een exclusief tint je. Ten
camping was er toen nog niet; evenmin was er sprake
van veel "dag-toerismc"; er was dus ook weinig of
geen vraag naar andere dingen, dan die welke Dom
burg juist wel en zo bij uitstek bood.
Ik meen aan de na-gedachtenis van mijn vader, die dit
alles toenmaals leidde en vorm en inhoud gaf, verplicht
te zijn, dit weer-woord te geven.
Mijn dierbare oude vriend heel t volkomen gelijk als hij
mij erop wijst dat Domburg na de eerste w ereldoorlog
voor de Nederlandse families die er k u amen een bloei
ende badplaats is gebleven en zeer terecht noemt hij de-
grote rol die zijn vader daarin heeft gespeeld.'
Ik doelde op de bloei die Domburg tol die tijd had ge
kend, als internationaal gerenommeerde badplaats en
als kunstenaarscentrum dus.
Ik had daar zeker duidelijker in kunnen zijn!
F.L.