M DOMBURGS EADNIEUWS M In zijn dankwoord liet burgemeester Diepenhorst van Domburg weten zeer verguld te zijn met de onderschei ding voor 1987. 'We zullen er dan ook alles aan doen - en moeten doen - om hem ook de volgende jaren te behouden Toewijzingsgronden Aan het begin van de Blauwe Vlag-actie stond een en quête, gevolgd door een onderzoek ter plaatse. Een keurmeester van de organiserende instellingen bestu deerde allereerst de voorzieningen op het strand. De zorg hiervoor berust al tientallen jaren bij de Stichting Badplaatsbelangen Domburg, een gemeentelijke Stich ting, die voor een immens karwei staat - zeker als men zich bedenkt (je zou het deze slechte zomer bijna verge ten!) dat op een zonnige dag wel zo'n 20.000 mensen op de Domburgse en Oostkappelse stranden recreëren. De voorzieningen zijn op zo'n piek afgestemd en, in het topseizoen, het personeel ook. Doel is voor een ieder een veilig, vrolijk en 'schoon' verblijf op het strand mo gelijk te maken. Vandaar die grote inzet van middelen en mankracht en vandaar ook de regels waaraan de badgasten zich moeten houden. De inspanningen van de SBD verdienen een pluim, aldus het rapport: met recht zullen daarom, naast de gebruikelijke vlaggen, de Europese Blauwe Vlaggen op de stranden wapperen! Maar ook 'het achterland' kan volgens de Europese or ganisatie door de beugel: de algemene aandacht van de gemeente voor het milieu staat hoog aangeschreven. De kustgebieden worden extra schoongehouden, er is zorg voor het tijdig weghalen van het grotere aanbod van vuil in de zomer en de gemeente heeft een open oog voor milieu-educatie. Niet in de laatste plaats komt de eer voor dit alles toe aan de 12 man tellende buitendienst van de gemeente, die in de zomer zijn handen vol heeft aan het bijhouden van het hoge peil, dat (kennelijk ook door deskundige buitenstaanders onderkend) is bereikt. Enkele leden van de gemeentelijke buitendienst De Blauwe Vlag voor Domburg, een onderscheiding om trots op te zijn - maar het zou nóg mooier zijn als op den duur overal in Nederland Blauwe Vlaggen zou den wapperen! 's Ochtends vroeg CC/6 Jc///'//c '/£///C^C/Z/CCZ/ZC ^/y/>//6 CC/6 JC/6///C jZC///CC///C ^C'Cr/ 6C/6 JC/////C yC///66//ZC 06/6/:// door M. P. de Bruin Milieu is iets waar je midden in zit, wat je ziet, wat je ervaart of je nu in de omgeving van Domburg woont, of in Hulst, of je door de straten van Zierikzee dwaalt, of kijkt naar de welen in de om geving van Nisse: het is eender en anders al naar gelang je stem ming en net zoals de wisselende Zeeuwse luchten. Een weggeworpen, smerig frites-bakje kan je stemming doen ver anderen en je woedend maken. Troost kan je misschien putten uit de regels van Chris van Geel. waar puin ligt en een oude fiets keerde mijn schoen een kistje om3 ik keerde op mijn schreden, keerde het om, ik dacht misschien ligt het toch liever andersom. J. C. Bloem hoorde de geluiden op Walcheren en Jan Heijse zag de omgeving: Emmergerink, zwenglen van pomp en Water in doffe val, Daarna een holle stap van klompen In echoënde stal. Jan Heijse zag 't verreke en d'oenders ÜEUlRREKEiflUiBÜJEfllDERS Jjn Hrjst De trotse ringrijder van Jan Heijse, die 's avonds met de beker thuiskomt, moet 's anderen daags de 'vuulte' uit zijn land verwijderen. Cfk De poldernachten kunnen in de Zak van Zuid-Beveland eender zijn als in het gebied van het Groot Eiland in oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Vleugelhof vertolkte het op eigen wijze: Soms gaan wij nog door heldere poldernachten, verloren in het landschap van mijn jeugd met zilver mist gesponnen op de weel als oud boerinnenkantwerk nagelwit en met een vleug van oude kamergeuren. Twee eensgezinde reigers wieken snel, hunkerend naar eendrachtig droombestaan, naar een hoog nest tussen het bladgeruis. Jjt7 Htijst Zeeuws Polderlandschap Het 's avonds thuiskomen in Hulst, Domburg of Tholen is mis schien het best vertolkt door Bloem, die een stad op Walcheren als voorbeeld gaf: Dan keerde ik weer ter oude stede - Scheemrende in schemering - En reeds begon de nacht te breden Als mij haar wal omving. De stad wordt deel van je/elf. Je loopt de Abdij van Middelburg binnen en ervaart de woorden van Ritlcr: Wie het Abdijplein mijdt, zal nimmer ingaan tot Zcclands wezen. Ik weet met of er op héél de w ereld een plaats is als deze, een toegebouwde zaal onder den open hemel m ÜPK10IV rnjmmms «CMrtfti «Sm' at Beeldje van Philip ten Klooster in de kloostergang van de Abdij te Middelburg Maar het meest indringend spreekt de taal van het water: om met Ida Gerhardt te eindigén - aan de grote stroom getogen blijf ik het verbond bewaren. Bij de wereld in gebreke blijf ik naar het water aarden; mag ik met het water spreken, ademen zijn ademhalen zijn voorzeggingen vertalen.

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1987 | | pagina 5