DOMBURGS MDNIEUWS li m m i dzen&L fclcdz: fzz/z/zr'd/ vmzz ,Syc zzi> /^z/ ?<y fCi'/t f/f Yc/aytxy wzzi j&wedirfe Domburg kan, als het actief en zorgvuldig omspringt met de mogelijkheden, ook in de toekomst als badplaats een rol van betekenis spelen. Dat zou - in één enkele zin - de slotconclusie kunnen zijn van een onderzoek dat het Nederlands Wetenschappelijk Insti tuut voor Toerisme en Recreatie (N.W.I.T.) te Breda heeft ver richt rond de toeristische toekomst van Noord-West Walche ren. Op donderdag 16 juli werd het rapport, dat een kleine 50 pagina's omvat, in het bijzijn van Burgemeester P. A. I). H. Diepenhorst en andere prominenten, aangeboden aan de voorzitter van de Stichting Badplaatsbelangen Domburg, de heer L. Wattel. Opdrachtgever voor het onderzoek was de Rabobank te Dom burg. In dit artikel geven wij de Domburgse gemeenschap in vogelvlucht een beeld van de inhoud van het rapport. Voor belangstellenden is het rapport bij de Rabobank verkrijgbaar (ƒ10,-). Nog dit najaar zal rond het rapport een symposium worden georganiseerd voor iedereen die werkzaam is in de recreatie. Onderzoek op zijn plaats. Factoren als het aantrekken van de economie, meer vrije tijd en vroegere beëindiging van de loopbaan,, betekenen dat het toerisme momenteel wordt beschouwd als een kansrijke sec tor. Dat Domburg als typisch toeristische gemeente zich hier bij bezint op de mogelijkheden is dan ook een logisch gegeven. Daarbij komen vragen naar boven als: 'Wat is de huidige marktpositie, wat kunnen wij momenteel bieden en wat kun nen wij doen met de te verwachten ontwikkelingen Hoewel vele alerte ondernemers en hun organisaties frequent met dergelijke vragen bezig zijn - ook in Domburg - kunnen meer gedegen antwoorden pas gegeven worden nadat de fei ten zorgvuldig zijn onderzocht. Tegen deze achtergrond was het gehouden onderzoek dan ook zeker op zijn plaats. Wat heeft Domburg te bieden. Het mag nauwelijks verwonderlijk heten dat de huidige om standigheden een belangrijk gegeven vormen bij het kijken naar de toekomst. Daarbij bestaat volgens het N.W.I.T.-onderzoek het gevaar dat Domburg teveel teert op haar oude naam en faam als kuur oord. Het zou wenselijker zijn te zoeken naar specifieke ele menten die Domburg zullen onderscheiden van andere vakantiebestemmingen. Met deze onderscheidende elementen kan de plaats zich ver volgens beter en nadrukkelijker een positie verwerven. Het spreekt voor zich dat vooral dit gegeven dan ook is gebruikt om al bestaande plannen in Domburg - zoals rondom Amsterda, het Badhotel en 't Hof Domburg - kritisch te bekij ken en deze 'actief' in het rapport te verwerken. Eens het badleven.. Voor wie is Domburg straks een 'must'. In het rapport wordt terecht veel aandacht besteed aan de vraag op welke doelgroepen Domburg zich wil richten en wat hiervan de consequenties in omvang van toeristenstroom zou den zijn. Het bepalen van doelgroepen heeft in vele gevallen te maken met het doen van keuzes, hier ook. Tijdens het onderzoek werd hierover dan ook in eerste instan tie uitvoerig gediscussieerd met een breed panel afkomstig uit Domburg en Oostkapelle, maar ook uit de toeristische wereld en het bedrijfsleven. Deze discussie leverde uiteindelijk het volgende beeld op: Hoogseizoen: - Gezinnen met kinderen tot 15 jaar. Voor- en naseizoen: - Huishoudens zonder kinderen bestaande uit: a. aktieve jongeren van 25-45 jaar b. de groep van 45 jaar en ouder. - Gezinnen met kinderen tot 5 jaar. Rekening houdend met factoren als de herkomstgebieden van deze doelgroepen, de besteedbare inkomens en te verwachten trends, heeft het N.W.I.T. concreet onderzocht hoe groot de markt uiteindelijk is en welke kansen hieruit kunnen worden afgeleid. In haar rapport stelt het instituut hierover dat de ge kozen doelgroepen ruimschoots aanwezig zijn en dat zelfs nieuw te realiseren logies-accommodaties hieruit zouden kunnen putten. Een gunstig basis-perspectief derhalve, dat zich goed laat vertalen in een aantal interessante cijfers. Nederland en Duitsland als markt. Om te komen tot een cijfermatige benadering moet allereerst worden gesteld dat Nederland en West-Duitsland ook in de toekomst veruit de belangrijkste landen van herkomst van be zoekers zullen zijn. In Nederland geldt dat in de eerste plaats voor de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord- Brabant en Limburg. In West-Duitsland zijn dat de deelstaten Hamburg, Nieder- sachsen en Nordrhein-Westfalen. In deze gebieden wonen te zamen ongeveer 32,5 miljoen inwoners, waarvan er ruim 22 miljoen kunnen worden toegerekend aan de eerder genoemde gekozen doelgroepen. Anders gezegd: kijkend naar de groe pen die wij willen bereiken, mag dit aantal in eerste instantie als kansrijk worden aangemerkt. Niet minder dan zo'n 80% 17.5 miljoen inwoners) is af komstig uit Duitsland. Wanneer vervolgens rekening wordt gehouden met de factor inkomen en de 'bereidheid' in deze groepen om in Nederland hun vakantie door te brengen, dan ontstaat een inzicht van de omvang van het aantal verblijven in Nederland waaruit Dom burg kan putten. Hieruit blijkt dat vanuit de Nederlandse kansrijke gebieden niet minder dan 1,75 miljoen vakanties en 3,4 miljoen korte verblijven in eigen land worden gehouden. Kijken wij vervol gens naar de kansrijke gebieden in Nederland dan praten we over 0,8 miljoen vakanties en eenzelfde aantal korte verblijven in Nederland. In de cijfermatige benadering vermeldt het rapport tot slot nog dat de Provincie Zeeland in staat is om ruim 15% van het totale aantal binnenlandse en inkomende vakanties en ruim 7% van het totale aantal korte verblijven te realiseren. Cijfers die wat meer reliëf krijgen als we ons realiseren dat het Zeeuwse aandeel in de totale Nederlandse slaapcapaciteit ruim 9% is. Domburg heeft met 15.000 slaapplaatsen op haar beurt bijna 7% van de totale slaapcapaciteit in Zeeland. Toekomstperspectieven en ontwikkelingen. Wie vanuit de cijfermatige invalshoeken perspectieven zoekt voor de toekomst zal niet in de laatste plaats rekening moeten houden met een aantal te verwachten ontwikkelingen. Ook in dit opzicht is het NWIT-rapport duidelijk. Zij noemt in dezen tot 1995 elementen als 'ontgroening' van de Nederlandse bevolking, een lichte groei van de bevolking en een verandering in het aantal en de omvang van huishoudens. Per saldo verwachten de onderzoekers tot 1995 een lichte af neming van de binnenlandse vakanties. Opmerkelijker zijn wel de te verwachten ontwikkelingen ten aanzien van de logies voorkeur. Daar houdt men rekening met een toeneming van 20% van het aantal vakanties in hotel en pension tegenover een afneming van vakanties in tent en cara van. De categorie zomerhuis/bungalow blijft nagenoeg gelijk. Ook is opmerkelijk dat men verwacht dat het aantal vakanties dat wordt gehouden in het hoogseizoen met zo'n 8% zal gaan dalen. Daling is er niet voor het aantal korte verblijven, zo zegt het rapport. Tot 1995 mag daarin een stijging van 4% worden te gemoet gezien. Toekomstige gedragspatronen. Het spreekt bijna voor zich dat de onderzoekers zich wat de toekomstperspectieven betreft vooral hebben gebaseerd op de nu bekende gedragspatronen. Toekomstige generaties zouden wel eens een geheel ander gedragspatroon kunnen vertonen. Men wijst erop dat reeds nu een ontwikkeling merkbaar is die naar verdergaande individualisering leidt. De toerist van morgen zou in dit verband behoefte hebben aan rust en privacy. Wat heeft Domburg nu te bieden. Het is al eerder gezegd: bij het beschouwen van toekomstmo gelijkheden past het zeker ook te bezien wat Domburg en Oostkapelle nu te bieden hebben en belangrijker nog, wat de badplaats bij de consument aan beelden oproept. Het NWIT geeft haar indrukken als volgt weer: 'De naam Domburg geniet in Nederland en Duitsland grote bekendheid en roept het beeld op van een wat luxe, elitaire en daardoor wat duurdere, maar stijlvolle badplaats. Met name de oudere generatie denkt daarbij ook nog eens aan een kuuroord Al met al een uitstekende basis voor verdere uitbouw waarbij de kuuroord-gedachte gebruikt kan worden als onderdeel waarmee Domburg zich kan onderscheiden van andere badplaatsen. Pas op voor oude roem. Een belangrijke waarschuwing die in het NWIT-rapport wordt uitgesproken heeft ook alles met de huidige omstandig heden te maken. Gesteld kan worden dat Domburg in een aantal opzichten inteert op haar imago en wellicht zelfs wat te veel teert op oude roem. Men wijst hier, bij wijze van voorbeelden, op de staat waarin het Badhotel verkeert, het feit dat hotels en pensions met na me aan de duinrand aan renovatie toe zijn en op de rommelige inrichting van het binnenterrein van de duinen. Nieuwe ontwikkelingen en ideeën worden ten zeerste nodig geacht. In dit verband kunnen de nu beschikbare plannen Domburg nieuw elan geven. Domburg in de toekomst. Zijdelings is de toekomst van Domburg al in enkele, toon aarden aan de orde geweest. We noemen hier de kuuroord gedachte als onderscheidend gegeven en de plannen die op dit moment bestaan om te komen tot een vernieuwd gezicht. Deze plannen, de meeste Domburgers bekend, behelzen: - De elk-weer-voorziening te situeren tussen de camping en de kern Domburg. - Op het huidige overloopterrein van de camping 138 bunga lows bestemd voor verhuur. - Appartementen voor verhuur in het complex Amsterda met een hotel-garni invulling. - Plannen van BAM Projectrealisatie voor de bouw van 110 appartementen en 70 hotelkamers in het nieuw te bouwen Badhotel. Het Badhotel nu.. Naast deze plannen pleit het NWIT voor het ontwikkelen van een scala van activiteiten en faciliteiten om één van de wensen - seizoensverlenging/jaar-rond-exploitatie - mede te kunnen realiseren. De consequenties hiervan laten zich vertalen in een drietal scenario's, die in het rapport dan ook uitvoerig worden be handeld. Het succesvol toepassen van deze scenario's kan, zo zegt het NWIT, alleen maar slagen, als sprake is van een pro fessioneel management. Men doelt hierbij op professiona lisme in alle opzichten. Op individueel project-niveau, op het niveau van de Gemeen te in zijn totaliteit en ook bij inschakeling van derden voor za ken als promotie en distributie. Samen één sterk toeristisch Domburg. Het rapport is duidelijk in één opzicht. Projecten alleen, losstaand van elkaar hebben aanzienlijk minder kans van sla gen dan een gebundeld geheel. Immers, de consument beoor deelt Domburg en niet de aparte projecten of onderdelen bin nen de Gemeente. Samenwt nen de sterken. Zo valt t< ten beho Men slui gebruik bijgelege Projecte Enige vc bouw va diging d anderzij' hoefte o| Plannen I

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1987 | | pagina 4