DOMBURGS BADNIEUWS f Het onderwijs aan de meisjesschool van Sophie van Slee stond hoog aangeschreven; aandacht voor moder ne talen, maar evengoed voor handwerken en gym nastiek. Rika was zestien, toen ze de school verliet. 'Uit gaan' leek haar niets: ze wilde zich geestelijk verder ont plooien. Na bijlessen in Grieks, Latijn en wiskunde werd ze tot het gymnasium toegelaten, waar ze in 1905 eindexamen deed. De 25ste huwelijksdag van Rika's ouders in de tuin van de Lijsterhof te Domburg Matthieu Ghijsen had in 1900 'de Lijsterhof' aan de Weststraat in Domburg gekocht. Heerlijke zomers wer den daar doorgebracht. De al studerende broers brach ten vaak studievrienden mee, zeer tot genoegen van Ri ka en haar nichtje Suze Proos (niet zozeer omdat het mannen waren als wel om de vele verhalen over het studentenleven). Cortstraat 30, Middelburg Haar ouders hadden in 1905 het fraaie huis aan de Gortstraat 30 in Middelburg gekocht. Daar of in Dom burg werkte Rika aan haar proefschrift, als ze niet in Leiden - nu op kamers in de Groenhovestraat - verbleef. Toen in augustus 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, was ze in Zeeland. Al gauw zat ze midden in het werk voor de Belgische vluchtelingen. Haar proefschrift werd uiteindelijk afgerond in 1919, ze promoveerde op 8 juli van dat jaar. De jeugd en huwelijksjaren van Betje Wolff vormden het onderwerp van haar dissertatie. Het daarbij laten wilde ze niet; ze besloot zich te gaan bezighouden met de tweede helft van Betje Wolffs leven en haar samen werking met Aagje Deken. Haar naam is onverbrekelijk verbonden aan het Woor denboek der Zeeuwse Dialecten, dat tussen 1929 en 1964 tot stand kwam. Een immens karwei, lichter ge maakt door het enthousiasme van de vele medewerkers, verzwaard, onder meer, door de brand van mei 1940 in de Provinciale Bibliotheek te Middelburg, waarbij veel materiaal verloren ging. pupebenne pupebenne smal, langwerpige mandje voor pijpen (veroud.), nog geg. d. W. (Kod.: Ok.; Grij.); Z.B. (Gs.: Ier.); NB. (Kam.); T.; Phi.: Sch.-D. (Kwv.; Bh.; Hsd.; Nwk.); Z.V.W. (Rtc); G.; Ofl. (Mdh.; Smd.); Overdracht.: smal huis (pijpela): Z.B. (Gs.: Ier); Phi.; Sch. (Zr Rrs.; Bh.); G.; Ofl. (Mdh.; Smd.). Hendrika Catharina Maria Ghijsen werd op 22 novem ber 1884 in Middelburg geboren als dochter van Mat thieu (Mattheus) Ghijsen en Nellie (Petronella) Proos. Matthieu Ghijsen was, evenals F. Wibaut, directeur van de Middelburgse houtfabriek op 'Achter de Houttui nen'. Beiden voelden zich sterk tot het opkomende soci alisme aangetrokken; Wibaut in de SDAP-lijn, Ghijsen meer Fab/an-gericht. De kinderen Ghijsen werden in grote geestelijke vrij heid opgevoed. Het gezin was buitenkerkelijk, maar wel degelijk in godsdienstige kwesties geïnteresseerd. De Ghijssens kenden in maatschappelijk opzicht een sterk verantwoordelijkheidsgevoel, zo zetten zij zich onder meer in vooi beter onderwijs en betere arbeids omstandigheden (om te beginnen natuurlijk, samen met Wibaut, in de houthandel). Daarnaast waren zij grote natuurliefhebbers en wandelaars. In de bomenrijke tuin van de houtzagerij, het ouderlijk huis, werd 'rovertje' gespeeld; in het huis zelf werd door de bewoners heel wat - en vaak heftig - gediscussieerd en regelmatig waren er enorme toneeluitvoeringen, waar bij niet zelden het hele huis overhoop werd gehaald. Bij ons kon altijd alles, zou Rika Ghijsen later zeggen. Van 1890 tot 1897 volgde Rika de lagere school in Mid delburg, daarna, tot 1902, de meisjesschool van Mej. van Slee en vervolgens tot 1905 het gymnasium aan de Latijnse Schoolstraat. Rika als gymnasiaste met haar ouders en broers Huib en Willem in de tuin van het huis op 'Achter de Houttuinen' In die tijd ontstond haar liefde voor de muziek; ze zong graag, speelde piano en later ook viool, 's Winters deed ze enthousiast mee aan de kinderoperettes, op touw ge zet door 'de dames Luteijn' en later, tot haar huwelijk met Huizinga, voortgezet door Mary Schorer. Lezen kwam echter altijd op de eerste plaats. 'Het lees- orgel' noemden haar broers haar. Rika (links) met haar nichtje Suze Proos omstreeks 1903, aan het Domburgse strand In september 1905 begon Rika aan haar studie letteren in Leiden. Onderdak vond ze in het bekende meisjes huis van 'juffrouw Kuenen'. De studie kwam de eerste twee jaar een beetje in het ge drang, zeker ook omdat haar broers trouwden, maar vooral door het nieuwe leven, zanglessen en de 'studentenelub'. Het kwam zo ver, dat Rika erover dacht de studie op te geven, maar uiteindelijk stortte ze zich er energiek op, deed ze haar candidaats in 1909 en, inmiddels in huis bij de familie van Groningen, haar doctoraal in 1913. Ze besloot zelfs te promoveren en wel op Betje Wolff, voor wie ze grote bewondering had. Betje Wolff en Aagje Deken In 1920 verhuisde de familie Ghijsen permanent naar Domburg. Rika kreeg een mooie, grote werkkamer aan de achterzijde van het huis. Haar onderzoek verliep aanvankelijk heel vlot, on danks afleidingen als lezen en musiceren met de Vaan dragers, de oprichting van een 'Winterclub' die lezingen organiseerde, in de zomer de lampionnenoptocht, tennis- en croquetpartijen, hernieuwde zang- en vioollessen. Rond 1923, toen haar vader stierf en toen ze toe was aan de laatste levensperiode van Wolff en Deken, kwam daar verandering in: het onderwerp leek haar niet meer zo boeiend. Een verzoek om oude Zeeuwse teksten in te zamelen en van commentaren te voorzien - een overzicht van alle Nederlandse streektalen was het oogmerk - greep ze dan ook met beide handen aan. klap-(klep-)kurf, -kurve1) hengselmand, sluitend m. twee kleppen, boodschappen- of reismandje: Z.eil.; Z.V.W.; L.v.Ax.; Hit.; G.; Off; Aant.: klepkurf geg d. W. klapkurf (Mdb. en omg.; Osb.); T.; Sch. (Bh.) Z.V.W. (Bks.; Cz.)-, L.v.Ax.; Ofl.; Uitdr.: Ie ao ok wi 'êêl wat op s'n klap kurf: weer heel wat aan te merken: geg. d. Ndp. Zie: bagge; klapmande; spóór- mande; sluutkurf. 1) plaats, vorm kurf, zie dit wrd. Dit was, zo realiseerde ze zich later, het begin van haar dialectwerk. Maar ze kwam er al gauw achter dat je, als je niet doorkneed was in het tegenwoordige dialect, het in oudere teksten niet kon ontdekken. In de aanvanke lijk beoogde vorm werd het werk dan ook niet voortge zet. De in 1928 te Goes opgerichte Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek stimuleerde haar echter tot on-

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1987 | | pagina 4