DOMBURGS BÜDNIEUWS
I
I
Op 21 december 1891, als baby van tien da-
gen, maakte Chrisje van Schagen, in het
koetsje van Jhr. Boddaert, zijn entree op
Domburg waar hij logeerde in het Badpavil
joen, in een champagnemandHier begon
de relatie met zijn dorp, die vaak is onder
broken, maar nimmer eindigen zal.
Woorden van mr. dr. Johan Christiaan Ja
cob van Schagen (1891-1985), dich
ter/schrijver en schilder/graficus. Geboren
in Vlissingen, bracht hij zijn jeugd door in
Middelburg en Domburg. Na zijn hbs-tijd
werd hij bediende op een effectenkantoor
en vervolgens ambtenaar ter provinciale
griffie. In 1913 deed hij staatsexamen, ging
rechten studeren in Utrecht, later in
Amsterdam en vond na zijn afstuderen
werk bij de Hoofdinspectie der Visscherijen
in Den Haag. Hij trouwde in 1918 met Willy
Dalman. In 1920 werd zijn dochter Joosje
geboren.
Willy Dalman en Chris van Schagen (1916)
Twee jaar later publiceerde De Stem Nar
renwijsheid. Van 1924 tot 1942 was Van
Schagen gemeenteambtenaar te Rotterdam.
Toen politieke omstandigheden hem dwon
gen zijn post te verlaten, ging hij zich toeleg
gen op de beeldende kunsten. Na een ver
blijf van enkele jaren in het midden des
lands, vestigde hij zich in het begin van de
jaren vijftig weer in Domburg.
Daar verschenen vanaf 1963 zijn in eigen be
heer uitgegeven Domburgse Cahiers, later
voortgezet als Schiftselreeks. (Waarom
hebt U voor de Domburgse Cahiers en uw
andere privé-uitgaven niet gewoon een uit
gever gezocht? Van Schagen (1969): 'Ik
vond het vervelend er mee te leuren. U weet
hoe dat gaat: je stuurt je manuscript en je
krijgt maanden later bericht, dat ze er toch
niets in zien.).
In 1965 overleed zijn eerste echtgenote Wil
ly Dalman, in 1966 hertrouwde hij met Jo
Wezenaar. Vanaf dat jaar was Domburg 's
zomers, Deventer 's winters zijn
woonplaats.
Na Narrenwijsheid, dat in 1925 in boek
vorm verscheen, publiceerde Van Schagen
ondermeer Litanie (1928), Onderaardsch
(1946), Flarden van den Wind (1946),
Zeeuws Reflexen (1953) en vanaf 1963 de
Domburgse Cahiers, later de Schiftselreeks.
In 1971 verscheen Ik ga maar en ben, een
keuze uit Van Schagens werk door R. Nieu-
wenhuys en K. Schippers; in datzelfde jaar
publiceerde André Oosthoek een monogra
fie over Van Schagen, Ik ga maar en ben,
dubbelbeeld van J. C. van Schagen.
In samenwerking met het Zeeuws Docu
mentatiecentrum kwam in 1982 Zeeuwse
Reflexen Complexen uit en tenslotte ver
scheen in 1985 het eerste deel van Archief
van Schagen, een overzicht van Van Scha
gens poëzie. Deel II zag het levenslicht in
1986, daarin werd een keuze uit Van Scha
gens prozawerk en een fotobiografie
opgenomen.
J. C. van Schagen
Zijn dagprogramma kende in die jaren een
vast patroon, zoals blijkt uit een artikel in
de Haagse Post van 9 december 1961: om
7.00 uur het bed uit, om 9.00 uur 'aan dete-
kenarij', omstreeks 10.00 uur een uurtje
wandelen door bos of langs strand, 's mid
dags 'weer picturaal werken', bridgen of
luisteren naar het pianospel van zijn vrouw,
's avonds nog 'een duuntje pikken zoals alle
ouwe Domburgers' en om 22.00 uur naar
bed om daarin tussen waken en slapen 'lite
rair' bezig te zijn.
J. C. van Schagen
Deel III verschijnt vandaag, 2 mei. Het zal
correspondentie, een bibliografie en repro
ducties van beeldend werk bevatten. De
reeks is zeer verzorgd, prachtig uitgevoerd
en biedt een uitstekend overzicht van Van
Schagens werk. Onmisbaar voor de liefheb
ber! Rijst de vraag waarom een uitgebreide
biografie ontbreekt. Weliswaar zijn vele
van Van Schagens prozaschetsen autobio
grafisch, is deel II voorzien van een fotore
portage en bezitten wij in André Oosthoeks
Dubbelbeeld een zeer verzorgde en interes
sante monografie, maar een bijgewerkt le
vensverhaal missen wij nog.
Een symposium en een tentoonstelling van
Van Schagens grafische werk zullen de ver
schijning van het derde en laatste deel van
Archief van Schagen luister bijzetten.
Het symposium wordt ingeleid door M. P.
de Bruin (Van Schagen vanuit zijn Zeeuwse
achtergrond), T. van Deel ('het contra
geluid'), K. Schippers (Van Schagen als
beeldend kunstenaar) en B. Wineke (Van
Schagen als literator).
M. P. de Bruin (zie verder bij medewerkers
Accent van Schagen);
T. van Deel (Apeldoorn, 1945), neerlandi
cus, wetenschappelijk hoofdmedewerker
Moderne Letterkunde aan het Instituut
voor Neerlandistiek van de Universiteit van
Amsterdam; schrijft kritieken in Trouw en
Vrij Nederland. Publiceerde naast gedich
ten en bloemlezingen onder meer Bij het
schrijven, gesprekken met Rutger Kopland,
Gerrit Krol, Jan Kuijper, Willem Brakman
en Jeroen Brouwers (1979) en Recensies,
keuze uit tien jaar dagbladkritiek (1980); hij
verzorgde nagelaten verhalen en gedichten
van Vestdijk en recent verschenen De kom
ma bij Krol en andere essays 1986) en Ach
ter de waterval, gedichten (1986).
K. Schippers (Amsterdam, 1936), pseudo
niem van G. Stigter, literator, fotograaf,
beeldend kunstenaar en filmer; publiceerde
onder meer De waarheid als de Koe (1963),
Barbarbereen keuze uit tien jaar,
1958-1968 (1968, met J. Bernlef en G.
Brands), Een avond in Amsterdam (1971),
Holland Dada (1974), Bewijsmateriaal
(1978), Het formaat van Man Ray (1979) en
Beweegredenen (1982).
B. Wineke (Delft, 1935), dichter, vertaler en
schrijver van hoorspelen, verzorgde radio
programma's over poëzie; publiceerde de
dichtbundels Introspectrum (1969) en Een
zeker verblijf (1985), samensteller van een
bibliografie van JKvan Eerbeek 1967) en
van deel I (1985) en deel II (1986) van Ar
chief van Schagen.
Na afloop van het symposium zal mevrouw
J. W. van Schagen-Wezenaar het deel van
het verharde duinpad langs het Domburgse
strand, waar Van Schagen zo graag een
duuntje pikte - van het strandpaviljoen de
Toko tot het strandpaviljoen de Oase - do
pen tot Boulevard van Schagen.
Ook het Domburgsch Badnieuws neemt
deel aan de feestelijkheden; het besteedt in
dit ter gelegenheid van de Van Schagen-dag
vervroegd verschijnende nummer uitge
breid aandacht aan zijn oud-redacteur!
Kostelijke verhalen zijn er dankzij Van
Schagens herinneringen bewaard gebleven.
Zo schreef hij in de zomer van 1973 een
reeks artikeltjes voor het Badnieuws over
hoe het vroeger was. Hij begon met een
waarschuwing: Het was niet allemaal zo
dierbaar, als men wel graag van Opa's ver
wachtEn moeilijk onder één etiket te
vangen. Domburg was toen veel armoeiïger
en tegelijk was er méér en hóger chic. Het
was lelijker en mooier, ruwer en beschaaf
der, bekrompener en liever - er is misschien
maar één woord dat alles dekt: het was naïe
ver. De meeste dorpen op Walcheren waren
agrarisch gericht, Domburg was een zee
dorp. Stropen en jutten waren schering en
inslag. Het lijkt wel, of de mensen toen niet
zo makkelijk onderling verwisselbaar waren
als nu. Ze leken allemaal niet op mekaar.
'Oorspronkelijk een spel, waarbij men met
pijl en boog schiet op nagemaakte vogels
(gaaien), die aan een hoge staak zijn be
vestigd, in Domburg en Oostkapelle schiet
men met een jachtgeweer.
Volgens sommigen is het Gaaischieten ont
staan in de 16e eeuw. In die tijd stuurden
aan de rede van Domburg gelegen marine
schepen hun officieren aan land om
scheepsvolk te ronselen. Hieraan werd een
schuttersfeest verbonden en daaruit zou het
Gaaischieten zijn voortgekomen. Dat het
schuttersfeest van toen een waar festijn was,
blijkt wel uit de wijze waarop het nu nog
wordt gevierd - drankjes zijn even onont
beerlijk als het geweer.
Het jaarlijkse motto van de Gaaischieters
heeft altijd betrekking op iets dat voor de
gemeente van belang is of was, in 1985 - kort
na Van Schagens overlijden - was het 'Ik ga
maar en ben Praat maar niet, ik weet het
al.
Als de oude bomen, platanen zowaar, die
vroeger bij Westhove aan den Noordweg
stonden, krom en kreupel en knoestig en
verwaaid, unica! Oude karresporen in een
stenige grond, eigenzinnig en niet te veran
deren en niemand die erin voort kon dan de
man zelf. Eigenlijk een mirakel, dat we zo
met elkander opschieten konden. Heel veel
humor kwam daaraan te pas maar die had
den ze en het werkte!
De twee badmannen bijvoorbeeld, Thijs
van der Welle, met zijn Maatje, links, voor
het Damesbad en den ouden Bruinen (Sin-
kc) rechts op het badstrand voor het Heren
bad. Thijs was aardig, ....Den Bruinen was
aardig voor de Heren, maar niet voor de
jongetjes.
Toen waren de mensen kleuriger, consta
teerde Van Schagen, hij voegde er aan toe:
nu is de kledij het.
Wie weet nog van de Sommerhoffs..was de
oude Mevrouw Elise Sommerhoff soms niet
een dochter van Robert Schumann en Clara
Wieck Op haar 86ste is ze hier overleden en
begraven. Wie weet nog van de Russische
prinsen'Koedasjef en Stroganoff?
Er.... waart om denaam Koedasjef nog een
legende van een diep betreurde, jonggestor
ven vrouwfndie zo van blauw hield - in zijn
Petersburgse paleis zou hij een kamer heb
ben gehad, waar letterlijk alles blauw was,
en toen er eens een foto genomen moest
worden, mocht de fotograaf niet binnen
vóór hij én zijn apparatuur eveneens volko
men geblauwseld waren.
Zeeuwse en andere karakters gaan voor je
leven; steden als Domburg, Middelburg en
Veere ook.
Dat Van Schagen óók voor de Zeeuwen en
in het bijzonder voor de Domburgers leeft,
blijkt wel uit het Gaaischieters-motto van
1985. Het Gaoischieten op Domburg wor
telt in tradities. Eén keer in het jaar heeft het
plaatsen wel op de le vrijdag na St. Jansdag
(24 juni).
In dit Accent van Schagen vindt u gastbij-
dragen van:
M. P. de Bruin (Middelburg, 1922), oud-
hoofd van het Zeeuws Documentatiecen
trum, eindredacteur van het Zeeuws Tijd
schrift en historicus, publiceerde onder
meer Zeeuws Prentenboek (1968, met L. W.
de Bree), Zeeland bij gaslicht 1974, met Ti-
na Kannegieter), Aan de rede (1975), Kleine
geschiedenis van de Delta (1979) en Waken
en bewaren, 100 jaar Provinciale Wa
terstaat Zeeland 1981).
Sarika Góth (Wenen, 1900), schilderes,
dochter van de Hongaarse kunstschilder
Maurice Góth, maakte de Domburgse
'Toorop-periode' mee, volgde de Academie
in Den Haag en lessen bij Hans Hofmann in
Munchen en André Lhote in Parijs. Tot in
de jaren vijftig schilderde en tekende zij
voornamelijk portretten, daarna kwam het
accent steeds meer te liggen op stillevens,
monotypes en collages.
Anton Korteweg (Zevenbergen, 1944),
dichter, neerlandicus, hoofdconservator
van het Letterkundig Museum in Den Haag;
publiceerde onder meer de dichtbundels
Niks geen Romantic Agony 1971Eeuwig
heimwee drijft hem voort (1973) en De
stormwind van zijn hand (1975).
Charlotte Mutsaers (Utrecht, 1942), neer
landica, schrijfster, critica, schilderes en il
lustratrice, docente aan de Rietveldacade
mie in Amsterdam; publiceerde onder meer
Het circus van de geest (1983), Hazepeper
(1985) en Mijnheer Donselaer zoekt een
vrouw (1986)
Andreas (Laurentius) Oosthoek, ('s-Heer
Arendskerke, 1942), is chef-redacteur van
de PZC en publiceerde veel beschouwingen
op cultuurhistorisch terrein. Deze zomer
verschijnt zijn dichtbundel 'De bladen te
rug' bij Meulenhoff te Amsterdam.
Jo van Schagen-Wezenaar, echtgenote van
Chris van Schagen (1966-1985), was lerares;
grote liefde voor poezie en
voordrachtkunst.
Hans Warren (Borssele, 1921), ornitho
loog, dichter, schrijver en criticus; publi
ceerde onder meer Pastorale (1946), Said
(1957) en Tijd (1986); een bundeling van
zijn werk kwam uit in 1972, Verzamelde ge
dichten, en onlangs verscheen deel 6 van
zijn opzienbare reeks 'Geheim Dagboek
vanaf 1951 criticus bij de Provinciale
Zeeuwse Courant.
Chris van Schagen