Advertentiën en Adressen. Voor zoover de voorraad strekt, zijn, uitsluitend bij den uitgever C. H. J. van Benthem Jutting. St. Pieterstraat F 33 Middelburg, nog verkrijgbaar: Complete jaargangen van het Domburgsch Badnieuws van af 1884. Ook wat de baden betreft heeft de eerste helft van September nog veel goed gemaakt en zou bij goed weer zeker nog veel meer goed gemaakt hebben. Over de verschillende badstranden was het aantal baden in 1910 als volgt verdeeld: Heerenstrand993 Damesstrand1841 Gemengd strand. 3127 te zamen 5961 Aan het slot van dit korte overzicht nog een paar woorden over een tweetal feestelijkheden welke werkelijk geslaagd genoemd mogen worden. Jn de eerste plaats denken we aan den feestavond ten bate der Vereeniging „Ter wille van het Kind", welke plaats had in de z g. Kuil van Hoogduin Een woord van hulde aan de dames die het feest op touw zetten en aan alle medewerkers is hier zeker op z'n plaats. Hoe fantastisch was de verschijning der Zigeunerbende met den zwart gebaarden hoofdman in rooden mantel voorop hoe aardig was de optocht der bloemenver- koopsters, hoe schoon klonk de zang in de stilte van 't bosch, en last not least hoe aangenaam was 't na den dans te laven aan champagne- of thee-bar of rustig zich de hand te doen lezen in het mysterieuse waarzegsters-tentje. In de tweede plaats denken we aan de muzikale soirée van 25 Augustus een' niet officieelen avond, die niet mocht wor den aangekondigd in Badnieuws of amuse- mentenlijst, maar niettegenstaande dat, een groot aantal badgasten Paviljoenwaarts deed gaan en deed genieten. Een verslag van dien avond werd door de medewerkers en medewerksters niet ge- wenscht, een woord van dank echter mogen wij ook hen hier wel brengen. Jammer dat even een wanklank het schoone van dezen avond verstoorde. Wij doelen op het wanordelijk gedrag van een gedeelte van het publiek buiten de zaal, op het terrein van het Badpaviljoen. Waar het Bestuur der Zeebadinrichting zoo welwil lend is het publiek tijdens concerten en andere feestelijkheden steeds tot hare terreinen toe te laten, zou men een dergelijk optreden niet verwachten. De zaak is echter, dat men rechten meent te hebben daar waar men louter dankbaar moest wezen voor genoten gnusteu. Voelt men zich dan te kort gedaan in die ver meende rechten, dan zijn er nog personen te vinden, die zich niet ontzien de eigen dommen der Zeebadinrichting te bescha digen, vergetende wat die Zeebadinrichting voor Domburg geweest is en nog is. Verge tende ook, of niet wetende welllicht dat die Zeebadinrichting op geheel belanglooze wijze is gesticht en thans nog wordt beheerd uitsluitend ten voordeele van Domburg en zijne bewoners en zeker niet beseffende dat bij herhaling van dergelijke wandaden het Bestuur der Zeebadinrichting niet zal schromen maatregelen te nemen welke Domburg's ingezetenen zeer onaangenaam zouden zijn. E. KOCTÜRAE door J. DIERKENS. (Slat Dit alles overdacht Berthus in weinige seconden, terwijl hij daar stond te turen naar de schuine kloof bovenin het hout. De vloer leek onder zijn voeten te deinen en de hand, welke den kandelaar met de flikkerende kaarsevlam hield, beefde lich telijk. Hij nam dan een stoel, gelijk hij twintig jaar geleden had gedaan waar was Helena P nimmer had hij haar meer teruggezien en de vlam dicht bij de kloof houdend, keek hij Maar de scheur was te nauw, geen lichtstraal drong tot het inwendige door. Berthus, staande op den stoel, speurde rond. Aan den muur hing een foto. Deze nam hij er af en met den haarspeld, welke hij daartoe strekte, peuterde hij in de spelonk van het verstek. Er kwam eindelijk een groezel puntje te voorschijn. En toen trok hij het onder stof bedolven strookje heelenal uit zijn schuilplaats. Berthus steeg het bloed naar de wangen. Hij zette den kandelaar op tafel, schoof den stoel bij en ontvouwde daarop het kleine minnebriefje, dat hij met zijn hart (van veertien jaren!) had geschreven. Het papier was vergeeld, maar in het onverganklijk schrift stonden de woorden, welke hij zich zooeven zóó helder had herinnerd, dat het hem was, alsof een stem ze hem toefluisterde. In de stilte van den nacht, bij het laaiende lichtje, leefde het lang voorbije voor zijn geest weer op en een groote weemoed beklemde hem. Er kwam een moment, dat het leek, alsof in een hoek der kamer Helena stond, de Helena van toén, en zij zwijgend naar hem keek. Maar ook gleed een vage glimlach over zijn gezicht, bij het besef van de wrange levens-ironie: hier, in deze kamer, als getrouwd man, dat briefje te herlezen Eensklaps werd hij uit zijn diep gepeinzen opgeschrikt door een licht gedruisch. In stinctief verfrommelde hij het (compromit- teerendpapiertje en borg het in den zak van zijn sjamberloek. Hij luisterde. De trap kraakte, een voetstap naderde. Zijn vrouw trad binnen. Wat doè jij hier? klonk het op een toon van gerechtvaardigde verwondering. Hij stond op Neen, hij was geen held. In die ééne seconde raasden de vragen door zijn hoofd: „wat moet 'k haar zeggen? wat moet 'k doen P waarmede kan 'k m'n houding dekken hoe kan 'k 't haar begrijpe- 1 lijk maken P" En zij scheen zijn verschriktheid (maar er is een verschriktheid, die de vertwijfling nabij komt!) van zijn gelaat te lezen. Man? waarom wat is 'rP! Zij stonden tegenover elkaar, de kaars op tafel tusschen hen in. Doch dat was hem te ondraaglijk; niet zoo van aangezicht tot aangezicht. Hij nam den kandelaar; en zich een pose van zelfbespottende flink heid gevend, antwoordde hij lachend „hoe onnoozel, jij ook naar beneden ge komen, ha ha ha och, ik kon niet slapen eu ik wou, 't is zoo mal, ik weet eigenlek zelf niet te zeggen wat'k wou, misschien is 't de reactie op 't vreemde van weer in dit huis te zijn daarom och, je bent niet altijd je aandoeningen meester, 't is 'n beetje kinderachtig van me geweest, ha ha ha, laten we, als behoorlijke echtgenooten, weer kalm naar onze bedden gaan, en probeeren te slapen, ha ha ha Hij lachte zenuwachtig wild. En gegeven het feit, dat hij haar de waarheid niet durfde te zeggen, was lachen het eenige middel, waarmede hij zich uit de benardheid ver mocht te redden. Maar school er in dat lachen geen simboliek? Was het onder- grondsch geen uitlachen van de krab belende laf heid, welke eigen is aan verreweg de meesten des sterken geslachts? Fiat insertio: Schrijvers laatste hatelijk heid behoeft geen zijner genooten zich erg aan te trekken, dewijl elk hunner zich zonder gevaar voor dadelijke controle kan achten als niet te ressorteeren onder de veelheid van „verreweg de meesten". Aarde 1910 (n. Chr.) NEVEL O, laat uw Geest in d'Engte niet verdwalen* Gelijk een Herder op een hei van mist: De Wolken zweven wichtig; weggewischt Is 't mulle zandspoor; klingen zien als dalen, Omneveld trekt de zon terug haar stralen Geen lijn van licht die 't uitzicht ver gewist In 't Vage, waar d' Onzekerheid beslist* Schuilen de spitsen weg die gang bepalen* De schapen gaan als duist'rende Gedachten* Wegdeinend in den mist, benauwd in 't [nauw* Beangst voor 't klam, verkillend over dachten. O, dooie niet aldus, in geest'lijk grauw, Uw Ziel: zij ga niet weif'lend naar 't vol brachte* Maar vast, in 't licht der goddelijke gouw* Augustus 1908. ZOMER-AVOND. De maan schijnt weggevloeid tot wank'le [lijnen t Als vale vogel-trek, zoo droom'rig spoedt Zomer ten einde, weemoed in 't gemoed^ Wijl 't Wereld-licht al aarz'lend staat te- [kwijnen... In d' avond-scheemring sluipens-stille ont- [schijnen. Kleuren der aarde, of haar ontzinkt der [moed r In 't asch-grauw van gebluschten Levens gloed Verscheidt de Vreugde in stervens-bange- [pijnen* Toch blaakt in mijne Ziele 't fel verlangen* De Geest-drift, om te scheppen 't Eeuwig en;. En aan de borst met jeugdig vuur te [prangeua Het Beeld, dat in haar worstelt, om het rein Wereld-weldadig Leven blij t' ontvangen* Dat zingt vrij uit zijn Goddelijk Befrein* 1910. DE GEBOORTE DER KUNST. In reine Vreugd van 't sluim'rend Idealer De ziel gelijk een stil-besloten Gaard Die, dicht omheind, z'n heiligheid bewaart;. Het mystisch Loover luwt de zonnestralen. Al vreemd gerucht schijnt weggevaagd van. [d'aard' In wijding van half-duist're schemer-zalen Waar drijft de stemming heil'ger Kathe dralen En Geest-drift gaat met in-gehouden vaart. Bijst plotseling een stemme: stil gefluister* Aanzwellend rhytmisch tot geruisch van [klanken Als een Opstandings-licht breekt door het [duister. Straks stijgt de Zang, bevrijd, in vol ont- [ranken r Het God-lijk Woord ont-bond, wat lag in [kluistea-;,- En heel de gaarde bloeit in blijden luister. 22 Juli 1906. Agent: „van Gend Loos". I. GOUDSWAARD, Bestelhuis Café SCHRIER, Domburg. Antiquiteiten (Delftsch Aardew., Porselein, Zilverw.) W. G. BAL, Middelburg, Krommeweele L 26-27. G. A. VAN BEIJNUM, Middelburg, Segeerstraat H 79. J. A. WILLEKES DU BOIS, Middelburg, Wal B 42. Apotheek en Laboratorium. J. C. VAN DER HARST J.Jz., Firma De Blaecke de Lioky Zoon, Middelburg, Kortedelft G 7. L. K. VAN DER HARST J.Jz., Middeib.,PoUenmarktK412.

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1910 | | pagina 2