Het seizoen 1908.
goed Een Verzoek en een Tegenverzoek.
Keisgelegenheden.
Stoomtram Walcheren.
WINTEEDIENST 1908.
(Amsterdamache tijd.)
Vertrek van Domburg:
7,40 10,40 1,35 4,15 6,55 9,37
Aankomst Middelburg:
8,49 11,48 2,43 5,23 8,03
Aankomst Vlissingen station SS.:
8,52 11,51 2,46 5,26 8,06
Vertrek Vlissingen station SS.:
9,20 12,15 2,55 5,35 8,15
Vertrek Middelburg;
6,25 9,23 12,18 2,58 5,38 8,18
Aankomst Domburg:
7,30 10,32 1,27 4,07 6,47 9,27
Tot Koadekerke.
BADSTOELEN
te buren tijdens den badtijd:
gedurende den tijd, dat de huurder achter
eenvolgend den stoel bezet houdt,
f 0,10 (roode kaarten),
per week 1,(witte
maand 3,(blauwe
seizoen 6,(gele
Het publiek wordt beleefd verzocht de
Directie in het uitoefenen der controle
behulpzaam te zijn, door toe te zien, dat
het op de kaart vermelde bedrag overeen
stemt met het betaalde.
WANDELINGEN enz.
De buitenplaatsen Westhove, Duinbeek
en Berkenbosch zijn voor het publiek
gesloten, maar voor vreemdelingen, ver-
blijfhoudende op Domburg, zijn wandel-
kaarten beschikbaar en te verkrijgen in
de hotels en pensions voor de daar
vertoevende logés, bij eigenaren of gérants
dier inrichtingen, voor de verdere logés
in het dorp, door tusschenkomst van
hen bij wie zij logeeren, bij den Directeur
der Domburgsche Zeebadinrichting tot
wien ook ingezetenen van Domburg zich
ter verkrijging van wandelkaarten, moeten
wenden.
„Ten opzichte van Westhove zij nog
„opgemerkt, dat het kasteel als zoodanig
„niet te zien is, maar dat zij die belang
stellen in het Herstellingsoord
„voof liiiidejren daar gevestigd, en
„die inrichting wenschen te bezichtigen,
„daartoe gelegenheid hebben lederen
„Woensdagmiddag van S-4
„ure, maar ook alleen op dien dag en
„die uren, aan welke bepaling streng de
„hand zal worden gehouden en waarvan
„niet kan worden afgeweken."
De bosschen en duinen van Hoogduin
(voormalig Overbosch van Duinvliet) zijn
voor het publiek gesloten.
Voor badgasten te Domburg vertoevende,
zijn echter op persoonlijke aanvrage
wandelkaarten verkrijgbaar bij den Directeur
der Domburgsche Zeebadinrichting. Inge
zetenen van Domburg kunnen bij genoemden
Directeur mede wandelkaarten bekomen.
Wisselkantoor.
Tot wisseling van buitenlandsche munt
speciën bestaat bij den heer H. M. Kesteloo,
Hulppostkantoor, gelegenheid.
Nummer 13 van het Domburgsch Bad-
nieuws kondigt ons wederom het naderend
einde van een seizoen aan en evenals het
vorige jaar blaast het Badnieuws reeds
vóór het officieele einde van het seizoen,
den laatsten adem uit zulks in verband
met z'n vervroegden geboortedag.
Doch ook met 't seizoen is 't feitelijk
gedaan en 't kleine sprankje leven dat het
nog bezielt, behoeft ons niet te weerhouden
de traditioneele lijkrede uit te spreken.
Aan 't slot van een dergelijke rede in
no. 13 van den 258ten jaargang, spraken
wij den wensch uit dat „1908 ons weer
eens een mooien zomer zou brengen
Hoe slecht die wensch vervuld is, weten
we allen: Juli bracht ons vrij
weer, maar helaas weinig
en Augustus, vooral de tweede helft
wel, 't kon al niet erger!
En toch valt over 't bezoek aan onze
hadplaats niet te klagen, vooral als men
eens gaat vergelijken met andere, grootere
badplaatsen vanwaar de droevigste klaag
liederen tot ons komen.
Volgens de wekelijksche opgaven in het
Domburgsch Badnieuws, bedroeg het aantal
badgasten in dit jaar 1878, meer dus nog
dan in 1906, dat tot dusver bovenaan
stond.
Bovengenoemd aantal was als volgt ver
deeld over het dorp en de verschillende
hótels en pensions:
In het dorp en verschillende villa's 678
In het Badhótel362
In het Strandhótel122
In het Schuttershof326
In het hótel de l'Europe 304
In het pension Klein Duinoord 49
In het pension Wilhelmina 37
Te zamen dus 1878
Vergeleken met de overeenkomstige ge
tallen van een zestal voorafgaande jaren,
namelijk
in 1902 1184
1903 1221
1904 1379
1905 1579
1906 1869
en „IV 071714
maakt 1908 dus wat dit betreft een
zeer goed figuur.
Het seizoen is dan ook velen nog zeer
meegevallen; de jammerkreten, die men
reeds in 't begin van Juli alom hoorde
slaken, over niet verhuren en over de
slechte kans van te verhuren, bleken over
't algemeen voorbarig te zijn geweest.
Voor velen zelfs was de afgeloopen
zomer een zeer goede ik denk b. v. aan
't hotel Schuttershof en verscheidene pen
sions, die voortdurend goed bezet en ge-
ruimen tijd zelfs overvol waren.
Ook het aantal baden is 't weer in
aanmerking genomen nog meegevallen.
Er werden namelijk tot heden toe 5661
baden gebruikt tegen
3424 in 'tjaar 1902
36ê9 1903
4651 1904
4834 1905
6382 1906
en 5869 1907
Van die 5661 baden komen er 581 voor
rekening van 't Heerenstrand, 2194 voor
't Damestrand en 285:6 voor 't Gemengde-
strand.
In 't geheel dus een paar honderd baden
minder dan in 1907, maar hoe weinigen
zullen er ook zijn die wat voelen voor
't verfrisschend bad, als de lucht al zóó
frisch is, dat de dames zich in 't bont
hullen en men loopt te rillen langs 't strand,
als ware 't in het hartje van den winterP
Ook over 't bezoek aan het Badpaviljoen
valt niet te klagen het aantal leden
bleef vrij wel stationair.
Van de binnenbaden werd tengevolge
van het gure weer meer gebruik ge
maakt dan gewoonlijk.
Een bijzonderheid welke het seizoen
1908 kenmerkte en het wel langer dan
zijne voorgangers in de herinnering van
velen zal doen voortleven, was wel het
vorstelijk bezoek, waarmede onze badplaats
werd vereerd.
Het rustige van Domburg en de heer
lijke omgeving hebben naar men ons
verzekerde ook voor hen een groote
bekoring gehad.
Ook zal de vrijheid waarmede onze vorste
lijke bezoekers zich konden bewegen
een vrijheid die over 't algemeen zeer ge
respecteerd werd, er veel toe hebben bij
gedragen hen een aangename herinnering
aan onze badplaats te doen mede nemen.
Wij meenen dan ook de hoop te mogen
uitspreken dat het hunnerzijds bij dit
eene bezoek niet zal blijven, doch dat wij
ook hen evenals onze vele geregelde
bezoekers een „tot weerziens" mogen toe
roepen.
E.
der Vlissingsche Badcourant gaarne onder
staand „Tegenverzoek", dat wij in no. 14t
van bovengenoemd blad vonden, in het
Domburgsch Badnieuws over.
Zonder ons als verdediger te willen
opwerpen van den schrijver van „Een
verzoek", wenschen wij echter voorop te
stellen, dat de overname van onderstaande
dichterlijke ontboezeming niet moet wor
den beschouwd als een bewijs van onvoor
waardelijke instemming onzerzijds.
Verre van dat, want nog liever dan de
„dames van wat kan me deren, schuin-
marcheerders enz. enz." van den schrijver
van het „Tegenverzoek", zagen ook wij
in 't geheel geen dagjesmenschen, hoe
ongaarne wij het „betere gedeelte derzel-
ven" ook voor Domburg zouden missen.
En hiermede zal een ieder die Domburg
goed kent ook zelfs „de man daar ia
't Schuttershof" het eens zijn, want,
wie Domburg goed kent, weet dat die
„dames en schuinmarcheerders" van den
Tegenverzoeker de logeergasten deftig
of anderszins >- waarvan Domburg het
in de eerste plaats moet hebben, zouden
verdrijven.
Maar hoewel de Tegenverzoeker het
met Domburg ongetwijfeld goed meent
Domburg goed kennen doet hij zeker niet?
dit meenen we alleen al te mogen opma
ken uit het feit, dat hij onzen reed»
lang overleden vriend Scheijbelee eert
plaatsje doet innemen in den Bazaar.
P. J. E.
TEGENVERZOEK.
Iedere zaak kan van twee kanten beke
ken worden en het is steeds goed ze van
twee kanten te beschouwen. Daarom nemen
wij met toestemming van de Eedactie
Domburg met Uw paalhoofdstranden,.
Wilt Gij mij Uw Woord verpanden.
Dat Gij, en Uw Hoogen Hill
Met den Tijdstroom meegaan wilt
Uw schrand're adviseur
Gaf U den perfiden raad:
Blijft bij Uw deft'gen ouden staat,
Houdt dagjesmenschen van de deur.
Zoo'n advies klinkt erg antiek,
Gesloten deuren politiek
En waar dat elders wordt gelezen,
Doet dat denken aan Chineezen.
Zóó'n starre badplaats deftigheid
Eaakt thans 'n een beetje uit den tijd..
Zoo'n raad klinkt m' erg behou'elijk,
Aristokraats oud-vrou'elijk,
Zoo zoo Ouden wijn in nieuwe vaten -
(Middelburgsch nog daar gelaten.)
Neen vóór- of medegaan, dat moet
Of, men raakt onder den voet
Ongeacht wat 't ook betreft,
En zaak is 't dat men dat beseft.
En, op 'n badplaats nota bene!
Laat ze komen, komen, komen!
Vijffrangen, nikkels, kluten, ponden,
Van alles door mekaar zou 'k meenen,.
Ouderlingen, zonder zonden,
„Chic met stam- of zonder boomen,
Dames van wat kan me deren,
Schuinmarcheerders, knik-knie-heeren,
Laat ze komen, velen, velen,
M'n hemel wat kan 't ons toch schelen!
Mits ze maar brengen van dat goed,
Ge weet welwat men slaat met hamers*.
Wat arbeid prettig maakt en zoet.
Wie deftig zijn wil houdt z'n kamers.
Had Domburg niet 'n tram gekregen,
Ja, lag 't als voorheen, nog afgelegen*.
Maar nu aan 't wereldnet geregen,
Houdt nu dien Tijdstroom maar eens tegen
En, nu staat nog 't vliegen voor de deur,
Ach arme arme adviseur.
Het moog' U al of niet bevallen,
Straks komen z' uit de lucht gevallen,
En Uw angstvallige traditie
Komt onder twintigst eeuwsconditie.
'k Wed als G' in Schuttershof ging vragen*.
Of niet 't bezoek van vele magen,
De voorkeur heeft bij deftigheid,
Dat de man daar, gulweg, ja op zeidP
En vraag gelijk ook 't zelfde maar,
Bij Schijbelaar, in de Bazaar.
Domburg hoeft niet bang te zijn.
Al komt er nóg zoo grof door fijn.
En 't beste wat ik het kan wenschen.
Isenorm veel dagjesmenschen
Benevens: massa's deftigheid,
Zóó eischt 't de geest van onzen tijd