Wandelkaart van Domburg en Omstreken.
De Stoomtram „Walcheren".
HET SCHUTTERSHOF TE DOMBURG,
3) zijn bezitters en bewoners.
Prijs 75 cent.
Te Domburg verkrijgbaar bij M. J. SCHEIJBELER.
Hulppost- en Hulptelegraafkantoor
te Domburg.
Geopend tot 15 September:
Op werkdagen 7,30—11,30; 12,302,30;
5,30—7,30.
Op Zondagen 7,308,30; 12,301,30.
Vertrek der posten 7,25; 1,6,20.
Aankomst 7,40; 1,20; 6,35.
Des Zondags alleen de eerste verzending
en aankomst.
Bodeloop DomburgOostkapelle.
Alleen op werkdagen na aankomst van
post 6,35.
Alles Spoortijd.
Dombnrgsche
Revolver Schietvereeniging.
Vreemdelingen worden als buitenleden
aangenomen. Contributie 1,per maand
of per gedeelte van een maand. Informa
ties worden verstrekt door den Directeur
der Zeebadinrichting.
WANDELINGEN enz.
De buitenplaatsen Westhove, Duinbeek
en Berkenbosch zijn voor het publiek
gesloten, maar voor vreemdelingen, ver-
blijfhoudende op Domburg, zijn wandel-
kaarten beschikbaar en te verkrijgen in
de hotels en pensions voor de daar
vertoevende logés, bij eigenaren of gérants
dier inrichtingen, voor de verdere logés
in het dorp, door tusschenkomst van
hen bij wie zij logeeren, bij den Directeur
der Domburgsche Zeebadinrichting tot
wien ook ingezetenen van Domburg zich
ter verkrijging van wandelkaarten, moeten
wenden.
„Ten opzichte van Westhove zij nog
„opgemerkt, dat het kasteel als zoodanig
„niet te zien is, maar dat zij die belang
stellen in het Herstellingsoord
„voor kinderen daar gevestigd, en
„die inrichting wenschen te bezichtigen,
„daartoe gelegenheid hebben lederen
„Woensdagmiddag van 3-4
„ure, maar ook alleen op dien dag en
„die uren, aan welke bepaling streng de
„hand zal worden gehouden en waarvan
„niet kan worden afgeweken."
De bosschen en duinen van Hoogduin
(voormalig Overbosch van Duinvliet) zijn
voor het publiek gesloten.
Voor badgasten te Domburg vertoevende,
.zijn echter wandelkaarten verkrijgbaar bij
den Directeur der Domburgsche Zeebad
inrichting. Ingezetenen van Domburg
kunnen bij genoemden Directeur mede
wandelkaarten bekomen.
In de leeskamer liggen de volgende
tijdschriften en couranten ter lezing:
TIJDSCHRIFTEN.
London News. Eigen Haard.
London Magazine. de Huisvrouw.
L'Hlustration. Nederland.
Revue des deux mondes. Aarde en haar Volken.
Le Rire. De Huisvriend.
Die Woche- De Natuur.
Fliegende Blatter. De Navorscher.
Ned. Spectator. Vragen van den dag.
De Wereldkroniek. De Gids.
Uilenspiegel. HollandBche Revue.
Hum. Album.
COURANTEN.
Nieuws van den Dag met Middelburgsche Courant.
Zondagsblad. De Scherpschutter.
Utrechtsche Courant. Indépendance.
Nieuwe Rotterdammer. Le Figaro.
Algemeen Handelsblad. Köloische Zeitang.
Weekblad Amsterdammer. Courier de Schéveningue
Haarlemsche Courant. Domburgsch Badnieuws.
Uit het kastje met boeken in de leeszaal,
dat weder met eenige werken vermeerderd
is, kunnen badgasten, houders van toegang-
kaarten, dagelijks tusschen 11 en 12 ure
des voormiddags, boeken ter lezing krijgen,
mits men het nummer van het boek en zijn
naam teekene op eene lijst bij den kaste
lein voorhanden. Voor jeugdige lezers zal
door de ouders moeten worden geteekend.
Uitstapjes te voet:
Gaande door de manteling en terug door de
bosschen en duinen van Hoogduin (voor
malig overbosch van Duinvliet) uur).
Gaande door de manteling en het landgoed
Westhove en terug door de bosschen en
duinen van Hoogduin (voormalig over
bosch van Duinvliet) uur).
Langs den straatweg tot aan het landgoed
Schoonoord, vervolgens links af, en door
de bosschen van het landgoed Duinbeek
of van Berkenbosch terug (1% uur).
Naar de Oranjezon, door de manteling ach
ter Westhove en terug langs het land
goed Zeeduin. (3 uur.)
Naar Aagtekerke en over Oostkapelle terug
(2 uur).
Naar Westkapelle en over Aagtekerke
terug; de zeedijk en lichttoren te bezien
(3/2 uur).
Aan de bezoekers der badplaats is het
wandelen over deze landgoederen door de
eigenaren welwillend vergund.
Verloren voorwerpen.
Een broche, terug te bezorgen bij den
kastelein van het Badpaviljoen.
Een bruinlederen portemonnaie, inhou
dende papier- en zilvergeld, gaande van
't strand te Domburg, naar de bosschen
en van daar naar de Hooge Hil. Tegen
belooning van 10,terug te bezorgen
bij den Heer L. C. Breebaabt, Bogaard
straat, Middelburg of bij Mevr Bijndbbs,
Weststraat, Domburg.
Gevonden voorwerpen.
Een zilveren vingerhoed.
Een metalen beursje, te bevragen Direc
teur Zeebadinrichting.
De Stoomtram „Walcheren" vervoerde
in de maand Augustus 38638 pas
sagiers.
Zij is er, hoor, en rijdt wat goed
Door Zeeuwsch Arcadie heen,
Verbindt veel dorpen met elkaar,
Die misten dit voorheen.
Zij rijdt en dit is óók veel waard
Zeer zacht en toch zeer snel,
Haar wagens zien er netjes uit
't Is alles goed en wel.
De „Walch'ren" laat ons Walch'ren zien
In al zijn schoon en pracht!
Wie had zoo iets nog kort geleên
Op Walch'ren wel gedacht?
Verdwenen is de hobbelkar,
Die naar de badplaats reed
En passagiers als rommelzoo
Steeds door elkander smeet.
Het kostbaar rijtuig en de tol
Zijn goed voor rijke liên,
Maar minder rijken willen ook
Zeer gaarne wel wat zien.
En Domburg met zijn „Manteling"
Zijn een bezoek wel waard,
Geen wonder dus dat men daarvoor
Zeer graag twee kwartjes spaart.
Dorpen aan de tram gelegen
Boept met ons voor 't Comité,
Dat de tram ons heeft gegeven,
Een herhaald en luid: „Hoezee"!
P. A. J.
(Slot.)
Tot den tijd, waarin genoemde schetsen
vervaardigd werden, maakten verscheiden
eigenaars goede zaken en zal het
spit een kustwerk voor zijn tijd, in de
koopakten bij name vermeld in de
drukke Zomerdagen niet veel rust gehad
hebben om de talrijke bezoekers van het
toen zeer gewilde gebraad van speenvarkens
te voorzien. De overlevering wil dat, om
de menigte dier diertjes, die hier verorberd
werden, inplaats van een haan een speen
varken op den toren geplaatst was, maar
weet niet te zeggen, zooals dit meer
met overleveringen gebeurt, wanneer
dit plaats had. In officieele stukken vond
ik er nooit gewag van, op de zoo even
genoemde schets is er kennelijk later een
bijgeteekend en zoo ziet men ook op de
prentbriefkaart iets aan de spits van den
toren, dat meer op een borstelig dan op
een gevederd dier gelijkt
In het laatst der 18e eeuw kwam voor
de bewoners van het Schuttershof een
kwade tijd aan. In Middelburg was na
genoeg alle handelsdrukte verdwenen en.
daarmede de welvaart, de groote bron
van vertier te Domburg. De Fransche
tijd gaf daaraan als het ware den nekslag
en bleef het een kwijnende toestand ook
daarna. De buurman uit De witte leeuw
was zelfs de baas geworden en herbergde
de menschen van den eersten rang. De
kleine luiden waren voor het Schuttershof.
De badinrichting, in 1834 tot stand
gekomen, deed voor het Schuttershof betere
dagen aanbreken, bracht te weeg, dat het
gebouw in 1838 tot logement werd inge
richt, ook door het aanbouwen van boven
kamers, in het geheel uit zijn vervallen
staat opgeheven en eene verjonginskuur
onderging, waarbij de straks genoemde
schoorsteen, als minder dienstig voor eene
zomerlokaliteit, werd weggeruimd; zijn
tuin de groote aantrekkelijkheid der
inrichting een beter aanzien kreeg.
Sedert dien tijd moge de zaak nu eens
met meer, dan met minder succes gedreven
zijn, verval heeft ze niet meer gekend.
Zooals ik reeds mededeelde, was ze in
1777 in het bezit gekomen van Jan Boude-
wijnse, wiens dochter, Catharina, gehuwd
geweest met Pieter Sinke, ze in 1807
overnam uit den boedel harer moeder,
om ze in 1822 over te doen aan hare
dochter Maatje Sinke wed. Lourense.
Deze heeft het Schuttershof dus in diep
verval gekend, maar tevens het genoegen
gesmaakt het door vlijt en geschiktheid
voor de zaak tot eene onderneming op te
heffen, die haar de middelen verschaft
heeft voor een onbezorgden ouderdom.
Bij velen was zij dan ook om hare goede
hoedanigheden bekend en gewaardeerd.
De Middelburgsche dichter Altorffer sprak
dus ongetwijfeld in veler geest, toen hij
haar in den eersten jaargang van ons
i Badnieuws, op haar 90 jaardag (18 Sep
tember 1883) bezong
Beed8 in 1863 had zij het Schuttershof
aan haar zoon (Jan Lourense) verkocht,
doch bleef het nog jarenlang met hem en
zijne vrouw (Antje) bewonen en in de
zaak behulpzaam. Zeker zal de nieuwe
eigenaar de Nimrod der streek bij
de jachtliefhebbers in lang niet uit het
geheugen gaan.
Ook hem was de onderneming toever
trouwd en de fortuin genegen, zoodat hij
in 1881 zijne zaak kon overdoen aan zijne
beide neven, de heeren gebroeders Scheele.
Dezen zijn er al spoedig op uit geweest,
gedrongen door de behoefte, het gebouw
te vergrooten, door bijbouw eener ruime
eetzaal en opbouw van een aantal logeer
kamers en zij hadden succes want, nu drie
jaar geleden, lieten zij de exploitatie over
aan hun neef, den heer D. H. Scheele,
die thans de zaak drijft. Dat hij niet
alles ik meende haast te zeggen bij
het oude maar ik zal zeggen bij het
bestaande zal laten, bewijst de nieuwe
inrichting der buffetkamer, naar oude
gegevens. Hij ga zoo voort en oogste,
als zijn voorgangers, een rijken oogst van
een goeden arbeid
Domburg. H. M. Kebteloo.