DE GROOT, D A N S M 11DI K, COxNCEllT de Vlissiiigsclie Kurkapel, Abdij, Middelburg. Faiences de Delft, poreelaines et meubles antiques, peintures, dinanderies etc. Specialité: Cabinets de Zélande. Gevonden voorwerpen. Een paar handschoenen, gevonden in de leeszaal. Terug te bekomen bij den kaste lein op het Badpaviljoen. AMUSEMENTEN. Groote Zaal van liet Badpaviljoen. Zaterdag 30 Juli en Zaterdag 6 Augustus 1904. Yoor kinderen tot 9 uur. Entrée 25 cent. Aanvang 7 uur. Houders Tan kaarten hebben vrijen toegang. Donderdag 4 Augustus 1904, te geven door Directeur: de Heer R. REKKER. Entrée f 0,50. Aanvang 8 uur. Houders van kaarten hebben vrijen toegang. Houders van dagkaarten met bijbetaling van 25 cent Zeiltochten. Dagelijks (uitgezonderd Dinsdags en Vrijdags) zullen bij goed weer twee tochten ieder van c.a. 2 uur, met een hoogaars worden gemaakt, die voor het badstrand zal zijn gestationeerd. Kaarten tel bekomen bij den kastelein op het Badpaviljoen tegen betaling van HEN GULDEN per persoon. Dinsdags en Vrijdags kan het vaartuig voor den ganschen dag worden afgehuurd. Aanmelding bij den Directeur der Zeebad inrichting vóór half tien 's morgens op bovengenoemde dagen. Kaarten te bekomen bij den kastelein op het Badpaviljoen tegen betaling van TIEN GULDEN (per dag). Wordt het vaartuig Dinsdags en Vrijdags niet afgehuurd dan worden de gewone twee tochten gemaakt. In dat geval zal een rood met witte vlag worden geheschen aan de mast bij het Badpaviljoen. De uren van afvaaTt zullen dagelijks op het Badpaviljoen worden bekend gemaakt. Doniburgftche Revolver Schiet vereeniging. Vreemdelingen worden als buitenleden aangenomen. Contributie I,per maand of per gedeelte van een maand. Informa ties worden verstrekt door den Directeur der Zeebadinrichting. Domburg Golf Club. Terreinen achter het Hoenderpark (West- kapelsche weg). Zomerlidmaatschap voor Heeren 7,50. Voor Dames/2,50. Intro ductie per dag/1,Inlichtingen worden verstrekt door HH. hotelhouders en door den kastelein op het Badpaviljoen. Aan de gasfabriek gelegenheid tot ber ging van clubs enz. Ballen, clubs en verdere benoodigdheden verkrijgbaar bij den Heer Scheijbeleb, tegenover het Bad paviljoen. Wisselkantoor. Tot wisseling van buitenlandsche munt speciën bestaat bij den heer H. M. Kesteloo gelegenheid. LES DUNES. Les dunes aux parois vert-jaunes, Les monts minuscules de la mer, Sont dans leurs rangées monotones Comme des forts, défenseurs de la terre, Des forts sans allure martiale, Des forts sans aspect guerrier, Defiant les tempêtes glaciales, Repoussanfc les flots courroucés. D'apparence paisible et coquette, Elles valent les roches de granit. Toujours vertes, fleuries et proprettes, Doucement elles repoussenfc 1' Ennemi, V Ennemi entre tous redoutable, Le Monstre toujours aux aguets, Qui, comme le Dragon de la fable De chair humaine se repaifc. Et qui, non content des offrandes De cadavres et de naufragés, Voudraifc attaquer la Hollande, Submerger le pays tout entier. Mais elles veillent, nos blondes dunes! Elles sont la, dominant 1' Océan, Inflexibles et sans trêve aucune Faisant leur devoir vaillamment. II arrive que la mer furibonde Triomphante leur enlêve un lambeau, Mais de nouveaux obstacles aux ondes Se forment, et repoussent les eaux. C'est ainsi qu'a travers les ages Elles défendent notre sol natal, Opposant aux odieux ravages De Neptune leurs flancs de métal. A nos blondes dunes: hommage! A nos monts de sable: salut! Que toujours elles défendent nos plages, Poursuivant leur tres noble but. Dombourg, Juin 1904. v. V. over aan de „burgers" (het was nog in den vrijheidstijd) Maarten Ponse en Pieteb Wabbe, die deelmaakten van een sloopers-gezelschap te Middelburg. De dagen van Overduin als buitenplaats waren dus geteld, want toen gezegde burgers hun gekochte twee jaren later weder van de hand deden, was er geen sprake meer van een heerenhuis, doch wordt Overduin slechts eene hofstede genoemd. In 1839 nam het andermaal en op luisterrijke wijze ecne plaats in de rij der buitenverblijven in, toen Mr. de Jonge van Ellemeet er een fraai landgoed van maakte, waar hij in 1862 de eer genoot Z. M. Koning Willem III bij diens- bezoek aan Zeeland, te ontvangen. Te recht kan men met Beeloo van de^ hier besproken streek zeggen lieflijk oord Door geen penseel te malen! Daar heerscht een stilte, slechts gestoord Door 't lied der bosch-koralen, Hier rijzen beuken, slank en trotsch, Als pijlers naar den hoogen, En vormen lanen in het bosch Gewelfd als tempelbogen; Gindsch schemert door het kreupelhout Een plek, waar 't heilig donker Des wonds versmelt in vloeiend goud,. Door 't prachtig lichtgeflonker. a; ZEELANDS TUIN. Voorheen vond men er nog de buiten plaats Burgvliet, die in i7i9 door de erfge namen van Pieteb de Labistbate, commis saris van de monstering, verkocht werd aan Mr. Pieteb de Hdijbebt, heer van Burgh, lid van den Raad van Vlaanderen te Middelburg. Als de plaats bij den ver koop niet den naam Burgvliet gedragen had, zou men veronderstellen, dat de eige naar ze naar zijne heerlijkheid had genoemd. Nu heeft de naam wellicht slechts eene beteekenis, als de namen Stadswijk, Zee- rust en dergelijke. De opeenvolgende eigenaars hadden van den markies van Veere (den Prins van Oranje) het Slikkebosch, dat eene uitge strektheid had van ruim 17 gemeten, in eeuwigdurende erfpacht. In 1889 werd daarin eene eendenkooi aangelegd. In 1788 ging Burgvliet in eigendom over aan Jan Pozoly, die, naar ik meen, te Middelburg een handel dreef als tegen woordig b.v. de heep Ronca. Zijne weduwe verkocht de buitenplaats met heerenhuis enz., ter grootte van 41 gemeten, in 1805, aan den landbouwer Jan Wondergem, waarna ze denkelijk wel spoedig haar rang van lustplaats zal verloren hebben. Zeeduin, zooeven genoemd, behoorde in 1697 aan Abnoldüs Rijx, doch toen was er nog geen sprake van een heerenhuis en wordt ook de naam niet vermeld. Dezen ontmoette ik eerst in eene akte van 14 Februari 1743, waarbij de weduwe van Arnoldus Stocke, kapitein ter zee in dienst der Admiraliteit van Zeeland, te Veere, aan Jan Jobissen Scheeudeb, te Middel burg, de hofstede met heeren- en boeren woning, schuur, stallen en annexe plantage, ter grootte van ruim acht gemeten, over draagt, benevens nog ruim twee gemeten vroonland, die aan genoemden Rijx door den Domein raad van den Prins van Oranje in eeuwigdurende erfpacht was uitgegeven. In 1770 verkocht gezegde Schbeudebs het goed, nu ruim 21 gemeten groot, aan Mr. Anthonij HuiJ8Man te Middelburg. Verder hebben mij de geraadpleegde bronnen geen licht verschaft. Het prachtige landgoed blijve nog lang een sieraad van het oord! Overduin met heeren- en boerenhuis, groot 44 gemeten, behoorde in 1701 aan de vrouw van Hdbbecht de Hase, reken meester van Zeeland, wiens boedel, dat al zeer weinig met zijne betrekking strookte, bij zijn dood insolvent was. In 1739 verkocht Samüël Coenbaad de Beuijne, destijds predikant te Amsterdam, vroeger te Middelburg, de plaats aan Mr. Alexander Johan Hiebonimus Huijs- sen heer van Kattendijke, schepen en raad der stad Middelburg. Diens zoon Mr. Willem Jacob deed de bezitting in 1797 De volgende buitenplaatsen lagen meer landwaarts. Onder de vroeger bestaan hebbende bekleedden Rijnsburg en 't Hof Oostkapelle eene voorname plaats. Rijnsburg, tusschen Oostkapelle en Serooskerke, was zeer oud en had zijn ontstaan te danken aan eene gift van land door graaf Dibk VII in 1199 aan de Abdij van Rijnsburg bij Leiden, waar naar het ook zijn naam droeg en die hier een hof stichtte. In 1579 werden de bezittingen dier Abdij in Walcheren, ter grootte van meer dan 500 gemeten ver kocht voor15,90 het gemet aan A lexander de Haultain, die gehuwd was met Mar guerite van Berchem, eene der vroegere adelijke kloosterdames. Volgens getuigenis van Gargon, in zijne Walchersche Arcadia, was IzAak Godin,. die in het midden der 178 eeuw leefde, de stichter der buitenplaats. Zij is lang in diens familie gebleven en was in 1732 eigendom van Willem van Cittebs, burgemeester van Middelburg. In de vorige eeuw kende zij goede dagen onder Mr. J. G. Hinlopen, die er in 1820 eigenaar van werd. Na zijn overlijden, werd het huis in 1866 voor afbraak ver kocht en de plaats gesloopt en is alzoo alleen de boerderij, die den ouden naam draagt, overgebleven. 't Huis Oostkapelle was de naam der buitenplaats, die door Willem le Sage werd gesticht, nadat hij in 1679 in bezit was gekomen van de heerlijkheid Oost- kappelle. Gelegen ter zijde van het dorp met een ingang bij de kerk, strekte zij zich uit tot den Duinweg. Le Sage, zegt Smallegange, in zijne kroniek „heeft hier een seer prachtig en kostelijk huijs gemaakt, soodanig dat het als een vorstelijk paleis sou mogen gerekend worden". De plaats had bij voortduring dezelfde eigenaars als de heerlijkheid en werd door Mr. Johan Steengracht, die te 's Gravenhage woonde, in 1805, aan Mabinus Tak Zonen, kooplieden te Middelburg verkocht ter grootte van ruim 62 gem., voor 56000, benevens 4000,voor de behangsels, schoorsteenstukken in het heerenhuis, de beelden met pedestallen in de plantage en andere loèse goederen. Toen was het spoedig gedaan met al het fraais, waarvan Gargon op zijne eigenaardige wijze eene beschrijving geeft, en ving het sloopings- werk aan. Nu nog ziet men de ten deele verlande vijvers, die o. a. de plaats aan duiden, waar het huis stond. Van Rijnsburg en 't Hof Oostkapelle komen afbeeldingen voor in Smallegange's kroniek en in het Kabinet van Nederlandsche gezichtenvan het laatste ook in Ermebins* Zeeuwsche Oudheden (Wordt vervolgd.) On parle frangais. Man spricht Deutsch. English spoken.

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1904 | | pagina 2