Uit de oude doos. J. H, Verf» burg, Domburg, Westkapelle, Oostkapelle en Aagtekerke alleen de eerste posten. Alles Spoortijd. bepalingen gegeven betreffende maximum snelheid enz. De beschikking moet steeds in het rijtuig aanwezig zijn. 1) Keisgelegenheden. Omnibusdienst tusschen Domburg en Middelburg. Vertrek van Domburg: voorm. 7,45 ure. nam. 7,30 Vertrek van Middelburg: voorm. 12, nam. 3,30 Vracht per persoon ƒ0,75; retour 1. Van Serooskerke in beide richtingen ƒ0,25. Plaatsen zijn te bespreken a 0,05 in het Hotel Schuttershof (Domburg)in het Nederlandsch Koffiehuis, Markt (Middel- I burg). Wanneer de plaatsen alle bezet zijn, kan een bijwagen verzocht worden, mits minstens voor 4 plaatsen betaald wordt en een bijwagen te bekomen is. Wisselkantoor. Tot wisseling van buitenl. muntspeciën bestaat bij den heer H. M. Kesteloo gele genheid. Uitstapjes te voet: Naar de manteling en door het overbosch van de buitenplaats Duinvliet terug (l'/i uur). Naar de manteling over het landgoed West- hove en door het overbosch van Duin vliet terug uur). Naar het landgoed Schoonoord (langs den straatweg), vervolgens links af, en door de bosscben van het landgoed Duinbeek of van Berkenbosch terug (l'/2 uur). Naar de Oranjezon, door de manteling ach ter Westhove en terug langs het land goed Zeeduin. (3 uur.) Naar Aagtekerke en over Oostkapelle terug (2 uur). Naar Westkapelle en over Aagtekerke terug; de zeedijk en lichttoren te bezien (3 y2 uur). Aan de bezoekers der badplaats is het wandelen over deze landgoederen door de eigenaren welwillend vergund. Wenken yoor eigenaren van Automobielen, die in de provincie zeeland willen bijden. I. Voor de wegen in beheer en onder houd bij het Rijk, is vergunning noodig van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Deze wegen zijn: van Middelburg over den Sloedam, 's-Heer Arendskerke, Goes, Kloetinge, Kapelle naar Yersekendam; van Gorishoek (eiland Tholen) over Scherpenisse, Poortvliet naar Tholen; Van Breskens Over Schoondijke, Oost burg, Aardenburg naar de Belgische grens. II. Voor alle andere openbare wegen is vergunning noodig van Gedeputeerde Staten van Zeeland. Beide vergunningen moeten worden aan gevraagd op gezegeld papier van 15 cent (met opcenten van 22'/2 cent). In het verzoek moet worden opgegeven: 1. voor welke wegen vergunning ge vraagd wordt (het beste is, ze te vragen voor alle openbare wegen in de provincie); 2. het type der machine; 3. de grootste lengte van het rijtuig; 4. de grootste breedte van het rijtuig; 5. het totaal gewicht van het rijtuig; 6. de beweegkracht; 7. het totaal aantal paardenkrachten. Het is geraden de vergunningen tijdig, zoo mogelijk een drietal weken vóór men de reis onderneemt, aan te vragen. Bij de beschikkingen wordt als voor waarde gesteld o. m. dat aan de voorzijde en aan de achterzijde van het rijtuig de letter Z en een volgnummer in witte cijfers op zwarten grond of in zwarte cijfers op witten grond moeten aangebracht zijn dat de letter en het cijfer 12 c.M. lang en 6 c.M. breed moeten zijn; dat het rijtuig moet voorzien zijn van lantaarns, rem, bel of hoorn. Voorts worden enkele Bloemen-Corso. Dinsdagavond deed de Corso-Commissie rekening en verantwoording over haar beheer. Aan den Penningmeester, den Heer P. C. Labeijn werd décharge ver leend en de aanwezigen stemden gaarne in met de woorden van lof en dank die de Voorzitter den Heer Labeijn toebracht voor zijn uitmuntende administratie. De overige leden van 't Comité werden allen dank gezegd voor hetgeen ook zij deden en voor hunne medewerking, waardoor zoo 'n schoon resultaat is verkregen. Aan 't einde der bijeenkomst releveerde ons mede-lid, de Heer van de Putte, met hartelijke woorden het feit hoe onze Voor zitter, de Heer van Vooethuijsen het initiatief tot het feest heeft genomen en hoe deze zich door niets liet ontmoedigen doch rustig voortwerkte. Hij wenschte onze Voorzitter geluk met het prachtige succes, en riep bij voorbaat zijne welwil lende medewerking in, wanneer daarop weer eens een beroep zou worden gedaan. Het Bloemen-Corso is de „Clou" geweest van dezen zomer en heeft voor de zoo- veelste maal het bewijs geleverd wat tot stand is te brengen, wanneer men eensge zind en welwillend samenwerkt. Z. A. 31 Augustus te Domburg. Koninginnejaardag is ook te Domburg met veel enthousiasme gevierd. Verle den jaar was de leiding van het feest in handen der Badcommissie, doch dit jaar nam Domburg's Burgemeester zelf daartoe het initiatief, 's Middags hadden op het terrein van Mevrouw Elout, daartoe zoo welwillend door HE. afgestaan, volksspe len plaats, waaronder vooral het tobbetje steken (waarbij de deelnemers veel kans hebben een nat pak op te loopen) veel bekijk had. Na afloop toog de kinder schaar en de toeschouwers, met Dom- burgsch fanfarencorps voorop, naar het Paviljoen, alwaar Burgemeester van Vooet huijsen met, zgèr toepasselijke woorden de prijzen aan de overwinnaars uitreikte en de plechtigheid werd besloten door de door allen aangeheven kreeten van „leve de Koningin„leve Prins Hendrik" en „leve de Koningin-Moeder!" en door het spelen van 't Wilhelmus, oude toonzetting, dat door allen staande werd aangehoord, 's Avonds had eene optocht plaats door het dorp met dezelfde muziek en bleef men, hier en daar gezellig, bijeen. Geen enkele wanklank werd gehoord en ieder uitte op gepaste wijze zijn vreugde dat onze geliefde Koningin onder zulke geluk kige omstandigheden haar 23en jaardag mag vieren. Waar het aankomt om een bewijs te geven van groote gehechtheid aan onze Vorstin, zal Domburg wel nooit achterblijven Domburg, 1 Sept. 1903. A. B. Als besluit van de beide billardconcour- sen werd Zondagavond aan den Handi capper, de Heer M. J. I. Spbengee, namens Dames- en Heeren deelnemers een Souvenir aangeboden, bestaande uit eene wapenrus ting: harnas, helm, degens en pistolen uit 't begin van 1800. De Heer Speengeb werd daarbij dank gezegd voor de vele moeite, die hij zich heeft gegeven en voor de uitstekende wijze, waarop hij zich van de lang niet gemak kelijke en dankbare taak heeft gekweten. Daarna werden „three cheers" aangeheven voor onzen Bad-Directeur, die ook zijne welwillende medewerking heeft verleend en den wensch uitgesproken dat hij nog vele jaren als zoodanig werkzaam zal willen zijn. A. Z. Op verlangen van den heer Directeur der Zeebadinrichting, schreef ik een schetsje, dat bepaald op Domburg betrekking beeft. Het werd geplaatst in no. 6 van dezen jaargang. Het deed mij genoegen, dat het bij vele lezers in den smaak viel, ook dat de redactie van De Zeeuw het zelfs de overname in haar weekblad waardig keurde. Dit bracht er mij toe een tweede schetsje van gelijken aard te schrijven, op gevaar af van auto-plagiaat beschuldigd te worden, daar het meerendeel van hetgeen mij omtrent Domburg's verleden bekend is, gedrukt staat in het ten jare 1890 uitge geven werkje: Domburg en zijn geschiedenis. Ik beloof evenwel de stof in een anderen vorm te zullen gieten. In het vorige schetsje maakte ik gewag van de slechte gemeenschapswegen in vroeger tijd. Men moet evenwel daaruit niet afleiden, dat het toen niet mogelijk was Domburg te bereiken, wanneer de wegen onbruikbaar waren. In dat geval toog men er te water heen, niet over zee, maar langs eene vaart, als de watergang bekend. Deze ving aan even op deze zijde van den korenmolen, waar eene water kom was tot berging en aanlegplaats der schuiten, platboomd open vaartuigjes, waar niet alleen vrachtgoederen, maar ook per sonen mede vervoerd werden, lang vóór den tijd der parapluies, toen men een nat pak minder vreesde dan nu. In 1666, toen Domburg in het bezit was van Middelburg, stelde het bestuur dier stad eene verordening op de „Schuijt- luijden" vast, waarbij eene dagelijksche vaart op Middelburg en terug werd gere geld, en bovendien op Maandag en Don derdag, de marktdagen aldaar, op verschil lende uren gelegenheid werd gegeven om van beide plaatsen af te varen. De vracht prijs bedroeg een dubbeltje de persoon. Met deze schuitjes werd vooral ook duinzand naar Middelburg vervoerd om in metselspecie gebruikt te worden, zoodat de bloei der schuitenvaart in nauw ver band stond met de meer of mindere welvaart te dier plaatse en met het ver dwijnen daarvan in het laatste gedeelte der 18e eeuw deze tak van bestaan zoo goed als te niet ging. Lang is nog ééne schuit in dienst gebleven, maar de eigenaar der laatste heeft het beroep ook prija gegeven en alzoo het brakke water van de schuitenvaart verlaten, om zich in het echte zilt der Noordzee te begeven. Die man is de badman Sinke, die de eer geniet, dat zijn naam ver over de grenzen, niet alleen van deze gemeente, maar van ons dierbaar Vaderland bekend is. Waar men nu niet veel meer ziet dan een boerenslootwaarin zeven kikkertjes zatent zoo als een kinderdeuntje zegt, kan men zich moeilijk voorstellen, dat daar een maal eene vaart was. Ze had trouwens altoos slechts eene bescheiden afmeting noodig om de kleine vaartuigjes te laten passeeren, en werd eerst verderop breeder. Tot Middelburg toe heet ze de Domburg- sche watergang en daar is ook nog de aanlegplaats als het Domburgsche schuit- vlot bekend. De vaart is een overblijfsel der kreken, die Walcheren eertijds in verscheiden eilandjes verdeelden en de bewoners der verschillende dorpen en buurten in de gelegenheid stelden elkander te bereiken. Nu is dit middel van gemeen schap zoo goed als verdwenen, en kon men dit voorjaar in de Middelburgsche courant, zooals ze daar genoemd werd, de gemeente- schuit van Aagtekerke te koop zien aan geboden. Slot volgt.} Gevonden voorwerpen Vier zilveren theelepeltjes, gevonden in de duinen, terug te bekomen aan hek Badhotel. Een kinderwagen-kleedje, waarop in gé- borduurde letters het woord „Baby". Terug te bekomen Badpaviljoen. H. Ci E s bi: ea

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1903 | | pagina 2