Advertentiën en Adressen. VROUW VENUS. L. K. van der Harst HOFFMAN'S ESSENCES U i/on nr|p| Langeviele K 390, Middelburg. en paden (bolwerken) rond de stad, op de klinkerpaden en op het verhoogde gedeelte der Markt niet worden gereden. Te Vlissingen mag niet worden gereden op den Noordzee-boulevard en op de trot toirs. De trottoirs van den Badhuisweg mogen wél bereden worden, doch niet des Zondags na 12 uur. In de kom der gemeente Serooskerke (W.) mag niet sneller worden gereden dan een voetganger stappen kan. In Oost- en West-Souburg mag niet op de klinker- en zijpaden worden gereden. In de meeste gemeenten is voorschre ven, dat des avonds eene brandende lan taarn moet gevoerd worden. In de leeskamer liggen de volgende tijdschriften en couranten ter lezing: TIJDSCHRIFTEN. Illustrated London News. Hum. Album. Punch. Eigen Haard. L'IUustration. de Huisvrouw. Journal Amusant Nederland. Revue des deux mondes. Aarde en haar Volken. Die Gartenlaube. De Natuur. Fliegende Blatter. De Navorscher. Ned. Spectator. Vragen van den dag. De Wereldkroniek. De Huisvrouw. Nederlandsche Illustratie. Elsevier'sGeill. maandschr. Uilenspiegel. De Gids. COURANTEN. Nieuws van den dag. Middelburgsche Courant. Utrechtsche Courant. Indépendance. Nieuwe Rotterdammer. Le Figaro. Algemeen Handelsblad. Kölnische Zeitung. Weekblad Amsterdammer. Courier de Schéveningue. Zondagsblad. Domburgsch Badnieuws, Haarlemsche Courant- Uit het kastje met boeken in de leeszaal, dat weder met eenige werken vermeerderd is kunnen badgasten, houders van toegang- kaarten, dagelijks tusschen 11 en 12 ure des voormiddags, boeken ter lezing krijgen, mits men het nummer van het boek en zijn naam teekene op eene lijst bij den kaste lein voorhanden. Voor jeugdige lezers zal door de ouders moeten worden geteekend. (Slot.) De arme, verlamde vrouw lag als bewuste loos neer; zij kon zelfs niet weenen. Beate wendde al hare welsprekendheid aan, om Stammer te bewegen een goed woord bij den huisheer te gaan doen toen zij echter bemerkte, dat zij aan eene doovemansdeur klopte, nam zij een kloek besluit, snelde de vijf trappen naar hare kamer weer op, zette haar zwarten stroo- hoed met het ruikertje paarsche viooltjes op het blonde haar, trok lange garen handschoenen aan, nam hare verkleurde, blauwe parasol, ging de vijf trappen weer af, toen in het voorhuis weer eene trap op en belde aan. Mijnheer Stöckel was te spreken. Hij stond aan zijne schrijf tafel en zag haar binnen komen. Beate zette zich bescheiden op den haar aange boden stoel naast de schrijftafel en kwam met haar wensoh voor den dag. Zij verontschuldigde zich wel, dat zij den rozestruik in den tuin had gezet, de portier was volkomen onschuldig; en zij verzocht mijnheer dringend Stammer en zijne zieke vrouw niet te ontslaan. Voor de heer Stöckel kon antwoorden, klonk uit de aangrenzende kamer een zacht geschrei en op den drempel verscheen een in 't wit gekleed klein meisje met lei en griffel in de hand. „Kom maar hier, Anneke! Waarom huil jeP" riep haar vader. „Wat scheel er aan, lieveling?" „Ik weet niet, hoe ik die som moet uitrekenen," snikte het kind. „Ja, kind, dat is moeilijk! Je hebt op school jelui eigen methode; als ik je help, krijg je nog straf bovendien." „Wil ik je helpen, Anneke?" Vroeg juffrouw Schuh vriendelijk; „kom, ik weet raad." Zij was reeds opgestaan, vatte de kleine bij de hand en ging met haar naar de kinderkamer terug. Anneke was aar zelend meegegaan; toen zij echter bemerkte, dat de vreemde dame goed op de hoogte was, vatte zij nieuwen moed, en toen de som was opgelost, omhelsde zij hare vrien delijke onderwijzeres en schonk haar haar grootste gunstbewijs, een vrijwilligen kus. De heer Stöckel, die zacht binnen gekomen was, lachte met oogen, mond en hart, toen hij dat levende plaatje, dat die twee voorstelden, aanschouwde. „Nu, Anneke, zoo goed heb je het in langen tijd niet gehad!', zeide hij en nam het kind van Beate's knie in zijne armen. Juffrouw Schuh was nu vrij en kon op staan. „Wilt u reeds heengaan?" vroeg de heer Stöckel; „maar waarover hebben wij ook weer gesprokenwaarom waart u ook hier gekomen?O, ja, dat is waar, om dien rozestruik! Vertel mij eens, juffrouw Schuh, hoe zit het eigenlijk met dien rozestruik? Waarom stond hij in den tuin?" „Och, mijnheer, (glimlachend begon Beate, toen werd zij ernstig) ik houd heel veel van rozen en vooral van deze plant en ik wil deze zoo gaarne in bloei brengen, het is eene nieuwe soort. Maar in mijne kamer komt geen zon. Daarom droeg ik de plant 's morgens vroeg naar beneden, en bracht ze weer boven, voor ik naar school ging, en daar ik twee handen had, nam ik eindelijk nog een tweeden bloem pot mee. Van morgen echter was mijn melk overgekookt en door den schrik had ik den rozestruik vergeten. Toen wilde het ongeluk, dat u kwaamt. Och, hemel, die arme Stammer Ook de heer Stöckel was ernstig gewor den. Hij keek Beate Schuh strak aan en vroeg: „u hebt uw rozestruik dus iederen morgen vijf trappen af en op gedragen?" Beate knikte, vouwde de handen en smeekte: „Stammer is werkelijk onschuldig, als 't u blieft, ontsla hem niet „Ter wille van u zal hij blijven, juf frouw Schuh. Maar doet u mij dan het plezier iederen dag mijne kleine lieveling hier wat bezig te houden." „Dat zal ik gaarne doen!" riep Beate en bloosde zonder eenige reden. Met eene zwijgende buiging nam zij afscheid. „Tot weerziens!" riep de heer Stöckel haar na. Den volgenden dag kwam Beate, maar Anneke was er niet. Zij ging tegenover den heer Stöckel zitten en praatte met hem. „Zet als 't u blieft uw hoed af," zeide hij. Beate ontdeed zich van haar hoed en trok langzaam de handschoenen uit. „Dat zijn dus de handjes, die den rozestruik zoo moederlijk hebben verzorgd," zeide de heer Stöckel en keek haar aan. „Waar is uw lieveling nuP" vroeg hij toen. „De rozestruik, meent u?" antwoordde Beate, „ja, die staat boven in het raam kozijn." „Zonder zonvulde Stöckel aan. „Ja, zonder zon." „Dat mag niet. Breng hem morgen mee en kweek hem hier op, waar hij zich in den eersten en den laatsten straal kan koesteren." Verrukt sprong Beate op en riep: „Dan haal ik hem liever dadelijkwat men lief heeft, laat men niet op de zon wachten!" En weg was zij. Toen zij met den bloempot terug kwam, zochten Stöckel en zij een geschikt plaatsje aan het raam en pasten en schoven de bloempotten gedurig heen en weer en toen gebeurde het, dat hij Beate's hand voor een rooden bloempot hield, hoewel hij anders noch kortzichtig, noch kleuren blind was. Toevallig kwam de tuinman binnen om frissche bloemen te brengen. „Kun je mij ook zeggen, wat voor eene roos dit is P" vroeg Stöckel hem en wees op Beate's plant De tuinman nam den pot op, trok een houten plankje uit de aarde en las wat er op stond. „Dit is eene nieuwe, beroemde soort," zeide hij, „dat is „vrouw Venus."" Mijnheer Stöckel keek Beate aan; zij tuurde naar den grond en beiden lachten. Zes weken, nadat vrouw Venus haar intrek in Stöckbls woning had genomen, bloeide de roos, bloeide Anneke en ook Beate. Anneke leerde nu het een maal een is een, maar gelukkig voor het kind, had het nu geen uitleggingen meer noodig, want thuis heerschte op het oogenblik eene ongelooflijke verwarring ten opzichte van de eenvoudigste, rekenkundige begrip pen. „Een maal een is een; twee maal een is twee," leerde Anneke hardop naast Beate zittend. „Is watriep haar binnentredende vader en omvatte zijne jonge vrouw, „twee maal een is een!" „Drie maal een is drie," ging Anneke vastberaden en met prijzenswaardige vol harding voort. „Is wat!" riep Beate en trok het kind mee in de omhelzing, „drie maal een is ook een!" Geen wonder dat Anneke aan het eind van de maand een laag cijfer voor rekenen had; maar in plaats van zich hierover ongerust te maken, zooals zijn vaderlijke plicht zou zijn geweest, zeide haar vader tot mama aan den koffiemaaltijd dat vier een uitstekend cijfer was, hij beschouwde het als een goed voorteeken, waarop Beate hem de roos, die hij van zijne morgen wandeling voor haar had meegebracht, toewierp. De hooge vrouw troont op een nieuw voetstuk in Beate's kamer. Elizabeth Gauck-Kühne. Die Zukunft no. 39. Gevonden voorwerpen. Gevonden op het badstrand: Een Turksch gouden muntje met ringetje om te dragen. Terug te bekomen bij den badman J. Sinke. Geillustreerden Guide illustré Illustrated Guide Gids door de of WJ^LCIEIIEIR/IEILT. verkrijgbaar bij alle en vente chez to be had boekhandelaren voor 10 cent. tout les libraires 25 centimes. at all booksellers 10 cent. Antiquiteiten (Delftsch Aardew., Porselein, Zilverw.) TV. 9. BAL, 11100611101-?, Krommeweele L 26*27. J. A. WILLEKES DU BOIS, Middelb., L. St. Pieterstraat A 79. Apotheek. Wed A. A. NONHEBEL ZOON, Middelb., Langed. A 88. Bnrean voor bakteriologiseh en scheikundig onderzoek. APOTHEKER - MIDDELBURG - POTTENMARKT. voor Limonades, Likeuren enz., 2S cent per 11- Badstoelen en Rietwerken. Manden- en Bietenstoelen-Fabrikant. H. B. K. F. H. SCHEIJBELER, Middelb., Vlasmarkt L 17. Bierbrouwerij. Bierbrouwei 0 Middelburg, Koorkerkhof A 108. LyTimi - Bierbrouwerij „de Vijfhoek" Bierhalle. F. JANSE, Domburg (Badcostumes).

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1900 | | pagina 2