Advertentiën en Adressen. Groote Zaal van het Badpaviljoen. Vrijdag 22 Juli 1898, DANS M U Z I I K, EEN UITSTAPJE NAAR DOMBURG. WALCHEBEÜT. Hulp-Post- en Telefoonkantoor te Domburg. Hulp-Postkantoor: Geopend: op werkdagen van 8,302,30 en 5,306,30 uren. Op Zondagen van 7,tot 8,en van 10,3011,30 uren voorm. Bodeloop MiddelburgDomburg. Vertrek van Middelburg vrm. 3,55 nm. 12,40 Domburg 5,10 1,55 Aankomatte Domburg 7,05 3,55 Middelburg 8,25 5,10 Bodeloop DomburgWestkapelle. Vertrek van Domburg vrm. 7,15 nm. 4, Westkapelle 3,50 12,05 Aankomst te Domburg 5,05 1,50 Westkapelle 8,25 5,15 Bodeloop DomburgAagtekerke. Vertrek van Domburg vrm. 7,15 nm. 3,55 Aagtekerke 6,35 3,25 Aankomst te Domburg 7,10 4, Aagtekerke 7,40 4,30 NB. Zondags vertrekken van Middel burg, Domburg, Westkapelle, Oostkapelle en Aagtekerke alleen de eerste posten. Telefoonkantoor: Geopend op werkdagen van 8,301,30 en 5,30—6,30 u. Zondagen 8,30ll,30u. Alles Spoortijd. Kinderbal tot 9 nnr. Entrée 25 cent. Aanvang 7 uur. Houders van kaarten hebben vrijen toegang. Geïllustreerde briefkaarten. W. J. v. R. N. heeft zijne vroeger uitgegeven geillustreerde briefkaarten, ten vorige jare, nog met ééne vermeerderd. Het is eene ietwat geschiedkundige; men vindt er o. a. eene afbeelding op van het huis op de gesloopte buitenplaats Sint Jan ten Heere en van dat op het nog bestaande landgoed Duinbeek. In het midden draagt ze de woorden: „Uit- noodiging naar Walcheren. Afgezonden door." Wanneer er van deze kaarten veel gebruik gemaakt wordt, dan zullen onge twijfeld de uitgever, de verkoopers en wanneer er aan tal van uitnoodigingen gehoor wordt verleend, menig inwoner van Domburg dankbaar zijn. Als de kooper en de uitgenoodigde dan ook nog tevreden zijn, zal deze onderneming zeker niets te wenschen overlaten. Moge dit zoo zijn! K. 1) door M. „Maar Cor, wat scheelt er aan?" vroeg Robert Hagen, toen hij op een somberen namiddag de deur van zijn zusters zitkamer opende. Hij verwachtte het vertrek vol bezoekers te vinden, zooals gewoonlijk. „Wat scheelt er aanP" herhaalde hij. „Ik zou wel eens willen weten wat jou in zoo'n gemoedstoestand heeft gebracht!" Zijne zuster wrong hare handen en wischte zich haastig de oogen af. „O, Rob Ik ben in zoo'n moeilijk geval. Zoo iets is mij nog nooit overkomen. Ik weet niet hoe ik er mij uit zal redden. Wat zal ik doen wat zal ik doen?" „Kom, gauw eerst zitten. Ziezoo dat's goed. Vertel mij nu wat er aan de hand is en waarom je geschreid hebt." „Luister dan, en als ik je alles heb verteld, zal het je niet verbazen, dat ik zoo ontdaan ben. Zus is ziek; de dokter zegt, dat het roodvonk is, en dat Annie en Tom dadelijk het huis uit moeten. Ik durf zus niet alleen aan de juffrouw toe vertrouwen. Begrijp je nu in welk een tweestrijd ik ben. Ik zou wel eens willen weten waar ik de kinderen kon heenzenden met Mina alleen, om op hen te passen? Niemand wil hen natuurlijk in huis nemen, als men weet, dat zij uit eene woning komen, waar roodvonk is. En hier kan ik ze ook niet houden. Annie is in het geheel niet sterk. O, Rob! wat zal ik doen?" „En je kunt zus niet alleen laten?" „Neen, zeker niet; zij roept telkens om mij. O, had ik maar eene zuster, had die arme Eduard maar eene zuster!" En Cor van Rheden was boos op zichzelf, als zij er aan dacht, hoe zij zich vroeger had gelukgewenscht dat zij geen schoon zuster had. „En verbeeld je eens, hoe ellendig; ik heb juist kamers in Domburg gehuurd." „Domburg? Domburg?" vroeg haar broe der, even geeuwend. „Dat kleine, lieve plaatsje op Walcheren, waar men tegenwoordig nog al eens over hoort spreken." Robert Hagen ging naar het raam en bewaarde eenige oogenblikken het stil zwijgen. Toen keerde hij zich om en zeide„Ik weet maar één uitwegdat ik met de kinderen ga." De jonge man was verbaasd over de uitwerking zijner woorden. Zijne zuster viel in een stoel neer en barstte in een schaterlach uit. „O, jij dwaze jongen," lachte zij, O Rob, hoe dwaas! Neem mij niet kwalijk, dat ik lach," voegde zij er bij, toen zij een verontwaardigden blik van hem opving. „Het idéé is zoo onzinnig, zoo dwaas. Jij op de kinderen passen! Jij, die het al vervelend vindt, als zij een kwartier binnen zijn! O, Rob! Rob!" Hoewel Robert een beetje beleedigd keek, kon hij tó£h ook niet nalaten te lachen. „Je mag het belachelijk vinden, maar ik zou mijn aanbod maar aannemen voor ik het terugtrek. Ik zal goed op hen passen. Stel je mij voor met op iederen arm een kind. Ik zal het zoolang trachten uit te houden, als ik kan, dat beloof ik je." „Mijn beste jongen, je meent het dus werkelijk? Maar Rob dat mag ik niet van je vergen." „Maar zou je ze mij toevertrouwen." „Natuurlijk, maar je zult het vervelend vinden. Meen je het werkelijk? Ik kan er niet aan denken, zonder te lachen, 't Is zoo'n dwaas idéé, dat jij, een jonge man, op twee kinderen zult passen." „Mina gaat immers ook mee; ik zal het oppertoezicht houden en zorgen, dat zij niet in zee vallen of van de duinen rollen, of te veel eten. Dan zal het 't best zijn, dat wij den morgentrein nemen." En voor Mevrouw van Rheden tijd had tot naden ken te komen, was de reis op morgen bepaald en Robert ging heen om toebe reidselen voor zijn vertrek uit Zwolle te maken. Het was nu te laat om terug te treden. Toen haar broeder vertrokken was, riep Mevrouw van Eheden „Tom en Annie, kom eens hier." Men hoorde het getrippel van kleine voetjes op de trap, de deur ging open en Tom en Annie stormden binnen. Het was een aardig tweetal. Tom was donker, had groote, bruine oogen, die eene bijna ernstige uitdrukking hadden. Hij zag er ouder uit, dan hij was, maar hij moest ook voor zijn jonger zusje zorgen. Annie waa een mooi teer kindje, met een rijkdom van goudblond haar. Maar zoo'n onbe suisd, klein ding! Voor haar broertje was zij een bron van veel zorg en angst. „Ik heb je iets nieuws te vertellen, kleintjes," begon hun moeder Annie op haar schoot nemend. „Is het iets prettigs?" vroeg het kleintje tot hare moeder opziende. Tom keek ernstig. „Komt er een nieuw kindje?" vroeg hij eindelijk fluisterend. Zijne moeder beet zich op de lip en streek over het rouwkleed, dat zij droeg. „Neen," zeide zij, „maar het is iets prettigs. Je gaan morgen beiden naar ze& en omdat zusje ziek is, blijft mama bij haar. Maar ik denk, dat jelui toch heel veel plezier zult hebben." „En wie gaat er mee?" vroegen beide kinderen ademloos. „Raad eens." „Piet, de tuinman?" vroeg Annie. „Neen, de tuinman niet." „JufP" vroeg Tom. „Neen," „O, de bakker!" riep Annie. „Neen." „Is 't een keDnis?" vroeg Tom. „Ja, jongen." „O, dan Jans, de werkvrouw," zei: Annie zegevierend. „Neen ook niet." „Dan kan ik bet niet raden," en Annie vlijde ontmoedigd haar kopje tegen haar moeders schouder. Eensklaps riep Tom: „ik geloof, dat ik het weet. O, maatje, het is oom Rob.'* En oom Rob houdt niet van kinderen,"" zeide Annie haar hoofdje opheffend. „Nu, oom Rob gaat met jelui mee. En Mina ook." „Het zal wel prettig zijn," zeide Tom ernstig. „Het zal heerlijk zijn," juichte Annie in hare handjes klappend. „Dan krijgen wij iederen dag koekjes en thee in plaats van melk en boterhammen. „Ik denk niet dat oom Rob iets zal toestaan, dat mama niet goedvindt," zeide Tom verwijtend. „En oom zegt altijd als juf de kamer uitgaat: Nu, kinderen, als de kat van huis is, houden de muizen bal. En dan geeft hij ons lekkers. Dat vindt moesje ook niet goed," riep het kind zegevierend. „Maar dat zegt hij uit de grap, Annie." Het hart zonk Mevrouw van Rheden in de schoenen, zou zij het wel durven wagen. Maar alles was nu bepaald. Zij wist dat haar broeder alles zou doen, wat in zijn macht was; en Tom was zoo'n flink kereltje, Annie zou zeker naar hem luisteren. „Wil je mij beiden beloven alles te doen wat oom zegt „O, dus wij mogen alles doen, héP Dat is heerlijk!" juichte Annie. Hare moeder deed moeite om een glim lach te verbergen en ging voortEn Tom, je begrijpt dat je nooit iets moogt doen, wat je weet, dat ik niet goed zou vinden. Oom Rob is niet gewoon met kinderen om te gaan." „Maar oom is toch ouder dan Tom," zeide Annie. Zij had zich al verheugd op verboden lekkernijen en spelletjes. Maar zij hield dol van Tom en bovendien bij was ook niet altijd even zoet. Geillustreerden Gids door Guide ilfustré de Illustrated Guide of verkrijgbaar bij alle boekhandelaren voor 10 cent. en vente ehez tous les libraires Prix 25 centimes. to be had at all booksellers Price 10 cent. Antiquiteiten (Delftsch Aardew., Porselein, Zilverw.) W. G. BAL, Middelburg, Krommeweele L 27. J. A. WILLEKES DU BOIS. Middelb., L. St. Pieterstraat A 79. Apotheek. L. K. VAN DER HARST J.Jz., Middelb., Pottenmarkt K 412. Wed. A. A. NONHEBEL ZOON, Middelb., Langed. A 88.

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1898 | | pagina 2