Advertentiën en Adressen.
Groote Zaal van het Badpaviljoen.
DANSMUZIEK,
HERINNERINGEN AAN DOMBURG.
TOT WEDERZIENS.
te Middelburg: Groote Markt, I 15;
te Vliasingen: IJzeren Brug, F 1-2.
Tot het verstrekken van inlichtingen aan
vreemdelingen zullen verder bereid bevon
den worden de heeren H. M. Kesteloo,
secretaris der gemeente Domburg, West
straat D 20 aldaar, en J. W. Pebbels,
bode der gemeente Veere,
AMUSEMENTEN.
Zaterdag 4 September 1897
Kinderbal tot 9 nur.
Entrée 25 cent. Aanvang 1 ure.
Houders van kaarten hebben vrijen toegang.
In de leeskamer liggen de volgende
tijdschriften en couranten ter lezing:
TIJDSCHRIFTEN.
Nederlandsche Illustratie.
Uilenspiegel.
Hum. Album.
Eigen Haard.
De Huisvriend.
Nederland.
Aarde en haar Volken
De Natuur.
De Navorscher.
Vragen van den dag.
De Huisvrouw.
Elsevier'sGeill. maandschr.
Ned. Spectator.
Illustrated London News.
Punch.
L'Illustration.
Journal Amusant.
L'Echo de la Semaine
Ueber Land und Meer.
Reise- und Verkehrs-Zei-
tung.
Die Gartenlaube
Fliegende Blatter.
Hollandsche Illustratie,
de Wereldkroniek.
COURANTEN.
Nieuws van den dag. Middelburgsche Courant.
Utrechtsche Courant. Indépendance.
Nieuwe Rotterdammer. Le Figaro.
Algemeen Handelsblad. Kölnische Zeitang.
Weekblad Amsterdammer Courier de Schéveningue.
Zondagsblad. Domburgsch Badnieuws.
Haarlemsche Courant.
Uit het kastje met boeken in de leeszaal,
dat weder met eenige werken vermeerderd
is kunnen badgasten, houders van toegang-
kaarten, dagelijks tusschen 11 en 12 ure
des voormiddags, boeken ter lezing krijgen,
mits men het nummer van het boek en zijn
naam teekene op eene lijst bij den kaste
lein voorhanden. Voor jeugdige lezers zal
door de ouders moeten worden geteekend.
Op Zeeduin is een cement lawntenis-
baan gemaakt, die, na aanvrage aan de
badgasten ten gebruike zal worden afge
staan.
Wenken voor Wielrijders.
Wielrijders moeten, op daartoe kenbaar
gemaakt verlangen van voerman, berijder
of geleider, bij het tegenkomen en het
voorbijrijden van paarden hunne voertui
gen tijdig doen stilstaan en zich aan de
zijde van den voorbijrijder naast hunne
voertuigen plaatsen (Prov. reglement op
de wegen, art. 103 1).
Zij mogen zonder tijdige waarschuwing
geen paarden voorbijrijden (als boven, 2).
Te Middelburg mag op de wandelwegen
en paden (bolwerken) rond de stad, op de
klinkerpaden en op het verhoogde gedeelte
der markt niet worden gereden.
Te Vlissingen mag niet worden gereden
op den Noordzee-boulevard en op de trot
toirs. De trottoirs van den Badhuisweg
mogen wèl bereden worden, doch niet des
Zondags na 12 uur.
In de kom der gemeente Serooskerke (W.)
mag niet sneller worden gereden dan een
voetganger stappen kan.
In Oost- en West-Souburg mag niet op
de klinker- en zijpaden worden gereden.
In de meeste gemeenten is voorgeschre
ven, dat des avonds eene brandende lan
taarn moet gevoerd worden.
Juli 1897.
DOOR
G. C. VAN 't HOOG.
I.
De „kooge Hill" lag in de Zon te droomen,
En wenkte met een log en breed gebaar
Om op zijn hoogen dorren rug te komen
De golven ruiachten met een drok misbaar.
Wij stonden, en we zagen naar de boomen,
Die Domburg kransten met hun groen ge-
[blaar:
De groene Mantling met haar duine-zoomen
Van geel-blank zand, lag wijd om haar.
En als wij keerden zagen wij de zee,
Die vol van eerbied 's Mantels zoom kwam
[tippen,
En kwam orneeren met veel sohelpjens,
klein;
Van verre scheerden blanke meeuw bij
[meeuw
Die haastig aan de golven gingen nippen
En dan wegzwierden door den zonneschijn.
II.
BOSCHLIEDJE.
Kom mee naar 't bosch, mijn lieve kind,
Dan zal ik je sprookjens verhalen,
Die ik er hoorde in 't suizlen van den wind,
Die ik er blinken zag in zonnestralen,
En die als dartle vlinderkens,
Daar fladdrend ommedwaien.
Zeg, hoort Oe 't luchtig ruischen wel,
Van 't gazig teer gewiek?
En voelt ge den zachten adem wel,
Den zucht van de witte mystiek?
O 't is of 't stillekens over mij komt
In 't bosch, dat naar wonderkens riekt.
't Is of 't stillekens over mij komt,
't Mij voelen in een ander leven,
Wanneer ik op zachten mosgrond loop,
Met het schaduwennet overweven,
Dat me vangt in zijn mazen van zonnegoud,
En mij kluistert in eenzame dreven.
Daarom kom mee naar 't groote bosch!
Dan laten wij samen ons vangen,
In 't net met zijn mazen van zonnelicht,
Zijn koorden van wonderverlangen
III.
AAN HET BADSTRAND.
Een kind in de Zeeë
O, o, dat kind!
Zijn blondene haren fladd'ren
In den wind!
Hij trapt met de voetjes
Het zeenat spat
Hij wordt er in kleurige bogen
Door omvat
Een dichter in 't leven
O, o, dat kind!
Zijn blonde gedachten fladd'ren
In den wind!
Hij plast in het water,
En kleurig gespat
Met glansen van regenbogen
Zijn hoofd omvat!
Een dichter in 't
Een kind in de zee
O, zoo daar geen Liefde
Tot schuts waar gegeven
Amsterdam, Augustus 1897.
MYSTEBIE
door H. D.
Hoog boven mijn hoofd vlogen de vogels^
in 't wijd uitstralend licht; door weinig
wind bewogen wolkjes, wit en teêr, smol
ten langzaam weg; blauw-blank bolde
zich de hemel over de zee en deze
lag daar als een rusteloos reuzenmeer, vol
niet geweten wonderen.
Alleen op 't duin, bet was nog vroeg,
voelde ik mij zoo kalm; ik zag in 't ver
verschiet een schip, scherp omlijnd en
toch zoo kleinik hoorde 't zachte golven
geruisch, muziek aan rythme rijk; en
warme wind woei om mijn hoofd, dat
denkend, door mijn arm gestut, neerzag
naar de zilte zee en naar 't zachte zand.
Uit alles klonk een luide lach, mijn leven
lachte meê, ik voelde vol van dank mijn
hart om 't heerlijk, heilig leven.
Zoo lag ik daar nu, eenzaam stil,
die wondere wereld om mijeen weeke
weemoed welde op en ik dacht aan Geloof
in God! Had ik ooit geloofd aan Zijn
bestaan
En stille stemmen smeekten mij te ge-
looven aan een God
En mijner ziele zalige zwelling zeide
mijEr was een God
Maar toen, door 'k weet niet wat, bracht
mij m'n geest in de verre stad, waar ik
woonde. En ik wist weer 't zuchtend
zwoegen om 't bestaan, 't stramme strijden
om 't levenen ik hoorde weêr der ver
bitterden vloek en 't roepen om Recht
der misdeelden.
Daar stond ik weêr voor 't diep Mysterie
en vroeg mij aarzelend af: „Waarom zou
God toch hier die Rust en daar die Onrust
willen P"
Tot wederzienB, o heerlijk woord!
Wie onzer heeft het niet gehoord,
Wie niet bij 't droevig scheiden gaan,
Den zoeten troost er van verstaan P
Wie bij het nad'ren van den nacht.
Aan die belofte niet gedacht p
Ja, lente, zomer mogen vliên,
Elk knopje spreekt van wederzien,
Op ied'ren nacht volgt weêr een dag,
Wie onzer, die 'tniet telkens zagP
En, moge 't nog zoo donker zijn,
Na regen komt weêr zonneschijn.
Dus, flink, blijmoedig voortgegaan,
Hoop houde hoog voor ons de vaan;
Zij al ons broos, kortstondig leven,
Uit: gaan en komen saam geweven,
Geen bange vrees, geen bittre klacht,
Ginds, in 't verschiet, zoet weêrzien lacht.
Domburg, Sept. 1897.
Abno.
Gevonden voorwerpen.
Een zakmesje. Een knoopenhaakje voor
handschoenen.
Geillustreerden
Gids door
Guide illustré
de
Illustrated Guide
of
W.AJQjCIEÏEIR.IEIfcT.
verkrijgbaar en vente chez to be had
bij alle tous les libraires at all booksellers
boekhandelaren Prix Price
voor 10 cent. 25 centimes. 10 cent.
Antiquiteiten (Delftsch Aardew., Porselein, Zilverw.)
J. A. WILLEKES DU BOIS, Middelb., L. St. Pieterstraat A 79.
Antiquities, Pictures, N™iifffii.
Apotheek.
L. K. VAN DEE HAEST J.Jz., Middelb., Pottenmarkt K 412.
Wed. A. A. NONHEBEL ZOON, Middelb., Langed. A 88.