Advertentiën en Adressen. Groote Zaal van liet Badpaviljoen. DANSMUZIEK, WIT ONS DORP TE VERTELLEN GAF, WALOHERBN. Antiquities, Pictures, i^ffiibTrg. Reisgelegenheden. Dagelijks van Middelburg naar Domburg een tramomnibus des nam. X l/2 ure (afrit Groote Markt, Nederlandsch koffiehuis J. M. van dee Habst) en terug van Domburg des nam. 8'/2 ure (afrit Hótel Schuttershof). Prijs ƒ0,75 enkele reis en f1,25 voor heen en terug op den zelfden dag. AMUSEMENTEN. Zaterdag 24 Juli 1897, Kinderbal tot 9 uur. Entrée f 0,25. Aanvang ten 7 uur. Houders van kaarten hebben vrijen toegang. Uitstapjes te voet: Naar de manteling en door het overbosch van de buitenplaats Duinvliet terug CA uur). Naar de manteling over het landgoed West- hove en door het Overbosch van Duin vliet terug (3/4 uur). Naar het landgoed Schoon-oord (langs den straatweg), vervolgens links af, en door de bosschen van het landgoed Duinbeek of van Berkenbosch terug (llA uur). Naar de Oranjezon, door de manteling ach ter Westhove en terug langs het land goed Zeeduin. (3 uur). Naar Aagtekerke en over Oostkapelle terug (2 uren). In de kerk te Aagtekerke is beziens waardig het marmeren grafmonument der familie Thjbaut, in 1669 vervaar digd door den vermaarden beeldhouwer Rombout Verhulst. Naar Westkapelle en over Aagtekerke terug; de zeedijk en lichttoren te bezien (3'/2 uren). Aan de bezoekers der badplaats is het wandelen over deze landgoederen door de eigenaren welwillend vergund. Domburg-, 15 Juli. Door de wel willende en goede zorgen van den heer J. H. Düijvis zijn onlangs, naar photogra- phiën door hem genomen, een paar aardige geïllustreerde briefkaarten in den handel gebracht. Op de eene heeft men een gezicht op het dorp van den „hoogen Hil" of ,.het plateau", de andere geeft een kijkje op het badstrand. De plaatjes zijn scherp geteekend en netjes uitgevoerd en geven zeker een beter beeld van onze badplaats dan de vroeger uitgegeven geïllustreerde briefkaarten. Zij zijn ver krijgbaar in den bazar van den heer M. J. Scheijbeler en kosten ongezegeld 3 centen het stuk. DOOR 2) F. NAGTGLAS. „Wat 'n boel, wat'n averrechtsche rechts pleging," hoor ik een jong advokaat zeggen „geen proces-verbaal, geen papier gebruikt geen bezweeringen, geen wetsartikelen, geen vonnis, geen boete en zelfs een in het wetboek onbekende straf van den blaasbalg." Maar ik kan u verzekeren, dat de jongen nooit meer eieren heeft gestolen, en een braaf arbeider is geworden, die met dankbaarheid spreekt van den hardhandigen ouden schout. Als de stoere burgervader Zaterdagsavonds de smidse gesloten heeft, zich onder de pomp heeft gewasschen, dat het water ver in het rond spat en zich met een vochtigen schoteldoek heeft afgedroogd, kuijert hij langzaam naar de klapbank onder den breedgetakten lindeboom voor het raadhuis waar terstond de beste plaats voor hem wordt ingeruimd. Daar worden dan de dorpsbelangen besproken en allerlei kleine kibbelarijen en bezwaren beslecht en op aartsvaderlijke wijs vrede en vriendschap hersteld. Als ons dorpshoofd dan, als de klok negen heeft geslagen huiswaarts keert, slaapt hij spoedig in de hooge bed stede der sombere kamer nevens de smidse, naast zijne Keina met een gerust geweten de slaap des rechtvaardigen, dien nacht langer durende dan gewoon lijk, daar hij pas om negen uur in de kerk behoeft te zijn. Hij zit dan in de ambachtsheerenbank, is netjes in het zwart en boven de dikke witte das, glimt zijn gelaat door de vaatdoek met groene zeep duchtig afgeboend, als een spiegel. Hoe lang de dominee ook preekt blijven de oogen naar den stoel gericht en slechts nu en dan beschieten zij een oogenblik, gelijk ieder in de kerk wel eens gebeurt. Daar door wordt echter de aandacht slechts weinig gestoord, want de meeste leerredenen zijn aan den burgemeester bekend, die onlangs nog met zijne Keina besprak, hoe dominee de Zaadzaaier nu al voor de twintigste maal had laten uit gaan, maar 't bleef toch een mooi „stik". Aan het gezang neemt hij meer luid dan welluidend deel en soms met zooveel inspanning, dat zijn bleek bol gelaat paars rood wordt. Sedert vele jaren rust het stof van dezen braven man reeds onder een der heuveltjes op het kerkhof en vriendelijke roode, geele en blauwe bloempjes bloeien op dat graf. Ook in de herinnering leeft hij voort en onze tegenwoordige burgervader jonkheer mees ter Elseneur van Elsenhof, een gedistin geerd jongman, heb ik nog onlangs den ijzerboer zooals hij zeide, hooren loueeren, „daar in dien tijd de revenuen, de dépenses heel wat te boven gingen." Onze goede oude burgemeester placht te zeggen, dat hij wel het hoofd van de gemeente was maar de secretaris eigenlijk de hals die alles draaien deed. Knapper penvoerder dan Jonas van Diermen was er volgens zijn meening in gansch Neder land niet. Als men de secretarissen van Amsterdam, Rotterdam, den Haag en Utrecht in een flesch deed, ging zijn Edel achtbare in een ietwat hinkende vergelijking voort, zou er heel wat wijsheid in zulk een karaf zitten, maar het zou toch niet halen bij de kennis in het hoofd van onzen Jonas opgetast. Al wat in wetboeken, staats- en provinciale bladen gedrukt is of in notulenboeken geschreven stond, wordt in het hoofd van den secretaris netjes bewaard als in een kabinet met laden, waarvan men er slechts een heeft uit te trekken om het begeerde te vinden. Onze lange, bleeke, blonde secretaris schrijft nog altijd met een ganzenpen, doch zóó netjes dat geen schoolmeester hem verbeteren zou. In alles is hij even stipt en ordelijk en tegen ieder vriendelijk en goedhartig. Toch wordt hij ontweken daar hij stokdoof is, en hoewel hij de rechterhand als een klankvanger achter het oor houdt, verstaat hij toch doorgaans verkeerd en antwoordde eens op vragen van den gouverneur, zoo als de Commis saris des Konings op ons dorp altijd nog genoemd wordt, dat hij zes jaren oud was en acht en twintig jaren werkzaam op de secretarie. Dat lichaamsgebrek is ook waarschijnlijk de reden dat Jonas nooit getrouwd is. Toen hij ruim vijftig jaren oud was en er een anderen burgemeester kwam, vroeg Jonas die kort te voren van een bedaagde moeie een erfenisje had gekregen, ontslag en ging bij eene oude weduwe inwonen. Daar leefde hij vergeten en was vriendelijk, hulpvaardig en goed voor ieder die met hem in aanraking kwam. Kalm en rustig schenen zijn dagen voorbij te gaan, maar in de werkelijkheid was dit het geval niet, want achter dat hooge gerimpelde voorhoofd waren menig- malen eerzuchtige droomen gedroomd van een zonnigen levensweg, van belooning naar verdiensten, van diep gevoelde mis kenning en van bitteren levenssmart. Onze veelwetende secretaris stierf schier geheel onopgemerkt, en na korten tijd zou mis schien niemand zijn graf hebben kunnen aanwijzen, in dien niet zijn hond, de trouwe vriend zijner laatste jaren, een paar dagen na zijn ter aarde bestelling op den heuvel was doodgevonden. Onder onze dorpsnotabiliteiten behoorde ook de oud ontvanger, die jaren lang, de schattingen voor rijk en gemeente ingezameld had. Het was een eigenaardige persoonlijkheid. Klein van gestalte, donker van gelaat, was meneer Maintenon meestal gekleed in een zwarte rok en witte das, terwijl hij in jonger jaren liefst kaplaarzen droeg. Hij was van deftige afkomst en kon zich zeer beschaafd voordoen, maar nu en dan viel hij uit die rol en werd voor zijne minderen of wie hij als zoodanig beschouwde een rechte bullebak. Dan kon hij woest opstuiven en vloeken al& een ruwe zeebonk om niet lang daarna weer kalm te worden en zich te laten leiden als een lam. Het was vermakelijk hem, toen hij nog ontvanger was, op zijn kantoor te ontmoeten. Ieder jaar moest ik een kleinigheid daar offeren, en minstens duurde het een half uur eer men in dat bekrompen vertrekje zijn geld kwijt kon raken. Hij noch zijn klerk, bij wien veel overtollige groeikracht in het ruggebeen scheen vereenigd te zijn, konden den weg vinden in een verzameling van groote, vuile, beduimelde en verkreukelde regis ters, en het zoeken, ging onder onophoudelijk kakelen en brommen, waarbij nu en dan ook gescharreld werd in een ouderwetsch bureau met verholen laadjes. Eindelijk schenen meester en bediende het postje op het spoor te wezen, en werd men beleefd uitgenoodigd om over een half uurtje de kwitantie te komen afhalen. Erg denkende menschen schreven deze zonderlinge manie ren aan zekere plaaglust toe; dezelfde neiging welke er hem toe bracht om een besteld rijtuig soms uren te doen wachten, eer hij naar een vergadering reed, welke als hij soms haastig aankwam reeds afge- loopen was. Onder zijne eigenaardigheden behoorden ook vreemde spreekwijzen welke hii maar niet verkoos te veranderen, zoo noemde hij de Roomschen altijd Romeinen en de Doopsgezinder. Menno Simonisten. Onze ontvanger was de laatste nakome ling eener oude familie en de vreemde eigenschappen van dat geslacht schenen zich in zijn hoofd te hebben verzameld, zoo dat hij niet volkomen toerekenbaar mocht heeten. In zijn laatste jaren is hij ziekelijk en blind geworden, maar heeft, dank zij de liefdevolle zorg van huisgenooten, tot bij de negentig jaren geleefd. (Wordt vervolgd.) Geillustreerden Gids door Guide illustré de Illustrated Guide of verkrijgbaar en vente chez to be bad bij alle tous les libraires at all booksellers boekhandelaren Prix Price voor 10 cent. 2ó centimes. 10 cent. Antiquiteiten (Delftsch Aardew., Porselein, Zilverw.) J. A. WILLEKES DU BOIS, Middelb., L. St. Pieterstraat A 79. Apotheek. L. K. VAN DER HARST J.Jz., Middelb., Pottenmarkt K 412. Wed. A. A. NONHEBEL ZOON, Middelb., Ranged. A 88.

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1897 | | pagina 2