Bij C. H. J. VAN BENTHEM JUTTING te Middelburg is verschenen
eene nieuwe herziene uitgave van
DE EENIGE OFFICIËELE
Le Schuttershof est bon, la mer belle a
Dombourg
Si ce n'est done le Paradis,
(Ce serait presque mon avis)
Mettons, pour transiger, que e'en est le
faubourg!
Het Hótel de l'Europe had slechts
weinige logeergasten. Wat is daar de
reden van Ligt het aan dej ligging of
aan den pachterP Is het er te duurP
Ik zal er geen oordeel over uitspreken,
maar vreemd is het, dat een hótel, dat
toch werkelijk vele goede ruime kamers
bevat, nog zoo weinig in trek blijkt te
zijn.
Voor de zeebadinrichting is 1894 onder
de beste jaren te rekenen, alleen in 1892
werden pl. m. 300 baden meer gebruikt,
alle andere jaren blijven bij dit seizoen
ten achter.
Er zijn tot heden 3289 zeebaden ge
bruikt en wel 1592 heeren- en 1697 dames-
baden.
Binnenbaden in het Badpaviljoen werden
minder gebruikt dan in 1893 en wel 52
(tegen 136), waarvan 19 zeewaterbaden.
Het Badpaviljoen werd vrij goed be
zocht en de verbreede ruime veranda aan
de zeezijde diende vooral in den voor
avond aan vele badgasten tot een rustig
windvrij plaatsje. Ook op de avonden
wanneer er gedanst werd, bleek het nut
dier verbetering, waardoor men als toe
schouwer niet verplicht was in de zaal
te blijven, maar de lieve jeugd kon zien
rondhuppelen zonder zelf last te hebben
van de soms wel wat benauwde lucht in
de danszaal.
Behalve die gewone dansavonden op
Zaterdagavond, hadden wij dezen zomer
nog een paar concerten van de Weener-
kapel „Die Wiener Schwalben"een avond
voordrachten van den heer W. van Zuij-
len eene kinder-operette, waarbij een
tableau-vivant en een panopticum ver
toond werd en eene voorstelling van een
goochelaar, bij welke gelegenheden de
meeste badgasten op het appel verschenen
even als op den avond toen aan de Dom-
bursche Zangvereeniging in het Paviljoen
een prachtig vaandel werd aangeboden.
De tramomnibusdienst van Middelburg
naar Domburg heeft weder goede dien
sten bewezen en vooral in de maand
Augustus menigeen hier heen gebracht,
in September scheen, niettegenstaande de
weersgesteldheid toen beter was, de lust
om Domburg te bezoeken niet groot meer
te zijn, althans die dienst is reeds den
203ten dezer gestaakt. Een omnibusdienst
van Domburg naar Middelburg reed alleen
op marktdag (Donderdags). Geen onder
nemer schijnt er nog voordeel in te zien,
gedurende de zomermaanden een dage-
lijksche dienst aan te vangen zonder
subsidie.
En dit is juist niet te verwonderen.
Eenige jaren geleden werd een geregelde
omnibusdienst van Middelburg naar Dom
burg, visa-versa twee malen daags geor
ganiseerd, met een kapitaal van 2500.
Ongeveer twee jaren later moest die
dienst worden gestaakt, omdat het kapitaal
zoo goed als geheel verdwenen was, zeker
geen bewijs dat die dienst in bloeienden
toestand verkeerd heeft. Ook is een
omnibusdienst voornamelijk alleen eene
behoefte voor enkele personen; is een ge
zelschap drie of meer personen sterk, dan
kan even goed een rijtuig genomen worden,
waardoor men dan bovendien niet aan
uur van vertrek of terugkomst gebonden
is. Maar toegegeven dat een dergelijke
dienst een vereischte is en zonder subsidie
niet kan bestaan, wie moet dan die sub
sidie betalen Haar mijn oordeel in
de eerste plaats zij die van de badplaats
voordeel trekkende hotelhouders en wie
woningen en kamers verhuren, en dan
kan de benoodigde som gemakkelijk wor
den bijeengebracht. Maar dan moet de
deelneming algemeen zijn, anders hoort
men „Ja, ah ik verhuur wil ik wat geven
of „ah mijn buurman mede doetvind ik het
goed anders niet!"
En nu mag men zeggen dat is klein
geestig geredeneerd het feit bestaat.
De heer Nagtglas heeft in de beide
laatste nummers van het Badnieuws zijne
Gedachten over de toekomst van Domburg
medegedeeld. Gedachten, zegt men, zijn
tolvrij, maar wanneer die eenmaal op papier
en in druk zijn gebracht, dan mag men
die ook beoordeelen en nu hinkt, volgens
mij, de heer Nagtglas op twee gedachten.
Onder de bezoekers van Domburg zijn
twee partijen waar te nemende eene
houdt van Domburg zooals het is en komt
daar heen om het kalme rustige leven,
de andere zou gaarne meer uitbreiding
zien, meer openbare vermakelijkheden,
vlugge communicatie, kortom meer ont
wikkeling en vooruitgang.
Twintig jaren geleden schreef reeds een
Belg: „als wij een Domburg in België
„hadden, zou er reeds lang eene maat
schappij gevormd zijn met een paar mil-
„lioen voor exploitatie," en de toenmalige
I bezoekers dachten„gelukkig, dat Dom-
„burg niet in België ligt!"
Ook heden nog, geloof ik, vormen de
behoudslui de sterkste partij, maar hoe
dit zijn moge, wij willen ons daarin niet
verdiepen, maar thans nagaan, waarover
volgens den heer Nagtglas, voornamelijk
geklaagd wordt
1°. afgelegenheidook door gemis aan be
hoorlijke communicatie;
Dit ook zal wel moeten vervallen, en
1 over het gemis van communicatie hebben
wij hierboven gesproken, alleen willen wij
nog opmerken dat de heer N. zelf geen
al te goede communicatie verlangt (b.v.
spoorwegverbinding) aangezien die „wel
licht bezoekers naar ons dorp zouden
„brengen, die best gemist kunnen worden!"
2°. het smalle en door de paalhoofden voor
sommigen minder aantrekkelijk badstrand
Zoolang het beheer der kustverdediging
en zeeweringen aan het Polderbestuur van
Walcheren is opgedragen en dat bestuur
die paalhoofden noodig oordeelt (wat
trouwens niet altijd het geval is geweest)*
is daarin wel geen verandering te bren
gen. Dat er echter ook bezoekers zijn
van een tegenovergesteld gevoelen, erkent
de heer N. in zijne brochure „Domburg",
in 1882 uitgegeven: „Door deze kunst
werken (paalhoofden) wordt nu het strand
„in groote afdeelingen gescheiden, wat
„naar veler oordeel voor de badgelegenheid
„eer voordeelig dan schadelijk is, en aan
„het geheel iets gezelligs geeft."
3°. de duurtebij soms hoogst eenvoudige
inrichting van woningen en kamers;
Ja, als het op betalen aankomt, zijn
vele menschen niet best te spreken. Dat
men vroeger goedkooper een optrekje op
Domburg kon verkrijgen dan tegenwoordig
is waar, maar drukker verkeer gaat helaas,
niet met goedkooper leven gepaard en de
kamers mogen nu al niet weelderig zijn
ingericht, vroeger waren zij toch nog veel
eenvoudiger. De heer N. zegt dan ook
zelf dat er tegenwoordig drie uitnemende
hótels en in het dorp vrij goed ingerichte
kamers zijn en dat vreemdelingen als zij
over duurte klagen niet mogen voorbij
zien, dat de oogst hier in enkele weken
moet worden binnengehaald.
Ook is er, geloof ik, nog een andere
reden waarom de appartementen niet altijd
verhuurd worden. Konden de verhuur
ders besluiten bij de kamers, tegen billijken
prijs volle kost te leveren, dan zouden
zij die dikwijls veel gemakkelijker kwijt'
raken. In zeer vele brieven om inlichtin
gen wordt gevraagd om de prijzen van
pension in particuliere woningen en met
eene enkele uitzondering, kan men dat
hier niet bekomen, wat voor velen die
met hunne beurs rekening moeten houden
en voor wie de hótelprijzen te hoog zijn,
een groot bezwaar is.
4°. gemis aan openbare vermakelijkheden,
door vele bezoekers op een badplaats verlangd
hier zou ik willen lezen: „door eenige
„bezoekers ook op deze badplaats ver
langd", want men kan moeielijk eena
vergelijking maken met andere badplaat
sen wegens de bijzondere ligging van Dom
burg. Niet alleen zijn de kosten van
muziekuitvoeringen enz. hooger dan elders,
wegens den afstand van grootere plaatsen,,
maar men kan hier ook alleen op de
tijdelijke bewoners rekenen en niet op hen,
die zooals in Scheveningen en zelfs in
Ylissingen nog van buiten af die feeste
lijkheden komen bijwonen. Het is dus
altijd een betrekkelijk klein publiek dat
daaraan deelneemt, en daardoor kunnen
dan ook de groote onkosten voor goede
concerten vooral, onmogelijk worden goed
gemaakt. De kunst toch moge al niet
betaald kunnen worden, zij blijft niettemin
zeer duur.
Wat de heer Nagtglas verder in zijn
Gedachten over Domburg zegt, wat zijn
doel met zijn schrijven is, laten wij hier
rusten, onder instemming met zijne laatste
woorden, dat samenwerking en toewijding
voor de toekomst van Domburg zeer
gewenscht zijn.
Wij wilden alleen de klachten door hem
geuit, bespreken en zoo mogelijk weerleggen.
Klagers zullen trouwens wel overal te
vinden zijn en wij erkennen het gaarne
Domburg is lang niet volmaakt. Het heeft
echter zooveel goeds, zooveel eigenaardigs,
dat andere badplaatsen missen, dat wij
gerust met den schrijver van een, nu
tien jaren geleden, ingezonden stuk in de
Amsterdammer durven zeggen:
„Domburg is klein maar schoon,
„aantrekkelijk om zijne rustige en kalme
„omgeving. Wie het kent zal dit toe
stemmen, wie 't niet kent ga zich
„overtuigen en ik sta er voor in, dat
,,'t niet bij één bezoek blijven zal."
In de hoop dat velen een volgend jaar
aan deze oproeping gehoor zullen geven
en met een woord van dank aan inteeke-
naren en medewerkers voor hunne wel
willendheid eindigen wij hierbij den 12der»
jaargang van het Domburgsch Badnieuws.
Domburg, 27 September 1894.
H. J. B.
Gevonden voorwerpen.
Aan het Badpaviljoen: een heeren overjas.
WANDELRAAHT VAN
EN OMSTREKEN,
0,75
vervaardigd door C D. NAGTGLAS VERSTEEG, Civiel-ingenieur. Verkrijgbaar bij alle Boekhandelaren.
Te Domburg bij MejWed. TJEBBES ZOON.