De DETAILPRIJZEN van
zijn: Ojf?
c.
f 0.95 f 0.521 f 0.271
BADSTOELEN.
Groote Zaal
van het Badpaviljoen.
Vrijdag 7 Augustus 1891,
DANSMUZIEK,
Kinderbal tot 9 uur.
Openbare Godsdienstoefening.
Zondag 2 Augustus.
Ned. Herv. Gemeente.
Voorm. 9 uren Ds. F. Ch. Geebling.
Nam. Geen dienst.
Christelijk Gereformeerde Gemeente.
Voorm. 9 uren Ds. B. B. van den Hoobn.
Nam. 2 uren Ds. B. B. van den Hoobn.
De Baddokter Bebghege is dage
lijks te consulteeren in het Badpaviljoen,
des morgens tusschen 11 en 12 uren.
te huren tijdens den badtijd
gedurende den tijd, dat de huurder achter
eenvolgend den stoel bezet houdt f 0.10.
per week 1.
maand3.
seizoen. 6.
Wisselkantoor.
Tot wisselen van buitenl. muntspeciën
bestaat bij den heer H. M. Kesteloo gele
genheid.
des avonds 6 '/2 ure,
Domburg, 30 Juli. Niettegen
staande het ellendige weêr, de regen
kletterde den ganschen avond op het ter
ras en tegen de ramen der veranda, was
de groote zaal van het Badpaviljoen
gisteren avond geheel gevuld met badgas
ten en bezoekers, die de opvoering der
kinderoperette „De Prins van Sind" kwamen
bijwonen. En waarschijnlijk zullen zij
zich hunne wandeling door den regen
niet hebben beklaagd, want de uitvoering
was alleraardigdst en de costumes keurig.
Allen, zoo koning als sultan, prins als
prinses, volk en dwergen, kweten zich
uitstekend van hun taak en zongen aller
liefst. De dames L. hebben de badgasten
van Domburg weder zeer aan zich verplicht,
maar kunnen toch ook, dunkt me, met
genoegen op hun arbeid en genomene
moeite terugzien. Als klein bewijs van
hulde werd haar bij het einde der voor
stelling, nadat de verschillende acteurs en
actrices eene wandeling door de zaal ge
maakt hadden, onder luid applaudissement
van het publiek, namens enkele bezoekers
een keurige mand met bloemen over
handigd.
2) Iets over het uit- en inwendig
gebruik van koud water.
Wanneer er nog enkelen tegen uitwendig
gebruik zijn, veel grooter is het aantal
dergenen, die tegen het drinken van koud
water zijn.
Het wordt zelfs zoo weinig gebruikt en
bij velen bestaat er zulk een vooroordeel
tegen, dat men zich verwonderen moet,
men zich nog de moeite geeft, zooals op
verschillende plaatsen geschiedt, bij pompen
opschriften te plaatsen als Ongeschikt voor
Drinkwater en dat men zich de groote uit
gaven getroost aan het aanleggen van
waterleidingen verbonden. Als er toch
geen koud water gedronken wordt, zijn
deze waarschuwingen en inrichtingen zeker
overbodig.
De ondervinding leert ons, dat men
meestal als men dorstig is, gezegd wordt
geen koud water te drinken. Bij groote
koude heet het:
„Ik zou nu geen koud water drinken
„Waarom niet?"
„Omdat het zoo koud is!"
Bij hevige warmte eveneens:
„Ik zou nu geen koud water drinken
„Waarom niet?"
„Omdat gij zoo warm zijt!"
Aangezien nu in den regel niemand
koud water drinken zal, wanneer hij geen
dorst heeft, zoo volgt hieruit men nimmer
koud water drinken mag.
Wanneer zij die tegen het gebruik van
koud water zijn, naar de reden er van
gevraagd worden, antwoorden zij wel eens,
dat de oorzaak moet gezocht worden in
de overvloedige menigte water die de
aarde tijdens den zondvloed bedekte en
de afkeer daarvan het gevolg is, en als
bewijs wordt dan aangevoerd, dat eerst
na den zondvloed melding gemaakt wordt
van den wijn.
Zeker zijn sedert het gebruik van wijn
en sterke dranken, de liefhebbers van koud
water wel sterk verminderd en tracht men
tegenwoordig hun aantal weêr te vergroo-
ten door het oprichten van afschaffings-
en matigheidsgenootschappen, waarbij men
zich verbindt geen of althans weinig ster
ken drank of wijn meer te gebruiken.
Tegen het gebruik van water heeft men
zulke vereenigingen niet noodig.
Anderen verklaren hun afkeer door
hunne meening dat dorst geen natuurlijke
maar ziekelijke toestand is„want," zeggen
zij, „als men te veel eet dan is men niet
„hongerig meer, maar wanneer men te
„veel drinkt, dan wordt men wel dorstiger,"
en heel wijze lieden beweren dan ook
„O, als ge honger hebt, dan zijt ge
„gezondmaar daarentegen, echter niet
zeer logisch: „O, als ge dorst hebt, dan
„zijt ge ziek 1"
Als men ziek is en heeft dan als oppas
ser iemand die tegen het drinken van
koud water is, dan kan dit soms hoogst
onpleizierig zijn. Stel u een ziekenkamer
op een heeten zomerdag voor. Door de
hitte is het niet mogelijk iets- te eten,
maar drinken moet men, men kan het
niet laten. Daar komt de oppasser en
zegt
„Wat gaat ge daar drinken"
„Water."
„Het slechtste wat ge doen kunt. Gij
„moet warme thee drinken, dat verslaat
„den dorst en maakt u naderhand koeler!"
Om dat te gelooven als de thermometer
85° in de schaduw aanwijst, moet men
een sterk geloof hebben
Dat heeren liefhebbers van wijn, bier
of sterke dranken, geen minnaars van
koud water zijn, is zeer natuurlijk. Een
mensch kan geen twee heeren dienen en
zij, die aan iets meer pittigs gewoon zijn,
zien laag neêr op het gebruik van water,
waardoor men niet eens vrolijk of opge
wonden wordt. Als hij een ander een
glas water ziet drinken, haalt hij mede
lijdend de schouders op, zeggende: „hij
„is niet wijzer!"
Iemand beweerde eens„ik ben vol-
„maakt gezond als ik maar geen wijn of
„sterken drank gebruik". Een dokter die
sterk voor het gebruik van koud water
was, meende reeds een mede voorstander
gevonden te hebben, maar keek vreemd
op, toen de ander zeide: „Water!
„waarachtig niet, ik heb een afkeer van
„water, ik drink bier!"
Toch is de afkeer tegen het inwendig
gebruik even dwaas als tegen het uitwen
dig gebruik en volgens getuigenis van
HH. doctoren is water een eerste behoefte
voor het bewaren der gezondheid en de
eenige noodzakelijke drank, maar het moet
zijnfrisch, helder, zuiver, doorschijnend,
smaak-, kleur- en reukeloos, als het blijft
staan moet het luchtblaasjes vertoonen
en geen aanzetsel maken. Als een dezer
eigenschappen ontbreekt is het niet goed.
Ook moet het wel koud maar niet te
koud gedronken worden, want dan kan
het, als men sterk verhit is, doodelijke
gevolgen hebben.
Men ziet hieruit dat men bij het ge
bruik. van koud water nog al op vele
zaken te letten heeft en is het daarom
niet te verwonderen dat velen zoo al niet
met maten dan toch met mate zich houden
aan het gebruik van wijn of bier.
H. J. B.
Tan Houtens Cacao
per Kg.
per Kg. per Kg. per i Kg. bus.
j. mm k zoon.