Advertentiën en Adressen. ZEEUWSCHE STOOMBAKKERIJ li. I. van der Harst J.Ji .POTTENMAKKT K 411-12 i) LOVERENDALE. Antiquiteiten (Delftsch Aardew., Porselein, Zilverw Apotheek. Eigen bereide QUINA LA ROCHE m mmmms biljart. Banketbakkerij. Kortedellt - MIDDELBURG - Iiortedelft. Epines, Wellington's, Vanille Biscuit, Haagsche Hopjes enz. S@rfe©f§ ©f P£«y§p©§e Dagelijks VANILLE-IJS. Bedden, Dekens en Matrassen. Bloemisterij. Boekhandel. Brood-, Kleingoed- en Beschuitbakkerij. Na den overgang van Middelburg in Februari 1574 was Walcheren van de vijanden vrijgemaakt. De stad verkeerde in den jammerlijksten toestand, het platte land was geheel verwoest en bijna ontvolkt; toen de zomer naderde, waren de weiden ledig en de akkers onbebouwd. De Sou burg was een bouwval, Popkensburg lag verwoest, Westhoven was in de asch ge legd. Kerken waren er niet meer; die van Brigdamme was reeds vóór den aan vang der „troebelen" door een' booswicht in brand gestoken en de beeldbrekers hadden het werk begonnen, dat de geuzen van Vere en Vlissingen en de belegerden van Middelburg hadden voltooid, te gelijk de dorpen vernielende, de hofsteden afbre kende en verwoesting brengende over vee en veldvruchten Alleen de kerk van Gapinge werd niet onmogelijk geacht nog bruikbaar gemaakt te kunnen worden; wat van de overige niet geheel vernielde nog staande was gebleven, werd door den eersten harden wind nedergeworpen en kon slechts hersteld worden na een tijds verloop van dertig tot veertig jaren, in den tijd dus, als wij het eiland in vollen bloei en vrede zouden wanen. Het was een toestand van volslagen verwildering. De eerzame landbouwer, die het overschot zijner nog tot een jammervol leven ge spaarde huisgenooten in de steden gebor gen had, werd onder een verbloemden naam een zeeroover, en keerde niet meer terug tot zijn verloren akker en zijne uitgeplunderde woning. Toen trad eene nieuwe bevolking op. Zes weken na het verdrag van Middelburg krioelde het van vreemde kooplieden uit Antwerpen, die het Spaansche bestuur deden vreezen, dat hun bedrijf aan Zeeland zou ten deel vallen, gelijk ook na jaar en dag gebeurd is. Andere verdrevenen, vooral uit het zuiden, voegden zich bij hen, die tot het platteland waren teruggekeerd, en ontgon nen de wildernis. Wat een eigendom geweest was der spoorloos verdwenen oude kerk en van hare eenmaal schatrijke in stelling, of van de aanhangelingen des ouden landheers, ging over in handen van een nieuw geslacht, dat uit bescheidener stand was opgerezen tot het hooge gezag en van dezulken, die zich hier gevestigd hadden met talent en geld voor groote ondernemingen, met ervaring en doorzicht in zaken van staatsbeleid. Niet alleen was het land buiten de stadsmuren ver anderd van meesters, maar ook van lucht, want men ademde die der vrijheid in, eene genieting, die als onbekend was geworden aan de daar woonachtigen. Niets herstelt zich zoozeer, als de Natuur, wan neer de verwoestende hand der menschen zich wijdt aan de werken des vredes. Eerst werden de kasteelen en ridderhof steden bewoonbaar gemaakt, daarna de landelijke woningen ingericht tot aangename verblijven in den zomer. Bij dag stonden de stadspoorten open en de veiligheid van inkomen en uitgaan bracht een levendig verkeer teweeg tusschen poorter en huis man, die aan beiden welvaart en genoegen schonk. Bij den gegoeden stedeling ont waakte een algemeene zucht naar het buitenleven. Dit verschijnsel der toen malige maatschappelijke omwenteling in ons vaderland deed zich ongemeen sterk voor in Walcheren, met drie nu welva rende steden en zeldzaam liefelijke landouwen. Domburg zelf was eene jammerlijk ver woeste plaats, daargelaten of het vóór het tijdvak der rampen groote welvaart had gekend. Zeker is het, dat de uitnemend bevallige ligging den „onmachtigen toe stand" verre overtrof, waarin het dorpje met zijn fraaien titel, volgens Boxhobn in het midden der zeventiende eeuw, ver keerde. De eerste vermelding van het maatschappelijk leven der herboren eeuw van rust en genoegen in afwisseling met arbeid en zorgen leert ons Domburg kennen als een aantrekkingspunt voor landzaat en buitenlander. Als Anna Roemees hare vrienden in Zeeland bezoekt, geleerde, begaafde en aanzienlijke personen uit de stad, rijden zij naar Domburg en de uit spanningen van het niet onvermaarde ge zelschap worden ons met talent beschreven in het daarvan gedrukte Album: De Zeeusche Nachtegaal. De Dames en Hee-~ ren zingen en declameeren op den speel wagen, zitten drie aan drie met de knieën tegen elkaar en verbeuren panden, die bewaard worden op den schoot eener juffer van ieders voorkeur en op de plaats der bestemming genieten allen, wat thans weinig minder dan drie eeuwen daar te genieten valt, naar de immer stijgende eischen van den smaak des tijds. Naast Duinbeek en Westhoven, toen lang ver maard, al worden de fraaie landgoederen soms eenige eeuwen te oud gemaakt, waren met de nieuwe orde van zaken in het begin der zeventiende eeuw, gronden be schikbaar gekomen, waardig om gewijd te worden aan den opbloeienden toestand van het buitenleven. Mettertijd treffen wij dan daar grootere of kleinere, meer of minder bekende lustverblijven aan en wel, van het genoemde zomerverblijf der Middelburgsche Abten afgerekend: Duin vliet, Hoogduin en Landlust. In het uiterste westen en, althans naar de tegenwoordige grenslijn, voor zooveel betreft het gedeelte, waarop het huis stond, op Domburgsch rechtsgebied, lag Loverendale. Of het, gelijk Soetendale bij Serooskerke, Bloemen- dale binnen Domburg en Mariëndale en dergelijke, eerst eene vrome stichting was, en door wien het als zoodanig of als een lusthof werd aangelegd, is misschien nog niet nagegaan en blijft aldus vergeten. Op den grond, mede ten westen van de plaats, waar het huis van Loverendale stond, is het tegenwoordige Bad-hotel opge richt, en deze is wel de voornaamste betee- kenis, die men thans aan het voormalige buiten moet toekennen. De plaats van het huis, kenbaar aan den rechthoekigen en met elk jaar verzandenden vijver, draagt den naam van „eilandje", hoedanige de drie genoemde huizingen, jammerlijk ge noeg, alle geworden zijn. Volgens de kaart van Walcheren door de bekende landmeters Hattinga, strekte Loverendale zich in het midden der vorige eeuw uit tot aan den tegenwóordigen straatweg; de grond vormt een rechthoekig trapezium met de duingrens tot schuine zijde. In een contract van 1778 wordt uitdrukkelijk alleen gewaagd van „het Bosch" Loveren- daal, zoodat toen het huis reeds afgebro ken waswij zullen de aannemelijkheid dezer onderstelling later doen uitkomen. De beplanting echter moet nog lang be staan hebbenalthans heb ik nog perso nen gekend, die het weiland vóór „De Broodkiste" als niet zoo heel oud voor stelden. Als eigenaar van gemelde buitenplaats, zonder evenwel te weten of hij tevens daarvan de stichter was, kennen wij Mr. Gerard Cbommon. Hij was geboren te Goes, en werd secretaris zijner geboorte stad in 1653. Hij vertegenwoordigde deze in de Admiraliteit van Zeeland, en werd daarna door de provincie afgevaardigd naar de Staten-Generaal, totdat hij in 1660 daar vervangen werd door Martinus Crommon, later lid van den Raad van State der Vereenigde Nederlanden. Zooals blijkt uit de voortreffelijke en voor alle be schaafde Zeeuwen onmisbare Levens schetsen, bewerkt door den heer F. Nagt- glas; op blz. 574, bestond er door het huwelijk van Catharina Crommon met Martinus Veth, sinds 1678 heer van West- kapelle, en door diens broeders-dochter Barbara met Eduwaldus van de Perre verwantschap tusschen de geslachten Crom mon en van te Perre. Niet zonder deze betrekking, hetzij door erfenis of aankoop, zal Loverendale het eigendom geworden zijn van den merkwaardigen man, van wiens verdiensten wij, naar aanleiding van dit niet bloot toevallig gekozen onder werp, hier iets wenschen te zeggen. Het moge dienen tot verlevendiging zijner goede gedachtenis, waarvan de herinnering zoo zeer begint te verflauwen, dat, toen het den 9 April 1890 honderd jaar geleden was, dat hij overleed, niemand melding van hem maakte, zelfs niet in de weten schappelijke instellingen, door hem vorste lijk beweldadigd, en in welker vergader zaal de welsprekendste Nederlander dezen onsterfelijke zoon van Zeeland eene onver gankelijke getuigenis schonk van zijn zeld zaam groot aandeel in alles, wat de mensch- heid tot haren hoogsten adel verheft. (Slot volgt.) Amsterdam. J. G. Fredebiks. W. G- BAL, Middelburg, Krommeweele L 27. J. A. W. DU BOIS, Middelburg, Lange St. Pieterstraat A 79. MTDDEXjEUBQ-. met en zonder staal, f 1.30 per flacon. EMSER-PASTILLES 60 cent per doos. Badstoelen. J. F. SCHEIJBELER, Middelb., Vlasmarkt L 17 (Reparatie). Bierhalle. ÏIlllilTP DOMBURG, KRUIDENIERSWAREN. COMESTIBLES. BADCOSTUMES. Paard en Rijtuig te Huur. J. LAGTER, Middelburg, Ylasmarkt L 13. A. BLAAS, Middelb., buiten de voormalige Dampoort T 105. VAN BENTHEM JUTTING, Middelburg, Kortedelft G 1. F. B. DEN BOER, Middelb., Langedelft I 16 (Muziekhandel). K. LE COINTRE, Middelburg, Burg B 16 (O. en N. handel). E. P. DHUIJ, Middelburg, Lange Burg B 10 (Boekbinderij). R. M. SMITS, Middelb., L. Giststraat E174 (Boek- enMuziekh.) J. BIMMEL, Domburg. W. DE VOOGD,Domb. (Winkelier, dagel. versche eieren, boter).

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1891 | | pagina 2