D0IBUR6SCH BADNIBDWS ^clitste jaargang- \o. ÏO. Zaterdag, 6 September 1890. Y "v^sEEiynnDELiisra-EisrijiJ'ST. Aangekomen vreemdelingen, Wat een Belg zestien jaar geleden over Domburg schreef. itf* EN Het Domburgsch Badnieuws verschijnt iederen Zaterdag, gedurende het Badseizoen. Abonnement voor Nederland 1.voor het Buitenland f 1.25; afzonderlijke Nommers 0.10. Advertentiën 10 cent per regel; abonnement voor het seizoen 5 cent per regel. Adressen, bevattende naam en woonplaats, tegen ƒ0.60 voor het geheele seizoen. Bureaux: te Domburg, bij den Heer H. M. Kesleloo, te MIDDELBURG, ter drukkerij van C. H. J. van Benthem Jutting St. Pieterstraat F 33. Hoogwater te Domburg. Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag 11 Vrijdag Zaterdag 6 Sept. vrm. 7 8 9 10 12 13 6.— L. 7.16 8.37 9.46 10.40 11.24 12.2 12.35 van 28 Aug.4 Sept. In het dorp; Aantal personen Mejonkvr. C. van Asch van Wijck Utrecht. Mej. A. van den Berg id. Mej. W. van der Hagt Rotterdam. Mej. M. Loeff Koudekerke. Mej. C. Loeff id. Mevr. Pompe vanMeerder- voort en familie 2 Bieselinge. -In het Bad-H&tel: dhr. en Mevr. Berdenis van BerlekomvandenBroecke 2 Middelburg. Fraulein von Doemming Wiesbaden, dhr. Friedr. Müller Berlijn. In het Schuttershof: dhr. Ludwig Kaltwasser 1 Wiesbaden, dhr. Willy Louis Peeher en familie 4 Antwerpen. Dames van Valkenburg van de Kreke 2 Rotterdam. In „Villa Marina." dhr. Prof. Dr. de Cock en familie 2 Gent. Gebruikte Baden. Hceren. Dames. Totaal. Vrijdag 29 Aug. 26 23 49 Zaterdag 30 12 11 23 Zondag 31 1) 4 7 11 Maandag 1 Sept. 27 17 44 Dinsdag 2 13 5 18 Woensdag 3 99 15 13 28 Donderdag 4 99 10 5 15 107 81 188 De 33a,<i<iol£tei.* Bergheoe is dage lijks te consulteeren in het Badpaviljoen, des morgens tusschen 11 en 12 uren. Openbare Godsdienstoefening. Zondag 7 Sept. Ned. Herv. Gemeente. Yoorm. 9 uren Ds. F. Ch. Geerling. Nam, 2 uren Ds. F. Ch. Geeeling, Doops- bediening. Christelijk Gereformeerde Gemeente. Voorm. 9 uren Ds. B. B. van den Hoorn. Nam. 2 uren Ds. B. B. van den Hoorn. Wisselkantoor. Tot wisselen van binnenl. en buitenl. muntspeciën bestaat bij den heer H. M. Kesteloo gelegenheid. NAAR HET FRANSCH. Uit de «Chronique Bruxelloise" vanL'officede Publicité. Het eigenaardige van deze Brusselsche kroniek is, dat zij geschreven is in het Badhotel te Domburg, een dorp, gelegen in het westen van het eiland Walcheren in de duinen, vlak aan zee en toch geheel in het groen verscholen. Er zijn hier fraaie boomen bijna tot aan het strand en de geheele weg van Vlissingen over Middel burg hierheen is zeer lief, hoewel wat lang, ongeveer twee en een half uur rijden. Wij hadden echter van den spoorweg van Vlis singen tot Middelburg kunnen gebruik maken, hetgeen onze toer per rijtuig bij na een uur zou hebben verkort, en ik geloof wel dat de meesten dat doen, die van Vlissingen naai Domburg gaan. Wij waren om één uur 's middags van Ant werpen vertrokken en de stoomboot op Londen de „Baron Osg" had ons naar Vlis singen gebracht, alwaar wij om half zes aankwamen. Daar de zee nog al woelig was, duurde de ontscheping vrij lang, zoo dat wij eerst om zeven uur van Vlissingen vertrokken. Wij reden Middelburg door, zonder er op te houden, slecht even stonden wij stil in het voorlaatste dorp (Serooskerke) en kwamen om half tien op Domburg aan, dus te laat om bij onze aankomst de schoon heden van het landschap te bewonderen. Trouwens ik ben juist hier om ze te leeren kennen, maar op dit oogenblik ken ik nog slechts het souper van het hotel cn ben ik om vier uur opgestaan om deze berich ten te schrijven, die de postbode van middag om 1 uur zal medenemen. Ik heb een kamer in de benedenverdie ping van het hotel. Zij is hoog, luchtig, met witte muren en een groen en grijs gestreept tapijt. De meubileering is maar schraal, maar natuurlijk zeer zindelijk, want wij zijn in Nederland, 't Is zoo eenvoudig mogelijk; de kamer heeft twee bedden, maar ik heb haar voor mij alleen. Twee ledikanten van witwerkershout, een tafel met een groen wasdoeken kleed, dat er met koperen nageltjes opgespijkerd is, een waschtafel met marmeren blad, een kast ennog een meubel, eeu kapstok aan den muur en een aan de deur, twee mattenstoelen en een vouwstoel, witte gordijnen aan het bed en aan de ramen en een kleine heldere spiegel. Een deur met groote glazen ruiten, aan de buiten zijde met zonneblinden, geeft uitzicht op een grasperk. Nu kent gij de plaats waar het lieve Roosje leeft en ademtDat lieve Roosje, wel te verstaan, ben ik. Gij ziet dus er heerscht niet veel weelde, maar men ademt er vrij en er is iets netjes en fatsoenlijks. Die glazen deur, die in den tuin uitkomt is zeer gemakkelijk en die groote zonneblinden moeten eene uitste kende bescherming zijn tegen de heete zonnestralen. Maar op dit oogenblik krijgen wij de zon niet te zien, de groote hitte is over, groote wolkgevaarten ijlen door de lucht en telkens vallen er hevige stort vlagen. Het was dan ook tijd, want de schoone weilanden van Walcheren anders zoo groen, zijn het nu niet meer en ik zag er verscheidene dor en met geele plekken, maar deze regenbuien zullen ze wel doen herleven. Het eiland heeft overigens nog altijd zijn mooie belommerde Wegen, met klinkers bestraat en goed onderhouden, waar de hooge takken der boomen zich tot een gewelf vormen boven het hoofd van den reiziger. Op verschillende plaatsen worden ze door hooge beukenhagen ingesloten, even als te Versailles; en die slingerende wegen met die berceau's en beukenhagen doen u meer denken aan de dreven van een fraai park en hebben iets voornaams, maar tegelijk iets bescheidens en liefelijks. Ik zal u daar nog Wel meer van vertellen, maar op dit oogenblik, zoo pas aangekomen, zou ik mijne verbeelding moeten laten werken en ik wil goed zien om goed te kunnen beschrijven. Als men met de Engelsche boot van Antwerpen naar Vlissingen gaat, kan men soms genoodzaakt zijn tot Londen meê te moeten varen. Het was mooi weêr toen wij met de „Baron Osy" naar Zeeland ver trokken, maar de Schelde was toch een beetje woelig en een bei'icht uit Vlissingen maakte ons wel wat ongerust voor de ont scheping, daar wij met een bootje van boord zouden moeten gaan. Want wij hadden dames bij ons en als de Schelde voor Antwerpen een beetje woelig is, dan is die te Vlissingen een woeste zee. De stoom boot lag nog aan de kade en wij konden dus nog per spoor gaanmaar wat een verschil van reis Wij waren nu eenmaal aan boord, het was dus vernederend om terug te keeren wij bleven dus en de boot vertrok. Onder weg werd het weêr slechter, het regende en de wind stak op't is nog een heel eind van Antwerpen naar Vlissingen, om 1 uur waren wij vertrokken en om kwart over vijven waren wij in het gezicht van Vlissingen. Men had uit Antwerpen om de groote sloep getelegrafeerd dat was nog al geruststellend, maat de grootste sloep beteekent niet veel aan den mond der Scheldemen kon de beweging goed op de stoomboot gevoelen en menige pas sagier verbleekte. De sloep kwam met zes flinke roeiers. Het was geene gemak kelijke zaak om aan boord te komen en het scheelde niet veel of zij geraakte onder het scheprad van de stoomboot. Zij sprong als een kakkerlak op de golven, benauwend voor ons, die er ons niet op lieten voor staan, zeebeenen te hebben. 'tWas dus niet erg uitlokkendmaar men moest ofmeêvaren naar Londen, want de „Baron Osy' kon niet wachten. Ieder hield zich zoo goed hij kon. De dames gedroegen zich als ware heldinnen. Tel kens als de sloep naar boven kwam, werd er een passagier ingestopt en wij tuimelden over elkander heen, er in. De sloep was zeker groot, maar ook het aantal passagiers was groot en toen allen er in waren, was de boot vol. Twee vrou welijke passagiers en een kind werden zeeziek, met al de gevolgen van dienDe

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1890 | | pagina 1