Advertentiën en Adressen. I.
mwm aiiWMMW
Uit overgrootmoeders brieventasch
Johanna Baard, „de Roode Leeuw."
BIL J V JR T.
Koninklijke Fabriek van
Bedden, Matrassen, Dekens enz.
van 1.1. PENNOCK, Middelburg.
Wisselkantoor.
Tot wisselen van binnenl. en buitenl.
muntspeciën bestaat bij den heer H. M.
Kesteloo gelegenheid.
1) door
F. NAGTGLAS.
Duinzicht, den 20 Juli 1789.
Toen verleden Dinsdag morgen mijn hart
pijnlijk klopte bij ons afscheid op den
steiger te Botterdam, beloofde ik je vast,
onze reis naar Zeeland heet van den rooster
te zullen overbrieven. Nu ga ik, meisje
lief, deze plechtige belofte vervullen, geze
ten in het palmprieel van ooms buiten
onder Oostkappel. Uit dat, op een bergje
gelegen looverhuisje, zou ik het kleine,
maar o! zoo lieve Duinzicht tot aan het
heerenhuis kunnen overzien, indien niet
een boschje van dicht kreupelhout in den
weg stond. Nu heb ik vóór mij een dreef
van, als een berceau geschoren linden, waarin
tallooze „veugeltjes", zooals de oude tuin
baas van morgen zei, fluiten, sjirpen, kirren
en vroolijk dartelen. Aan het eind van de
laan, bij het goudvischkommetje, staat
een Venus, gelukkig van steen, want anders
zou die arme naakte godin der liefde in
deze frissche morgenlucht wel huiveren van
koude, en nu zelfs voel ik de begeerte
opkomen om mijn warme pelisse over haar
bloote schouders te slaan. Nevens mij, over
de dulve, zoo als zij hier een sloot noemen,
zie ik, over een welig weiland, waar boven
leeuwerikken zingend klapwieken, op de
blonde duinen, die zich als een gebergte
verheffen en mij aan Zwitserland doen
denken, van welk bergland je oom de kapi
tein zoo aardig vertellen kon. In het gras
liggen de pas gemolken koeien in logge
tevredenheid te herkauweneen paard en
een veulen, dat ze hier een kacheltje
noemen, grazen er tusschen en in de verte
zie ik een proper boerinnetje, zóó knap,
als men ze bij ons nimmer onder de oogen
krijgt, met de gevulde melkemmers in flin-
ken tred huiswaarts keeren. Wat is het
toch heerlijk in de schoone natuur, liefste!
Gij weet hoe ik dweep met het landleven
en het geheel ééns ben met den dichter
Poot, wanneer hij zingt: „Hoe genoeglijk
rolt het leven des gerusten landmans heen".
Zulk een boerinnetje zou ik kunnen benij
den, maar ik zal over dat onderwerp liever
niet verder uitweiden, want mijn lieve
Susepie heeft niet veel op met de Herders
zangen, door haar wel eens berijmde snorre-
pijperijen genoemd, en ik ben niet vergeten
hoe zij beweerde, dat mijn lievelingsdichter
Ehijnvis Feith eigenlijk een sentimenteele
kwant was. In al het overige blijven wij
echter, lieve beste, „twee zielen, gloeiende
aaneengesmeed".
Ouder gewoonte, meisjelief, ben ik weer
akelig aan het afdwalen, daar ik diende
te beginnen met je onze reis te verhalen.
Toen gij met je moeder vertrokken waart,
bleven wij nog een tijd lang op het dek
en zagen hoe eerst de huizen en het mast-
bosch van schepen aan de rivier, en vervol
gens de torens van het kooprijk Botterdam
langzamerhand zich oplosten in een blauwen
nevel. Het is een schoon gelegen plaats.
Herinnert gij je nog hoe mijn goede oom
Daniel, de pokdalige beurspilaar zoo als
gij hem noemdet, zich placht te ergeren als
wij de Maasvorstin prezen boven het groote
Amsterdam.de stad bij uitnemendheid. Maar
ter zake, zoo als neef de notaris pleegt te
zeggen. Het Zeeuwsche jacht gleed, door
een frissche bries uit het noordwesten (mijn
lieve schat merkt dat ik al zeemanschap krijg
en de scheepstermen onthoud) voort gebla
zen, met volle zeilen over den breeden
stroom. Daar het vrij koel was, waarschuwde
tante Pim, het hoofd van ons reisgezelschap,
om naar beneden te gaan, waar zuster
Keemie reeds haar tabernakel had opgesla
gen en zóó vlijtig zat te breien, als of het om
haar leven te doen ware. Gij weet dat die
goeijerd wat bang voor de buitenlucht is
en nu al vreest voor de Zeeuwsche koorts,
die haar onverwacht bij de kladden kon
pakken. Voorbij Dordt, welke stad heel
prachtig aan de, door vaartuigen van allerlei
soort levendige rivier ligt, kwam de eerzame
Stijntje, de binnenmeid van tante, den
maaltijd opzetten, waarvan mooten over
heerlijke zalm, die een der schippersknechts
in het voorbijvaren gekocht had, den hoofd
schotel uitmaakten. Na het eten deden
wij een middagdutje en toen wij thee hadden
gedronken, plakte ik een dormeuse op,
sloeg een warme pelisse om en ging met
tante naar boven. Daar vonden wij eenige
passagiers uit de andere kajuit, waaronder
een paar offlcieren, die zich met beleefde
complimenten aan tante en mij lieten voor
stellen. De een was een edelman uit Gelder
land, die bij de gardes du corps in den
Haag had gediend en onzen goeden broer
Earel nog had gekend; de ander was een
Duitscher, premier-lieutenant in het regi
ment Anholt-Dessau van den graaf von
Fbanklitz. De Geldersman was een welge
maakt rijzig man, met een ovaal bruin
verbrand gelaat (hij had in de "West gediend)
een fraaien mond, tanden als ivoor en iets
ernstigs in den opslag zijner donkere oogen.
Zijn kameraad had aan madame la nature
minder verplichting, maar toch, zoo als
tante Piet zeggen zou, een knap bakkes.
Om mij te behagen, liet deze echter te veel
familiestolz blijken. Beiden waren echter
hubsche, gulle, polite lui, wel wat scheutig
met vleijerij, doch daar zijn het militairen
voor. Zij causeerden geestig en wisten
onderhoudend te vertellen van de assem
blees in den Haag bij onzen goedigen Erf
stadhouder en zijn statige koninklijke gema
lin, welke laatste nog niet best met onze
taal terecht kon, zoodat zij onlangs aan de
leden eener maatschappij van kunsten en
wetenschappen, die haar begroeten kwamen,
vroeg, welke kunsten de heeren toch wel
maakten? In aangename conversatie en
het beba'obelen van een hoop niemendallen,
vloog de tijd om. Het was een heerlijke
avond (ik bedoel in de natuur). Achter
donkere wolken kwam de maan statig op
en teekende zilveren lichtstrepen op de
woelige golven van de onafzienbare wateren.
Gij weet hoe dierbaar mij die schoone konin
gin van den nacht is en ik gaf haar een vrien-
delijken groet om aan mijne Susepie over
te brengen, in de hoop dat geen venster
luik haar verhinderen zal om in uw kamer
te kijken. Tante laat mij roepen om koffie
te komen drinkenstraks zal ik dezen
vervolgen.
Bovenstaande gedachte aan de maan
herinnert mij dien gezelligen avond toen
wij op het theesalet van neef Willem
te Utrecht den Zeeuwschen student Bel
lamy hebben ontmoet en deze zoo roerend
mooi een paar zijner gedichten opsneed.
Dat is al jaren geleden, en ik kan haast
met tante Pih zeggen „Wij worden oud,
kindDie kostelijke dichter ligt al drie
jaren onder den groenen deken. Weet
gij nog wel, hoe vriendelijk hij zekere
allerliefste blondine, die ik niet noemen
zal, met zijn heldere kijkers aanzag? Ik
geloof vast, dat als hij geen bekje had. gehad
op eene Zeeuwsche schoone, mijne Susepie
veel kans zou hebben gehad om zijne
Phillis te worden. Wat moet het toch
heerlijk zijn, lieve meid, om door een
dichter te worden bemind en bezongen.
Maar ik ga weer op zijpaden dolen. Wij
zaten dan heel aangenaam op het dek te
converseeren, toen de „deugdrijke maagd
Clarisse", alias onze goede tante Pim,
waarschuwde dat het tijd werd om naar
beneden te gaan, quasi om de avondlucht,
die de Zeeuwsche koorts op het lijf kon
halen, maar eigenlijk om voor de bienséance
haar nichtje met een zoet lijntje weg te
palmen. De heeren wenschten ons vriende
lijk wel te rusten, toen wij in de dompige
kajuit afdaalden. Ongelukkig had de schip
per vergeten den kaarsenbak behoorlijk te
vullen, zoodat wij ons met een pierige zes
moesten behelpen. Wij snoepten nog een
roemertje Bijnschen bleeker, waarvan een
paar flesschen waren medegenomen, speel
den enkele partijtjes domino, en nadat
tante met moeite bij de walmende vetkaars
een kapitteltje uit de Schrift had gelezen,
kropen wij welgemoed van een hoogen
stoel in de niet al te ruime kooi.
Wordt vervolgd.)
Antiquiteiten \Delftsoh Aardew., JPorcelein, Zilverw.)
W. G. BAL, Middelburg, Krommeweele L 27.
J. A. W. DL BOIS, Middelburg, Lange St. Pieterstraat A 79.
Apotheek.
L. K. VAN DEB HABST, J.Jz.,Middelb.,PottenmarktK412.
A. A. NONHEBEL, Middelburg, Langedelft A 88.
Badstoelen.
J. F. SCHEIJBELEB, Middelb., Vlasmarkt L 17 (Beparatie).
Bierhalle.
„Zum Franziskaner-Brau".
LANGEDELFT H 2 (nabij de Markt) MIDDELB ÜBG.
Gedurende den geheelen zomer IJSKOUD BIER op
natuurlijk, koolzuur. Echt FBANZISKANEB BEAU 20,
Prima HEINEKEN's GEESTE 10 cent per '/2 Liter.
DEN GEHEELEN DAG RESTAURANT. BILLIJKE PRIJZEN.
Bottelarij van Binnen- en Buitenlandsche Bieren franco Domburg.
Eenig depot te Domburg v/h. Franziskaner-Brau en Bottelarij,
Aanbeveler P. L. BRIELS, Propriétair.
IDOüVGBTTIRGt-.
KRUIDENIERSWAREN, COMESTIBLES.
U^V IXJOST L PAARD EN RIJTUIG TE HUUR
Bedden en Matrassen.
Euim voorhanden puike nieuwe BEDDEN, PAABDEN-
HAAB-, KAPOK- en ZEEGKAS-MATKASSEN, ook
SPBINGVEEE-MATEASSEN van af 9.—.
J. LAGTEB, Middelburg, Vlasmarkt L 13,
Bloemisterij.
A. BLAAS, Middelb., buiten de voormalige Dampoort T 105.
Boekhandel.
J. C. W. ALTOBFFEB, Middelburg, Kortedelft G 23.
VAN BENTHEM JUTTING, Middelburg, Kortedelft G. 1.
K. LE COINTKE, Middelburg, Burg, B 16 (O. en N. handel).
F. P. DHUIJ, Middelburg, Lange Burg B 10.
K. M. SMITS, Middelb., L. Giststraat F174 (Boek- en Muziekh.)