Aangekomen vreemdelingen,
DE ENGELSCHEN IN WALCHEREN
van 7 tot 14 Juli.
In het dorp:
dhr. Astro en familie
Freule P. C. Boddaert
Mej. J. Caland
dhr. W. Engelberta
Mevr. wed. Lantsheer-van
Lijnden
dhr. en Mevr. Nagtglas-
Gunning en familie
Mevr. Quintus-Wichers en
familie
Jhr. 0. Repelaer
Mej. Rooseboom
dhr. Rooseboom
dhr. K. Scholten v. Aschat
dhr. C. A. Sprenger
Mej. A. Vink
Mej. Voorhoeve
Mevr. Wagtho-Verbeek
Jongeheer A. Wagtho
dhr. Ds. Westerhuis en fam.
In het Bad-Hötel:
dhr. W. Pluijgers en fam.
Mej. A. Rooseboom
dhr. G. Wttewaal en fam.
In het Schuttershof:
Aantal
personen
11
Rotterdam.
Oostkapelle.
Wageningen.
Breda.
's Hage.
Utrecht.
Groningen.
Apeldoorn.
Rotterdam.
Amsterdam.
Breda.
Middelburg,
id.
Rotterdam.
Tholen.
id.
Terneuzen.
Rotterdam.
id.
Alkmaar.
6. Naar Aagtekerke en over Oostkappel
terug (2 uren).
7. Naar Westkappel en over Aagtekerke
terug; de zeedijk en lichttoren te be
zien (3'/2 uren).
Aan de bezoekers der badplaats is het
wandelen over deze landgoederen door de
eigenaren welwillend vergund.
2) door
F. NAGTGLAS.
dhr. J. Bergmann
Barmen.
dhr. Mr. J. F. Bijleveld
Arnhem.
dhr. Blanke
Barmen.
Mevr. wed. H. J. ten Ham
's Hage.
Mevr. Heufke Kantelaar
id.
dhr. W. A. C. van Laer
Zwolle.
Badgasten en logees hebben vrijen toe
gang tot het Bad-paviljoen, de Leeskamer
en verdere inrichtingen. Ter lezing liggen:
TIJDSCHRIFTEN.
Illustrated London News.
The Graphic.
Punch.
Bow Bells.
Argosy.
LTllustration.
Ueber Land und Meer.
Die Gartenlaube.
Schorer's Familienblatt.
Fliegende Blatter.
Holl. Illustratie
Nederl. Spectator.
Nieuw Zondagsblad.
Uilenspiegel.
Hum. Album.
Eigen Haard.
De Portefeuille.
De Huisvriend.
De Gids.
De Huisvrouw.
De Globe.
Aarde en haar Volken.
De Natuur.
De Navorscher.
Vragen van den Dag.
COURANTEN.
Nieuws van den Dag. Zondagsblad.
Utrechtsche Courant. Middelburgsche Courant.
Nieuwe Rotterdammer. Indépendance.
Algemeen Handelsblad. Kölnische Zeitung
Weekblad Amsterdammer. Courier de Schéveningue.
Aanbevelenswaardige Wandelingen.
1. Door de manteling en door het over-
bosch van de buitenplaats Duinvliet
terug ('/2 uur).
2. Door de manteling over het landgoed
Westhove en door het overbosch van
Duinvliet terug (3/4 uur).
3. De straatweg tot aan Schoon-Oord,
vervolgens links af, en door de bosschen
van het landgoed Duinbeek of van
Berkenbosch terug (1 Va uur).
4. Door de manteling achter Westhove
naar de Oranjezon, en terug langs de
landgoederen Overduin en Zeeduin
(3 uren).
5. Bij laagwater naar de in de achttiende
eeuw ontdekte oude begraafplaats aan het
strand achter Westhove en terug (1 uur).
De wijsgeer Emerson merkt in zijne
voortreffelijke Representative Men op, dat
Napoleon een onbedwingbare hartstocht
had voor knaleffecten en altijd schitteren
en verbazen wilde. Dit bevestigt ook zijn
Bulletin van 30 April. „De Oostenrijksche
armee is als verpletterd door het vuur
des hemels, 't welk den ondankbaren, den
onrechtvaardigen, den trouweloozen straft.
Zij is vergruiseld. Al de legerkorpsen zijn
vernield en even als te Jena heeft men
thans opgemerkt dat het lot des oorlogs
bijzonder degenen getroffen heeft die er
de bewerkers van waren."
Als men zich den indruk dier knetterende
woorden voorstelt, gelezen door een beza
digd Hollander in een rustige huiskamer,
of kalm studeervertrek van onze, toen
vooral, zoo stille stad, kan men zich be
grijpen, dat heldere hoofden destijds reeds
begonnen te ontwaren, dat het helle vuur
werk aan het uitbranden geraakte en
fluisterend voorspelden, dat het na misschien
nog enkele donderende moordslagen, als
een verbruikt latwerk in één storten zou.
Vestigen wij thans den blik naar het
binnenland, dat echter in onze couranten
niet veel plaats eischte. Op den troon
van Holland zat de 31jarige Bodewijk
Napoleon door het volk naar zijn slepen-
den gang „den lammen koning" genoemd,
met weerzin te luisteren naar de dagelijk-
sche lessen uit Parijs. Zijn huiselijk
geluk liet nog al wat te wenschen over.
De jeugdige levendige Hortense kon zich
maar moeilijk schikken in het nevelige
stille Holland, en ging doorgaans op reis,
wanneer zekere admiraal niet aan het
hof was. Ook in zijn land beleefde de
koning niet veel blijde dagen, want onge
luk op ongeluk kwam tijdens zijn bestuur
het vaderland teisteren. De ramp van
Leiden was nog in schrikvolle herinnering,
toen de ontzettende watervloed van 14 Janu
ari 1808 de dijken kwam bestormen
en in Zuid-Beveland en Wolfaartsdijk alleen
een schade van ruim anderhalf millioen
veroorzaakt. De parochie Kruiningen had
toen, volgens eene opgaaf in de Middelb.
Courant van 1809, een verlies van ruim
vier ton geleden.
Doch oneindiger grooter was de schade
door de dijkbreuken, vooral in Holland
en Gelderland, in Januari 1809, te weeg
gebracht. Bij buitengemeen hoogen wa
terstand was het onder zeer ongunstige
omstandigheden omstreeks half December
gaan vriezen. Een maand later kwam
het ijs in beweging en braken enkele
dijken door; daarop volgde weder vorst
tot in de laatste dagen dier maand en
terwijl zware ijsdammen op verschillende
plaatsen het afstroomen van het water
belemmerden, viel er plotseling eene sterke
dooi. Schrikbarend waren de gevolgen.
De Bijn-, Waal-, en Maasdijken bezwe
ken en uitgestrekte landstreken werden
overstroomd en toen op den 30 Januari
bij een orkaan de reeds zoo zeer gehavende
dijken door water en ijs nog feller werden
bestookt, scheen het land langs onze rivie
ren den ondergang nabij. De berichten
in de Middelb. couranten dier dagen zijn
vrij nauwkeurig en komen goed overeen
met het later uitgegeven gedenkboek.
Brieven uit Gorkom verhalen van de
gevaarlijke toestand waarin deze stad ver
keerde en roemen den moed, den ijver
en de welwillendheid door koning Lode wijk
destijds betoond. Men zag hem op de
meest bedreigde punten, meermalen was
zijn leven in gevaar, en toen er te Gorkom
een wieling ontstond, en men den ondergang
der stad vreesde, wedijverde de koning
met de karabiniers zijner garde om steenen
aan te dragen, waardoor het gelukte den
aandrang van het water te beteugelen Bij
dat werk had niemand zich verdienstelijker
gemaakt dan de 22jarigen aide-ceremonie-
meester onze latere minister Hendrik
Jacob van Doorn en het ridderkruis dei-
Unie dat de koning aan den zoon van
den landdrost van Zeeland vereerde, was
ten volle verdiend en werd hem zeker
niet misgund.
Na de rampen kwam weldadigheid de
wonden zooveel mogelijk heelen. Er werd
meer dan een millioen gulden ingezameld.
Zeeland waarvan de, met zoo veel gejuich
ingehaalde Franschen, ons reeds een groot
gedeelte der vroeger opgespaarde pennin
gen hadden afhandig gemaakt, bracht echter
nog ruim ƒ25000 samen, waarvan te Mid
delburg meer dan f 12000 werden gecol
lecteerd.
In de courant van 1 April vindt men
de publicatie dat met den 30 dier maand
het Wetboek Napoleon zou worden inge
voerd. Het ontbrak in de dagen van
koning Lodewijk niet aan wetten en
verordeningen, welke voor zoo ver zij van
hem zelf uitgingen zich door zekere goed
moedigheid en vaderlijkheid onderscheiden
en alzoo in scherpe tegenstelling waren met
de ruwen vorm, waarin zijn keizerlijken
broeder gewoon was te bevelen. Doch
die voorschriften, dikwerf eene overijlde
toepassing van ware beginselen, waren
maar zelden gerijpt in het hart des volks,
waaruit noodzakelijk volgde, dat zij van
geringen klem en korten duur waren.
Zoo ooit dan is destijds, en vooral later
onder het laaghartige bedorven Fransche be
wind gebleken, dat de waarde van een volk
niets gemeens heeft met de uitnemendheid
der geschreven wetten, maar alleen gevon
den wordt in de deugd der individuen.
In het begin van Bloeimaand, zoo als
men toen zeide, kwam hier bericht dat
de koning aan het departement Zeeland
een bezoek zou bréngen, wat spoedig door
de courant werd medegedeeldwaarna ter
stond eenige logementhouders kennis gaven
o. a. zekere Meiboom in den Langendelft,
dat er gedurende dien tijd open bal zou
zijn tegen rijksdaalder de persoon;
feesten op welke waarschijnlijk de claques
en Brabantsche ballonhoeden niet noodig
waren, welke in dezelfde courant te koop
werden aangekondigd. Op den avond van
den 10 Mei kwam de koning van de reis
over Tholen, Schouwen en Zuid-Beveland,
met zijn jacht te Middelburg en nam,
met een talrijk gevolg, zijn intrek in het
paleis in de Abdij. Den volgenden mor
gen, Hemelvaartsdag, was de stad in