DOMBURG ALS BADPLAATS. Aantal personen Mej. de Bruijn-Prince Freule H. Ram dhr. J. J. I. Sprenger en fam. dhr. mr. F J Sprenger dhr. M. J. J. Sprenger dhr. en Mevr. \V. J. Spren- ger-de Brnijn en familie Mej. Steilen Mej. M. S. Tak Mej. E. J. C. Tak Dames Wagtho en familie In hef Bad-HSfel: dhr. Rich. Andreae en fam. dhr. dr. van den Berg en fam. Fraulein H. du Bois Mej. L. W. Bonman Mevr. de wed. de Bruijn- Boddaert Mej. M Forsten Mevr. Grelingcr en familie 3 Mevr. A. Hollman dhr. D. W. Kievits dhr. en Mevr Lueardie 3 Fraulein E. Metz Mevr.de wed. Millies-Strick van Linschoten dhr. P. Petsch-Goll en fam. dhr. van Wagtendonk In het Schuttershof: Pan. Soesterberg. Middelburg, id. Alport (Canada) Middelburg, id. id. Kampen. Tholen. Frankfort a/M. Nijmegen. Frankfort a/M. Utrecht. Middelburg, 's Hage. Zeist. Hilpolstein. Amsterdam. Gent. Frankfort a/M. Utrecht. Frankfort a/'M. Harderwijk. dhr. C. Alberda Assen. dhr. Brevet Middelburg. Mevr. de Prinses Bibesco en familie 3 Parijs. dhr. C. P. Chretien en fam. 3 Londen. dhr. L. Springer Amsterdam. dhr. Verheul Zaandam. Mej. C. Vos Leiden. Hulpkantoor der posterijen te Domburg. Geopend: op werkdagen van 93 en 67 uren. Op Zondagen van 912 en 67 uren. Yertrek van Middelburg vrm. 6.30 nam. 1. Domburg 4.45 1.30 Aankomst te Domburg 8.45 4.15 Middelburg 8.4.45 NB. Zondags vertrekt van Middelburg, zoowel als van Domb., alleen de eerste post. Telefoonkantoor te Domburg. Geopend op werkdagen van 92 en 67 u. Zondagen 912 67 Gelegenheid tot wisselen van bin- nenl. en buitenl. muntspeciën bij den heer H. M. Kesteloo. Openbare Godsdienstoefening. Zondag 3 Juli. Ned. Herv. Gemeente. "Voorm. 9 uur Ds. G. P. Ebuijff. Nam. 2 uur Ds. G. P. Ebuijff. Christelijk Gereformeerde Gemeente. Voorm. 9 uur Lezing. Nam. 2 uur Lezing. Bij den aanvang van den nieuwen jaar gang, brengt het Domburgsch Badnieuws, dat dit jaar zijn eerste lustrum of kroon jaar viert, aan allen die op deze badplaats vertoeven, of die door het lezen van dit blaadje blijken van belangstelling geven, een hartelijken groet. Aangenaam is het daarbij te kunnen mededeelen, dat het aanstaande badseizoen zich hier gunstig laat aanzien en wanneer geene onvoorziene omstandigheden, als stormachtig weer of besmettelijke ziekte daarin verandering brengen, zullen zoowel de hotels als de woningen van particu lieren geruimen tijd goed bezocht zijn. De verschillende villa's, waarover in het laatste nommer van den vorigen jaargang gesproken is, zijn zoo goed als voltooid en sommigen zijn zelfs reeds metterwoon betrokken. Over den meer of minder fraaien bouw dier huizen loopen de meeningen nog al eens uiteen, maar over den smaak moet men niet twisten en vader Cats zeide immers reeds: „Waer is doch oyt een steen geleyt, Daertegen niet en is geseyt?" Niet genoeg op de hoogte zijnde, om te kunnen bepalen, wanneer een gebouw al of niet „Stilgerecht" is afgewerkt, zullen wij ons geen oordeel aanmatigen, maar hoe dit ook zijn moge, wanneer men van het duin de naaste omgeving van het dorp beschouwt, getuigen die verschillende nieuwe villa's toch ontegenzeggelijk van vooruitgang en meerdere welvaart en bloei. Ook in de middelen van vervoer, die het verkeer met Middelburg en van daar verder met de geheele wereld moeten onderhouden, is eenige uitbreiding en ver betering waar te nemen; want, behalve de omnibusdienst die, met uitzondering van Zondag, dagelijks 's morgens 8 uur uit Domburg vertrekt om des middags 3 '/2 uur van Middelburg terug te keeren, is er nu een tweede dagelijksche dienst van Middel burg ondernomen, die om 1 uur van daar en des avonds 8 uur van Domburg terugrijdt. Deze laatste zal bewoners van Mid delburg en omstreken zeker wel eens verlokken, eenige kalme uurtjes aan bet strand of in de manteling van Domburg te komen doorbrengen. Versnelde middelen van vervoer, lokaal- spoor of stoomtram, zijn er nog niet, maar door verreweg de meeste badgasten, althans door ben, die meer dan een vluchtig be zoek brengen, worden die ook niet ver langd. Meermalen is reeds op bet kalme, rus tige van Domburg gewezen, hetgeen in vereeniging met de prachtige bosschen, zoo dieht aan zee, de groote aantrekkelijk heid dezer badplaats uitmaakt; zal dit zoo blijven, dan moet hier ook geen schrille stoomfluit of puffend stoompaard worden gehoord. Wie haast heeft of gejaagd is, ga niet naar Domburg, tenzij om daar tot kalmte te komen; wie vindt dat er te Domburg te weinig afwisseling of vermakelijkheden zijn, hij ga naar Scheveningen of Zand- voort, waar hij zijn hart kan ophalen en blijve niet hier om te pruttelen en de goede stemming van de andere badgasten mis schien te bederven. Op andere badplaatsen worden de bad gasten bij duizenden geteld, hier slechts bij honderden. Wie naar Domburg komt, wete vooraf wat hij er kan vindeneen heerlijk krachtig zeebad en fraaie wande lingen in de bosschen en omliggende buiten plaatsen, als muziek aan het strand het zachte ruischen der zee bij kalm weder, of het donderend bulderen bij stormweer in het bosch het gezang der vogelen in het groen, of het suizen van den wind door het dichte loof; andere muziek wordt er niet dan bij uitzondering vernomen. Toch gelooven wij dat, bij het groote aantal zeebadplaatsen waar men tegen woordig, twee, driemalen daags, soms nog wel op verschillende plaatsen te gelijk, muziek kan hooren en de daarbij nood wendige maar niet altijd aangename drukte en gewoel kan ondervinden, eene plaats als Domburg niet alleen volkomen recht heeft van bestaan, maar zelfs door velen op hoogen prijs moet worden gesteld. Dat dit werkelijk bet geval is, blijkt uit het wel langzaam maar toch altijd toene mend bezoek van vreemdelingen gedurende het badseizoen, dat in de laatste jaren is waar te nemen. Een halve eeuw geleden was Domburg buiten Zeeland zoo goed als onbekend. Voor de Zeeuwen en vooral voor de be woners van Walcheren was het echter reeds sinds eeuwen eene uitspanningsplaats, en Shallegange verklaart in zijn kroniek van Zeeland (1696) „Die van Middelburg en andere omge legen plaatsen zijn gewoon veel van de schoonste somerdagen hier over te bren gen, makende door het geduerig uit en inryden dese plaets seer levendig." en in de Zeeuwsche Bymkroniek (1711) leest men: „Wanneer de dertele jeughd eens Walcher door wild ryden, „Het riën geen klem en heeft, rydt men Domburg besyden Het was dus niet te verwonderen dat, toen het verblijf aan zee in de mode begon te geraken, en bet gebruik van zeebaden meer en meer toenam en door doktoren werd voorgeschreven, in Zeeland ook op Domburg het oog werd geslagen, om als zeebadplaats dienst te doen. Eerst werden een paar badkoetsen aangeschaft en twee jaren later uit vrijwillige bijdragen bet Badpaviljoen opgericht, en den 22 Juli van dit jaar zal het vijftig jaren geleden zijn, dat dit gebouw voor het publiek dat Dom burg bezoekt, werd opengesteld en Dom burg, om zoo te zeggen, officieel als bad plaats optrad. In bet begin dikwijls met kwade dagen te kampen gehad hebbende, is in de laatste jaren een langzame maar steeds doorgaande vooruitgang merkbaar, naar onze meening de eenige ware manier, waarvaD voortdu rende bloei kan worden verwacht, althans stellig beter dan dat door allerlei opschroe vende middelen eene kunstmatige badgas tenteelt wordt in het leven geroepen, die toch niet kan worden volgehouden, en waarvan de naweeën niet zouden uitblijven. Wij hopen dan ook, dat maar geen al te groote speculatiegeest de gemoederen hier op eens zal bevangen, die gouden bergen voorspelt, maar waarbij belanghebbenden niet zelden bedrogen uitkomen, terwijl de badplaats alsdan den terugslag maar al te zeer zou gevoelen. Neen boe gaarne wij ook zien dat Domburg wijd en zijd bekend wordt en dat ieder jaar meer be zoekers van het frische heldere zeebad en de schoone omgeving komen genieten, toch zouden wij het voor Domburg niet wensche- lijk achten, dat het tot een badplaats van den eersten rang werd opgevoerd, gedachtig o. a. aan het woord van V oltaibe „Tel brille au second rang, qui s'éclipse au premier Domburg, 28 Juni 1887. H. J. B.

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1887 | | pagina 2