beweren zelfs dat wij er in het geheel
geen gehad hebben, en van hitte hadden
wij voorzeker hoegenaamd geen last. Koele
noord-oosten winden maakten het op het
strand eer kil dan warm, maar daarentegen
viel er gedurende de zomermaanden bijna
geen regen, zoodat er uitmuntende gele
genheid bestond voor groote wandelingen
en pic-nic's, waarvan dan ook veel gebruik
gemaakt is.
Alle zeebadplaatsen gevoelen den nadee-
ligen invloed van een kouden zomer, en
hoewel hier het aantal badgasten nog iets
meer bedroeg dan het vorige jaar nl.
545 tegen 535, zoo werden toch ongeveer
500 baden minder gebruikt, voor Dom
burg een niet onaanzienlijk bedrag.
De hotels waren in Augustus allen vol
en in het dorp was ook alles bezet, zoodat
hotelhouders en verhuurders van huizen
en kamers niet mogen klagen.
't Waren echter niet allen „groote" rnen-
schen, die de vreemdelingenlijsten vullen,
er waren ook vele „kleine" onder. Ver
kondigers van het tweekinderen stelsel
hebben hier kunnen zien, dat nog niet
alle gehuwde lieden hun gevoelen zijn
toegedaan. Nurksche ongehuwde heeren
konden hun hart flink lucht geven over
„die apen van kinderen, met hun zeuren,
kniezen, janken, huilen, drenzen en dwin
gen maar blijmoedige en misschien wel
wat jaloersche oude vrijers hebben goede
gelegenheid gehad om, zoowel de „snoezige
gezichtjes van die engeltjes van kinderen"
te beschouwen, als ook een bewondex-enden
blik te slaan op de meestal niet onaardige
gelaatstrekken van de geleidende kinder
meisjes. Honny soit qui mal y pense
Van kinderen gesproken niemand zal
ontkennen dat vooral op een dorp, waar
de kleinen den ganschen dag aan hun
lot overgelaten zijn, en meest onder vreese-
lijk schreeuwen en leven malen, op en in
de straten rondscharrelen en wroeten, eene
bewaarschool hoog noodig is. Van dat
idéé was men ook hier, en er werden
pogingen in het werk gesteld, en dominé
stelde zich aan het hoofdmaar de gelden
vloeiden schaars en bij het vertrek van
dominé naar eene andere gemeente, bleek
er nog lang niet genoeg om eene bewaar
school te kunnen oprichten, nog minder
te onderhouden. De giften werden aan
de verschillende gevers teruggezonden en
de zaak scheen weêr uit. Maar neende
burgemeester bleek nu een waar landsheer
te zijn, hij heeft het plan dat velen niet
konden tot stand brengen alleen weder
opgevat en daaraan op eigen kosten uit
voering gegeven, en binnen korten tijd zal
een flink gebouw verrijzen, met speelplaats
en nette onderwijzerswoning, waar de kin
deren, tot voordeel en gemak voor de
ouders, tot nut en genoegen voor henzelven
en tot kalmte en rust voor de verdere
bewoners, eenige uren daags zullen worden
bezig gehouden.
Over de amusementen van dezen zomer
kan ik kort zijn, de meeste zijn in dit
blaadje besproken. Een concert aange
boden aan doctoren door de badgasten, en
een tweede aan de badgasten door een
dokter nl.dr. Joh. Mezgeb.
Verder een strandfeest, eene tooneelvoor-
stelling, een paar muziekavondjes en eenige
malen gelegenheid tot dansen aan het
1 Paviljoen, eerst voor kinderen later voor
volwassenen, waarvan gretig en lang ge
bruik werd gemaakt, naar het oordeel
van sommige ouders zelfs te lang
Op de middelen van verkeer valt nog
altijd niet te roemen, hoewel er in cou
ranten meer over geklaagd wordt dan hier
op de plaats zelve. Niemand kan eigen
lijk met grond beweren dat er groote
behoefte bestaat, wanneer zelfs een wagen-
dienst voor 5 personen, driemalen 's weeks,
zonder vrij hooge subsidie niet kan blijven
bestaan. Een lokaal spoor zou hierin
zeker groote verbetering brengen, maar
de wensch en verzuchting, voor ongeveer
tien jaar door een lid van 't „Nut" op
eene vergadering geuit:
„O, mochten wij het eens beleven,
(Dat toch zou hier den stoot aan geven)
Dat ïnen hier heen reed met den spoor
't Verkeer als thans, kan moeilijk slechter,
't Is ook te duurtot nog toe echter
Bemerkt men van den spoorgeen spoor
is nog altijd wensch gebleven. Wel zijn
er plannen gemaakt, concessies voor tram's
aangevraagd en verkregen, zelfs heeft drie
jaren lang een omnibus gedurende de
zomermaanden, twee malen daags de com
municatie met Middelburg onderhouden,
(echter met groot geldelijk verlies) maar
alles is weêr te niet gegaan of niet in
werking gekomen, en behalve een paar
palen, in de duinen, aan den top kruise
lings met latjes bespijkerd, die men als
merkpalen voor een spoor wil beschouwd
hebben, zijn wij nog even ver als in 1875.
Doch neen! dat is niet juist!
Zou de schrijver van het stukje „In
het jaarP" in het eerste nummer
van het Badnieuws van dit jaar, een voor
gevoel gehad hebben van de dingen die
komen zouden? Zag hij werkelijk een
dokter „Knijpgraag" zich hier vestigen
en eene inrichting openen waardoor Dom
burg als het ware vooruitvloog en onder
de voornaamste badplaatsen geteld werd?
Maar alle gekheid op een stokje! Hoe
het ook zij, zeker is het dat er groote
plannen in behandeling zijn, die Domburg
tot eene groote althans grootere badplaats
zullen maken, en als men weet dat dr.
Mezgeb, die dezen zomer eenige weken
hier heeft doorgebracht, daaraan den
eersten stoot heeft gegeven en dat hij des
zomers eenigen tijd zijne praktijk hier wil
uitoefenen, dan zal wel niemand ont
kennen dat daaruit voor Domburg in de
toekomst veel te verwachten is.
MaarDe jood die, toen men
hem van iemand sprak die een helderen
blik in de toekomst had, beweerde„wat
blik in de toekomst, goud en zilver in je
zak, dat is de baas, dat is de ziel van de
negotiehad wel eenigzins gelijkwanneer
nu maar zij die het goud en zilver in
den zak hebben, bereid bevonden worden,
geldelijken steun aan die plannen te ver-
leenen, waarvoor wellicht bezwaren be
staan, daar groote voordeelen voor aan-
1 deelhouders in den beginne niet altijd te
verwachten zijn, want
Natuurlijk kost zoo iets veel centen
En zal 't bedrag der dividenten,
In d' aanvang wel bestaan in schijn
Maar is het eenmaal goed in orde
En Domburg flink bekend geworden,
Kan 't goede geldbelegging zijn
Wat wij hopen voor hen die er hunne
kapitalen in zullen steken. Overigens kan
er voor Domburg en omstreken niet
anders dan voordeel uit te halen zijn,
wanneer de badplaats op grooteren voet
wordt ingericht en honderde personen
jaarlijks meer ons Walcheren zullen komen
bezoeken.
Toch is er voor niet weinigen ook eene
keerzijde; velen zullen vragen waar blijft
dan ons oud Domburgdat rustige, lieve,
eenvoudige, kalme, vrije plekje! waar blijven
onze herinneringen, onze genoegens, onze
wandelingen? Zeker zal er veel ver
anderen en als de halve wereld (de demi-
monde?) op Domburg een badkuur komt
doen, zal men die moeten amuseren op
de wijze van andere badplaatsen: concerten
bals en feesten zullen elkander afwisselen
en de dames en hèeren zullen daar ver
schijnen in prachtige costumes, geparfu
meerd en geganteerd en zij die natuur
schoon hooger stellen, zullen slechts kunnen
zuchten en het stille Domburg terug
wenschen. Gelukkig dat de bosschen
bij Domburg zich ver uitstrekken, en men
als men maar wat verder wil gaan, nog
altijd wel een mooi lommerijk, rustig
plaatsje zal kunnen vinden, zonder nog,
als te Scheveningen, (zoo als Antoinette
schrijft in haar Groet aan Domburg) ver
plicht te zijn, in plaats van parasol en
wandelstok, een dolk of revolver mede té
nemen.
Wanneer de geest des tijds hier geper
sonifieerd door Dr. Mezgeb zijn stroom
hier heen voert, dan kan men dien niet
tegenhouden, maar wordt medegesleurd
alleen moet nog blijken of Domburg daarin
zal worden verzwolgen, of dat het schit
terend, bloeiend en verjongd daaruit zal
te voorschijn komen en zich verheffen
En denkende aan de schoone natuur, het
fraaie strand, den krachtigen golfslag en
de prachtige bosschen en duinen, kan ik
daaraan niet wel twijfelen!