GROET AAN DOMBURG van het landgoed Duinbeek of van Berkenboseh terug. (1 '/2 uur). 4. Door de manteling achter Westhove naar de Oranjezon, en terug langs de landgoederen Overduin en Zeeduin. (3 uren). 5. Bij laagwater naar de oude begraaf plaats aan het strand achter Westhove en terug. (1 uur). 6. Naar Aagtekerke en over Oostkappel terug. (2 uren). 7. Naar Westkappel en over Aagtekerke terug; de zeedijk en lichttoren te be zien. (3 '/2 uren). Aan de bezoekers der badplaatsen is het wandelen over deze landgoederen door de eigenaren welwillend vergund. Badgasten en logees hebben vrijen toe gang tot het Bad-paviljoen, de Leeskamer en verdere inrichtingen. Ter lezing liggen TIJDSCHRIFTEN. Illustrated London News Graphic, LTllustration. Journal Amusant. Punch. Bow Bells. Ueber Land und Meer Gartenlauhe. Familienblatt. Fliegende Blatter. Portefeuille. Spectator. Argosy. Navorscher. Los en Vast. De Natuur. Holl. Illustratie. Nederl. Spectator. Uilenspiegel. Hum. Album. Eigen Haard. De Huisvriend. De Huisvrouw. De Globe. Aarde en haar Volken. De Oude Huisvriend van Gouverneur. Nederland. COURANTEN. Nieuws van den Dag Middelburgsche Courant. Amsterdammer. Indépendance. Vaderland. Kölnische Zeitung. Utrechtsche Courant. Courier de la Haye. UOOB ANTOINETTE. Voor mij liggen twee nieuwsbladen, de Officielier Bade-Anzeiger Grand coitrrier polyglotte de Schéveningue" en „Het Dom burg sch Badnieuws." Beide titels teekenen de plaats waar zij 't levenslicht aanschouwen. Men be hoeft de reusachtige Bremden Biste van eerstgen. blad slechts te zien, om te weten waarheen zij zich moeten begeven die bij de grootsche zee alles zoeken, behalve gemoedelijken eenvoud en poëtische rust. De lijst der Objets trouvés teekent ook de paarlen en brillanten allen natuur lijk echte die dagelijks langs het strand en in de duinen worden gestrooid, vertellen welsprekend aan welken wed strijd die zee-bewonderende menigte deel neemt! de menigte die zelve bewonderd wil worden en bij eiken tred moet ver kondigen dat zij behoort tot de beau-monde, iets wat natuurlijk dikwijls uitsluitend wordt bewezen door het fijne glacé dat de niet bizonder aristocratische handen bedekt. Toen ik eens een vrouwtje aan 't Uddelermeer hoorde vertellen, hoe dik wijls onze koning met zijn hofstoet onder de breedgekroonde boomen van een boeren woning, het oflicieele leven ontvluchtte en vrijheid genoot, kwam mij die neiging zeer natuurlijk voor, want hoe geestverfrisschend moet wel de poësie van den eenvoud zijn voor hen die haar zelden genieten. Doch langs het strand te wandelen opgesierd als levende modeplaten, buigend en coquet- teerend en elkaar bespottend als op een festijn, 't moet weinig verstrooiing geven aan hen die zich ook te huis als slaven of koningen van vormelijkheid en onnatuur gevoelen. Dit heeft Domburg in de eerste plaats vóór boven Schéveningue dat zij die er komen, bewonderen zullen wat de plaats zelve te genieten geeft, er de poësie die zij zoeken ook vinden. De natuurliefhebbers aan 't Scheveningsche strand hebben zich geloof ik, onderling verbonden om binnen de grenzen van hun rijk te blijven; die grenzen zijn daar waar badstoelen noch hotels meer te zien zijn, slechts de uit zonderingen, de excentrieken wandelen iets verder, maar de indringende ezeldrijvers en bedelaars van weinig geruststellend voorkomen zorgen er voor, dat die zucht naar vrijheid en eenzaamheid oogenblikke- lijk zal worden gestraft, terwijl de ver metele sentimenteele ook gedurig de doode visch, de oude schoenen, boenders en bezemstelen verwenscht, die het strand te Schéveningue sieren, denzelfden indruk makend als een profane uiting in een schoon gedicht. Aan het Domburgsche strand wordt het schoone door niets ver stoord; kransen van 't groene zeegewas slingeren zich over 't grijze zand, de blauwe zeekwal rust op een bed van rozeroode schelpjes; de witte zeemeeuw staat onbewegelijk op het met wier om wonden paalhoofd en in de verte glijden schepen de kust voorbij, stil en droomerig als in een sprookje Wel heeft een visschersdorp ook zijn eigenaardige en dikwijls verheven poëzie, verheven in eenvoud gelijk een schilderij van Israels maar die tooneelen ziet men zelden gedurende het badsaizoen en liever zie ik den aan de Domburgsche kust zoo buitengewoon schoonen golfslag tegen de verweerde palen breken dan andere golven tegen een breeder strand met misvormde duinen. Stellig behoor ik tot de ondankbaren die een appel versmaden omdat hij geen perzik is, want zoo dikwijls ik doolde 'k meen wandeldewant dolen doet men te Schéveningue niet in de Scheveningsche boschjes dacht ik aan de manteling te Domburg die zooveel smaller is, maar zooveel boeiender, 't Zou mij nooit ver wonderd hebben zoo ik daar, waar de blanke duinen door het kastanjeloover heenschemeren en de zonnespranbjes zoo iets onbeschrijfelijk tooverachtigs op de varens uitstralen, plotseling een berggeest of boschfee ware tegengekomenin de Scheveningsche lanen kan ik zelfs niet aan het bestaan van geesten en feeën gelooven. Er is voor mij ondankbare, geen poëzie in die mooie boschjes vol vogelengezang en sabelgekletter, vol mei- doorngeuren en parfumeriën uit Rimmel's magazijn, vol zonnestralen en schitterende toiletten! O, van alles ziet men in die boschjes; ook vele, vele Kinderwagens met zoetslapende, maar ook met dwingende kindertjes en kindermeisjes die ze sussen in de afschuwelijke taal der Haagsche volksklasse. De vreemdeling, zulke uit spraak van onze schoone taal afluisterend, moet wel de gevolgtrekking maken dat er geen saaier, onharmonischer taal be staan kan dan de onze, hij moet getuigen dat elke klinker een wanklank is en de overige letters van ons alphabet onver staanbaar. En denk dan bij 't vernemen dier scherpe tonen aan het zachte har- monieuse Walchersche dialect! en ver oordeel vrij uw naaste die dit schooner noemt, als schuldig aan partijdigheid. Wanneer men die Scheveningsche boschjes verder dan hun zoom bewandelt, ontmoet men kindermeisjes noch gepar fumeerde medemenschen meer; doch wie hier lust mocht gevoelen voor een wan deling vèr van den zoom, die neme in plaats van een wandelstok een dolk en in steê van een parasol een revolver meê. De waakzame politie ziet men zeer veel op de druk begane wegen maar op de eenzaamste plekken is ze zeldzaam. In 't voorjaar toen de meidoorn bloeide en allerlei bloesems de heesters sierden, toen waren de dienaren der veiligheid volijverig op hun post waar 't gold te waken tegen het beschadigen van 't plant soen. Onder beschadiging verstaat de wet zelfs het eerbiedigst rooven van een enkel bloempje der zwaar beladen takken. Nu, niemand zal ontkennen dat die wet het schoone der boschjes verhoogt, maar toch maakt het een zéér zéér komischen indruk een agent te ontmoeten die met de gelaatsuitdrukking als had hij een leeuw bevochten, een bouquetje van den op heeter daad betrapten zondaar of der verschrikte zondares, triumphantelijk in de hand hield. Drie dagen celstraf! Ogij Domburgsche mantelingwaar de blauwe en roode bloemen te rooven geen zonde wordt geacht, waar geen ijverig dienaar wantrouwend toeziet wan neer men zich slechts buigt om een geurig takje kamperfoelie of meidoorn meer van nabij te beschouwen ik groet u Zelfs bij de veel bezochte zeer fraai aangelegde waterpartij, de meest be wonderde plek der Scheveningsche boschjes, doolden mijne gedachten naar die schilder achtige met water gevulde greppels in de manteling, die door de natuur zelve tot de meest idyllische waterpartij zijn ge vormd, zag ik in plaats van de netjes afgeschoren grasvelden bij den Sche- veningschen vijver, de wild groeiende planten in die greppels weerkaatst en hoorde in plaatst van 't geratel der wielen over kiezelsteenen, het fijne gegons der ge vleugelde insecten, zachtjes ruischend als de schoone beloften in een droom of een feeënsprookje. En wanneer ik op den achtergrond van dien nieuwen aanleg te Scheveningen de belvédère zie, vanwaar men een schoon uitzicht genieten kan, maar waarvan de lompe vorm en de loodkleur het land- I schap bederven, dan toef ik in gedachten op een ander plekje waar ook een belvé dère is, die een oneindig schooner natuur- tooneel te aanschouwen geeft en daarbij zoo poëtisch is in zijn rustieken vorm. Verscholen tusschen geboomte, op een heuveltje van graszoden, waarlangs tal- looze witte bloemen en roode papavers weelderig groeien, verheft zich de kleine koepel die een aanblik gunt over koren veld en weiland, duinen, bosch en zee! Het is de belvédère van Duinoord, en mijne vrienden, de eigenaars van Duinoord, weten hoe ik Domburg maar ook vooral dat plekje toeroeptot weerziens Scheveningen 22 Juli 1885.

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1885 | | pagina 2