Apotheker van der Harst,
Advertentiën en Adressen.
R. ffl. SMITS,
?van Bedden en Matrassen
Antiquiteiten.
Apotheek.
voor huishoudelijk, technisch en medisch gebruik
CALVERT Co.
Bad- en Heerenartikelen.
Badstoelen.
Bedden en Matrassen.
I ia A KONINKLIJKE FABEIEK
van D. J. PENNOCK,
Bierhalle.
Bloemisterij.
Boekhandel.
DAM F 54
MIDDELBURG.
Binnen- en Buitenlandsche Litteratuur.
SCHRIJF- en TEEKENBEHOEFTEN.
gevoeld van nooit te mogen rusten, maar
ook de grootheid van door storm en strijd
tot steeds hooger krachtsbetoon te worden
gesterkt, den onzelfzuchtigen moed om
als enkele golf te breken en schijnbaar te
loor te gaan, maar om eeuwig onverloren
te blijven in den samenhang van het geheel.
Geen menschelijke toespraak had mij zoo
veel kunnen openbaren. Trouwens wat
had ik voor menschelijke toespraak in die
dagen mijner kindschheid, toen ik mijn
Albert nog niet had en ook de moederlijke
vriendin nog niet kende, die zijn moeder
en de uwe, lieve Marie, mij in later tijd
is geworden. Mijn eigen ouders, steeds
onder geldzorgen gebukt, hadden voor
weinig anders oog dan voor het proza des
levens, broeders of zusters had ik niet, en
mijn eenige onderwijzer (men achtte mij
voor schoolgaan te zwak) was een droog,
eigendunkelijk man, die er zijn eer in stelde
mijn ontvankelijk hoofdje te verrijken maar
zonder ééne gedachte aan de behoeften
van mijn niet minder ontvankelijk hart.
De eenige die met mij praten wilde, was
Saartje, onze meid, een Domburgsch
boerinnetje, dat lezen nog schrijven kon,
maar wier van nature dichterlijk gemoed
zeker niet zonder invloed op mij gebleven
is. Altijd was zij mede van de partij, als
eens in het jaar bij schoon weder op of
omstreeks 1 Juni, mijn verjaardag, een
tentwagentje voorkwam en ons mijn Dom-,
burg tegenvoerde langs den vriendelijk
slingerenden weg, terwijl in het nog jonge
groen de vogels vroolijk zongen en breede
rijen bloeiende hagedoorn de lucht vervul
den met hun geur. O hoe heugen mij alle
kleine bijzonderheden van den weg als
even zooveel genietingen, die mijn kin
derhart verruktende ijzeren ruikers op
het hek van Klarenbeek, de ruine met het
ooievaarsnest bij Brigdamme, het hooge
geboomte van Noordhout, de koepel van
Retraite, waaruit een vroegere vriendin
mijner moeder ons toeknikte, de aardige
speelbootjes in de vijvers van IJpenoord, de
welvarende dorpen, waar kleine boeren
jongens en meisjes, reeds geheel naar het
model hunner eigenaardig gekleede ouders
gekleed, ons naliepen om centen of peper-
bollen, en de beide banken voor de laan
van het beroemde Westhoven, vaak tot
pleisterplaats gekozen door een troepje
luidruchtige spelerijders, die ons met blijde
hoerah's en wuivende zakdoeken begroetten.
Eindelijk bereikten wij Domburg, het
lieve dorp in zijn nest van donker groen,
en, met een zwenk dien ik nog meen
te voelen, reden wij het plein op van het
reeds toen van ouds bekende, vriendelijk
belommerde Schuttershof, De jonge kas
telein, een lang en forsch gebouwd man,
wiens gebruind gelaat van welwillendheid
glinsterde, tilde mij in zijn sterke armen
uit het rijtuig en achter hem onder de
keukendeur vertoonden zich de beide ge
stalten van zijne heldere jonge vrouw en
zijn moeder de oude maar ongebogene
Maatje, die, als zij wilde, zoo mooi kon
vertellen hoe de Franschen eens haar moe
der bij de haren over datzelfde plein hadden
gesleurd, omdat zij weigerde hun meer
sterken drank te schenken. Allen be
groetten ons hartelijk als oude bekenden
en hielpen ons plaatsen uitzoeken aan
een der gastvrije, groene tafeltjes onder
de boomen. Nergens smaakte mij ooit
een ontbijt zooals daar het voedzame, met
karnemelk bereide brood met de groote
Zeeuwsche eieren en het fijngehakt rook-
vleesch. Vierden wij mijn kroonjaar (in
Zeeland heet ieder vijfde jaar een kroonjaar)
dan kwamen daarbij nog pannekoeken zoo
uitnemend in hun soort als alleen Antje
Loubense wist te bakken. En intusschen
ademden wij de fijne, zuivere zeelucht;
vroolijke menschen zaten om ons heen
en kinderen met groote zonhoeden op het
hoofd stoeiden over het plein of vermaak
ten zich met het altijd even heldere water
van de bron, terwijl zonnestralen zich een
weg baanden door het wiegelend looverdak
in duizend dansende lichtjes, die door
onze Saartje „de lachertjes" werden ge
noemd. Heerlijk was dit alles, en toch
hunkerde ik om er van weg te komen naar
het strand, waar de golven rolden en ik
naar hartelust mocht voetjes wasschen of
schelpen rapen of kasteelen graven in het
vochtige zand. Maar liefst en langst stond
ik zoover mogelijk in zee op een steen of
paal van een der hoofden te droomen en
te luisteren naar de stem, die mij zooveel
had te zeggen. Was het water laag, dan
dwaalden wij door de duinen, of zochten,
als 't heet was, het bosch, de lieve Manteling,
geen statigen tempel van hoog opgaand
geboomte zooals uw Geldersche bosschen,
maar een tooverachtige wildernis van grillig
laag hout in de rijkste verscheidenheid,
in welks schaduw, tusschen sierlijke hooge
varens, wilde bloemen en braamstruiken,
een enkel welgebaand voetpad zich slingert
met tal van verrassende wendingen en be
koorlijke kijkjes in koele, groene diepten,
waar nu eens een vergeten plas zilverig
schemert onder de varens, dan weer een
sinds jaren halfontwortelde maar nog voort-
groenende boom zonnestralen vangt op
zijn knoestigen stam. Somtijds volgden
wij dit pad tot ver voorbij Westhoven
over welks grondgebied het gedeeltelijk
loopt, maar meestal bleven wij hier in de
traaie breede lanen toeven en verlustigden
ons in de schoonheid van het te midden
zijner vijvers tusschen hooge boomen lig
gende kasteel. Een ander, mijn lievelings
voetpad voert, of voerde ten minste toen,
juist langs de grens van bosch en duin,
maar het liep minder ver door, was veel
smaller en daarbij bijna geheel ongebaand,
zoodat vaak overhangende takken het ver
sperden en men nu eens een zijwaartschen
omweg over de duinen moest maken, dan
weer tot over de enkels door gras en doorn
gewas, of wel door mul zand had te waden.
Hier bloeiden 's voorjaars de eiken met
sierlijke, groenwitte trossen en geurden
des zomers kamperfoelie en wilde rozen,
terwijl in den herfst de lijsterbessen er
gloeiden als roode koralen en de bramen
er glinsterden als gestrooide grenaat.
Wordt vervolgd.)
W. G. BAL, Middelburg, Krommeweele L 27.
zijn steeds uit de fabriek van
te MANCHESTEE
VOORRADIG.
W. J. F. GOYEES, Coiffeur, Middelburg, Langedelft B 121.
J. F. SCHEIJBELEE, Middelburg, Vlasmarkt L 17.
J. LAGTEE, Middelburg, Ylasmarkt L 13.
Langedelft MIDDELBURG.
Specialiteit in soliede SPEINGVEEE MATEASSEN, PAAR-
DENHAAE-, KAPOK- en ALPENGEAS MATEASSEN.
F. JANSE, Domburg, (Minerale wateren en Zeeuwsche letterk.)
A. BLAAS, Middelburg, buiten de voormalige Dampoort T 1.
VAN BENTHEM JUTTING, Middelburg, Kortedelft G 1.
F. B. DEN BOEE, Middelburg, Langedelft I 16.
ICIZtSTIDEB,- EIST PRENTENBOEKEN.
MUZIEK. PHOTOGEAFIËN.