DOIBÜRGSCH BADNIEUWS
Zaterdag, 27 September 1884.
■vi^EE^iDEXjinsra-EnsrxjiJ'ST.
Sluiting der zeebaden
Woensdag 1 October.
Tweede jaargang No. 13.
De redactie van het Badnietrws,
inet dit nommer hare taak voor dit
jaar afgedaan beschouwende, dankt
voor de betoonde belangstelling en
roept inteekenaren, medewerkers en
lezers een hartelijk tot Weerzien toe.
Gebruikte Baden.
Hoogwater te Domburg.
Openbare Godsdienstoefening.
Aangekomen vreemdelingen
Het Schuttershof te Domburg.
EN
Het Domburgsch Badnieuws verschijnt lederen Zaterdag, gedurende het Badseizoen. Abonnement
voor Nederland 1.voor het Buitenland f 1.25; afzonderlijke Nommers 0.10. Advertentiën 10 cent
per regel; abonnement voor het seizoen 5 cent per regel. Adressen, bevattende naam en woonplaats, tegen
f 0.60 voor het geheele seizoen. Bureaux: te DOMBURG, hij den Heer H. M. Kesteloo, te MIDDELBURG,
ter drukkerij van C. H. J. van Benthem Jutting St. Pieterstraat F 33.
Wie genieten wil van eene liefelijke
natuur in een gezond oord, van een uit
nemend zeebad en van geheimzinnige over
leveringen uit een duister verleden, kan
te Lomburg zijn wensch vervuld zien.
F. Nagtglas, Lomburg in „Figen
Haard" 1877.
De Commissie tot bevordering der belan
gen van Domburg als badplaats bestaat uit
de heeren:
H. J. Booöaeet, Voorz., J. C. Lantsheeb,
Vice-Voorz., F. Nagtglas, Dr. J. C. de
Man, H. M. Kesteloo, W. A. Graaf van
Lynden, J. J. I. Spbengee, W. J. Speen-
gee, F. D. Spbengee, C. J. J. A. van
Teijlingen,
Heeren. Dames. Totaal.
Vrijdag 19 Sept.
1
2
3
Zaterdag 20
ft
2
4
6
Zondag 21
ff
11
5
16
Maandag 22
ft
2
3
5
Dinsdag 23
ft
0
2
2
Woensdag 24
ft
1
2
3
Donderdag 25
ff
1
2
3
18
20
38
Zaterdag 27 Sept. vrm. 6.18 E. K.
Zondag 28 7.10
Maandag 29 8.26
Dinsdag 30 9.28
Woensdag 1 Oct. 10.18
Donderdag 2 11.
Vrijdag 3 11.45
Zaterdag 4 12.23 V. M.
Totale maaneclips Zaterdag 4 October.
Zondag 28 September.
Ned. Hervormde kerk.
Voorm. 9 uur Geen dienst.
Nam. 2 uur Ds. Pooet van Aagtekerke.
Christelijke Gereformeerde kerk.
Voorm. 9 uur Ds. P. Postema.
Nam. 2 uur Ds. P. Postema.
Het Bestuur der Zeebad-inrichting be
staat uit de heeren:
H. J. Boogaeet, Voorz., J. C. Lantsheee,
W. J. Spbengee, H. M. Kesteloo, Secre
taris-.
tot 26 September.
In hel dorp:
Jhr. Bloys van Treslong
Mevr. van Citters-Ermerins
Aantal
personen
In het Schuttershof:
Prof. Moelier
Leeuwarden.
Middelburg.
Leuven.
Domburg, 26 September. Het
heerlijke weêr, in de maanden Juli en
Augustus van dezen zomer, heeft ook op
onze badplaats een grooten invloed uit
geoefend. Volgens de jn dit blad gedane
opgaven, werd zij dit jaar door 535 per
sonen bezocht. De hotels waren in Au
gustus overvol en in het dorp was geen
optrekje of kamer onbezet. Ook voor de
badinrichting was het een gunstig jaar,
want er werden tot heden 2463 zeebaden
gebruikt, welk cijfer, sedert de oprichting
der badplaats, nog niet was bereikt.
De drukte en het gewoel om haar heen
begon de beide dames van Dishoeck wel
wat te vermoeien, en daar het gesprek
met de beide schoolmeesters ook niet hij
zonder vlotte, en het wel wat koel begon
te worden, besloot de ambachtsvrouw den
jongen Bouwens, die nog altijd op een
afstand stond te kijken of hij zijn laatste
oortje versnoept had, naar het huis te
sturen, met verzoek of mijnheer zijne
zaken niet wat kon bespoedigen, daar het
voor den jeugdigen Adbiaan wat koud
werd, of dat de dames anders maar voor
uit naar het Hof te Domburg zouden
rijden.
Het eerste wat Bouwens zag, toen hij
de keuken binnen kwam, was zijn Deuntje,
die hij den „toog" stond, waardoor hij
dan ook zijn geheele boodschap vergat.
Zij zag er keurig uit, in haar Zondag-
sche keurs- of rokkelijf en de sitse
beuk, door een blauw lint strak naar
beneden gehouden, en voorzien van tot
den elleboog reikende nauwsluitende
mouwen, met blauw lint gehoord. Haar
hoofd was gedekt met een trekmuts, ter
wijl een gouden naald haar voorhoofd
versierde, en even op den kant der muts
bij de ooren de gouden knoppen en krullen
pronkten. Om den hals droeg zij 4 of 5
snoeren bloedkoralen, van achter met een
gouden slot of plaat gesloten. Haar rok
was van gestreepte stof, terwijl haar blauw-
dobbelsteene of taerlingsche schort door
een zilveren punthaak onder de punt van
het keurslijf werd gehouden. Aan hare
linkerzijde prijkte op den rok de zilveren
heugeltas, met het zilveren tuig, als: een
schaar en kettingjes voor een spelden
kussen en naaldenkoker.
Maar het liefste van de geheele ver
schijning was toch zeker wel het vriendelijke
mooie snoetje, dat uit de muts te voorschijn
kwam, en dat hoewel wat treurig, op het
gezicht van Bouwens weêr geheel opvrolijkte.
Bouwens ging regelregt naar haar toe
maar had nog niet anders kunnen zeggen