Westhove en door bet overbosch van
Duinvliet terug. uur).
3. De straatweg tot aan Schoon-Oord,
vervolgens links af, en door de bosscben
van bet landgoed Duinbeek of van
Berkenbosch terug. (1 >/2 uur).
4. Door de manteling achter Westbove
naar de Oranjezon, en terug langs de
landgoederen Overduin en Zeeduin.
(3 uren).
5. Bij laagwater naar de oude begraaf
plaats aan het strand achter Westbove
en terug. (1 uur).
6. Naar Aagtekerke en over Oostkappel
terug. (2 uren).
7. Naar Westkappel en over Aagtekerke
terug; de zeedijk en lichttoren te be
zien. (3 Y-2 uren).
Aan de bezoekers der badplaatsen is
bet wandelen over deze landgoederen door
de eigenaren welwillend vergund.
In 1883 werd niet ver achter het
Bad-Hótel een slingerend schelpenpad door
het dichte kreupelhout gemaakt naar een
duin van waar men een vergezicht over
bosch, beemd en zee heeft. Van daar
voert een harde weg naar de schilderachtige
zoogenoemde Bovenmanteling, waardoor
ook dit jaar, door de vriendelijke bezorging
van de eigenares van Duinvliet, een ge
makkelijk wandelpad is aangelegd.
Dointnix-g', 21 Augustus. Wederom
zijn wij in de gelegenheid een verslag uit
te brengen en wel van het „groot avond
feest op de wereldberoemde stranden van
de zeebadplaats Domburg" zoo luidt
de aanhef van het programma op 19
dezer; ditmaal in hoofdzaak een humoris
tisch, een komisch feest.
Ten 7 ure des avonds ving het aan
met het oplaten van ballons op het plateau
bij het badpaviljoen, onder accompagnement
van eenige Middelburgsche artisten, ten
aanschouwe van vele badgasten en Dom
burgenaren, die voorafgegaan door bedoelde
artisten zich weldra in optocht naar het
badstrand begaven.
Hier het eigenlijke feestterrein
was inmiddels eene illuminatie ontstoken
in de langs den duinvoet gelegen tenten
en, verder zeewaarts, in de ten behoeve der
dansers opgeslagen kiosk en tusschen de
geplante vlaggestokken.
Het strand was ook door de plaatsing der
badstoelen zeer gezellig ingericht; en de
illuminatie maakte bij den donkeren avond
den gewensehten indruk.
Al spoedig begon nu op het plankier
der kiosk het kinderbal; terwijl de feest
vierenden lafenis ontvingen van dien „bowl
monstre" welke gedurende geruimen tijd
met zoo onuitputtelijke mildheid zou voort
gaan te vloeien.
Doch wie nadert daar! Is dit niet de
„heer" Neptunes van wien het programma
gewaagt F
Inderdaad daar bestijgt hij, uit de zee
zelve opgedoken, de kioskhij is gedoscht
in historisch getrouw kostuum met diadeem
en drietand, en wordt gevolgd' door de
plaatselijke godin Nehalennia en door eene
waternimf, beiden met kransen en bloemen
gesierd, getooid in de kleuren der onschuld.
Indrukwekkend is zijn optreden. De stem
des winds zelf van dien wind die thans
tot een vrij stevigen bries aangewakkerd
was gaat in zacht gefluister over als de
zeegod, Poseidoon de geweldige, met dui
delijke stem de volgende m. i. zeer goed
geslaagde dichtregelen voordraagt.
Verbaasd zag ik zoo straks het gansche
strand verlicht;
'k Vroeg Nehalennia mijn jonge schoone
nicht,
(Die beter nog dan ik, bekend is in deez'
streken)
Wat dat wel wezen kon, en dra is ons
gebleken
Dat er werd feest gevierd aan Domburg's
fraaie kust
En dadelijk daarop bekroop ook ons de lust,
Om dat van meer nabij en duid'lijk te
beschouwen
En ons met Domburg's gasten ook wat te
onderhou'en
Want wordt er feest gevierd, dan heb ik
altijd schik
En 'k hoop dus niet ik stoor voor een kort
oogenblik
Het heil van Domburg gaat mij bovenal
ter harte
En 'k meen (want mijn geheugen speelt
mij somtijds parten)
Dat het dit jaar juist vijftig jaren is geleden
Dat vreemden voor het eerst hier hunne
kranke leden
In 't water dompeldenen als ik dan nu zie
Hoe Domburg langzaam aan vooruitgaat,
en ook wie
Hier tegenwoordig zijn uit allerhande
landen,
Om krachten op te doen aan deze frissche
stranden,
Dan zie ik Domburg's lot nog lang niet
duister in
En brengt de zomertijd voor allen groot
gewin.
't Is waar mijn golven beuken somtijds
wel het strand
Dat angst en schrik u pakt om 't hart in
't gansche land:
Maar Ik beloof u: 'k zal u altijd goed
beschermen,
Zelfs beter dan uw paalwerk en uw steenen
bermen,
En wat Neptuun eens zegtdat doet hij
ook gestand,
Wees dus niet angstig meer, 'k laat u
nooit in den brand.
Kom Nehaeennia! deel rond nu uwe
bloemen,
Ze zijn uit Flora's hof, daar kunt g' u op
beroemen
En thans wenschte ik wel, als gij zoo goed
wilt zijn
Tot lessching van mijn dorsteen beker van
uw wijn
En, vóór ik heenga en de zoute zee beploegen,
Drink ik uw aller heil en wensch u veel
genoegen
Daverend applaus volgde op deze welspre
kende en welwillende woorden, terwijl de
god met volgsters statig zich weder zee
waarts begaf.
Hoe humaan zoo dacht ik hoe ver
heven boven kleingeestig partij gekibbel is
het gedrag van dezen god.
Vergetend dat Nehalennia van afkomst
immers eene Germaansche, eene geheel an
dere wereldbeschouwing vertegenwoordigt
als de Grieksch-Latijnsche die aan hem
zeiven wordt vastgeknoopteven verheven
boven het vulgaire anachronisme als eigen
pleegt te zijn aan schitterende dichtergees
ten als een Shakespeare en diens even
knieën gaat hij haast in broederlijke
eendracht om met de godin van wie hij
spreekt als van zijn „jonge schoone nicht."
O, Domburg, waar men die elders moge
missen aan uwe stranden leert men de
ware verdraagzaamheid
Nadat de prille jeugd nog eene wijl voort
gegaan is met dansen, worden wij vergast
op het aangekondigde concert bestaande in
eene „uitvoering van de meest beroemde
stukken van bekende componisten als
Cherebini, Mozart, Bismarck, Haydn,
Poniatowsky en anderen."
Nu gaven eenige verdienstelijke dilettan
ten o. a. eene prachtige bigothphonische
symphonie te hooren; gevolgd door het
Nederlandsche Volkslied en door eene solo
met variaties op het bekende „Carneval de
Venise" die de geestdrift der toehoorders
I ten top voerde.
Het eigenaardige dezer muziek is dat men
in alle blaas-instrumenten, hoe verschillend
naar vorm en embouchure zij ook zijn mogen,
steeds de 'menschelijke stem, die „vox hu-
mana" welke als de grondslag der toon-
kunst is aan te merken, kan blijven herken
nen. De uitvoering was onberispelijk. Al
hoorde men thans de „kapel van Bilse"
niet, zeker is het dat in den regel door die
kapel niet zulke vroolijke muziek wordt
gegevenen wat het reeds gemeld solostuk
betreft moge nog worden opgemerkt dat dit
op aangename wijze de herinnering opwekte
aan die vele doode en levende virtuozen
als een Paganini, een Wieniawsky, een
Liszt of een Wilhelmi welke met de
voordracht van dat stuk eenmaal onver-
welkbare lauweren hebben ingeoogst.
Men vergeve mij bij dit muziekaal ge
deelte des avonds wat lang te hebben
vertoefdSteeds gaat de bowl voort
lafenis te brengen. Een tweede glans
periode breekt thans aan: het is het als
„Weltberühmtes Meeresleuchten" aange
kondigd vuurwerk met zijn legio voet
zoekers, moordslagen en vuurpijlen. Onder
de mede aangekondigde „bezoekers van
het feest" mogen wij niet vergeten twee
lange jongelieden met zeer lange neuzen
die voorstellingen gaven in de edele schaat-
senrijderskunst, en eene jonge dame die
iets later onder het dansen zeer de alge-
meene aandacht trok en die, wanneer wij
aanmerkelijke magerheid en het bezit der
voor grenadier gevorderde lengtemaat hoofd
kenmerken van vrouwelijk schoon mogen
heeten, zeer zeker den palm van bedoelde
schoonheid zou hebben weggedragen.
Eindelijk liep het feest al dansende af
en behoort het thans als zoo vele andere
goede zaken tot het verleden.