'In een hois van 't Rooie Krois' laten om te benadrukken, "hier is nooit niks bijzonders gebeurd". Een rustige straat waar in al die jaren ook nooit ruzie is geweest tussen de bewoners. "Niemand is hier ooit verhuisd omdat hij het niet meer uit kon houden. De mensen weten wat ze hebben in zo'n straat", aldus Ad. "We kenne goed met elkaar opschieten", vult zijn moeder aan. "We gingen niet steeds bij elkaar koffie drinken maar was er iemand ziek, dan ging je d'r naar toe. Over geld werd niet gepraat". Bijnamen Later voegt ook dochter Henny zich bij het gezelschap. Zij herinnert zich de bijnamen waarmee heel wat inwoners uit de straat getooid waren. "De Lat", "Jo den Does", "Piletje", wie ze nog kent, mag het zeggen. Van Jo den Does herinneren ze zich de langspeelplaat die hij eindeloos draaide: "Mijn wiegie was een stijfselkissie". 'Op 't lest kwam de plisie" weet Henny nog, toen moest hij ophouden met het 'burengerucht'. Over de politie gesproken, op nummer één was een politiepost. De gemotoriseerde agent bracht de kinderen soms in het zijspan naar de protestantse school. "Von'k leutig", glundert Henny. Op school moest Henny eindeloos antwoord geven op de vraag van de juffrouw: "En Henny, waar woon je nou?" "In een hois van 't Rooie Krois", antwoordde Henny braaf. Ook de straat had verschillende namen. Vrijwel niemand sprak van de Koning Gustaaf Adolfstraat. In plaats daarvan was het KGA, 'Plankenstraat', 'Planken Wammes' of 'Sjokeswijk'. Die laatste naam verwees naar Sjoke de Bruin die voor in de straat woonde. Als je één van deze adressen op een brief of kaart schreef, kwam ie aan. De Bürt, nr. 47 - 44 -

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 2004 | | pagina 32