Corrie Dalebout heeft in Renesse veel geholpen
bij het uitzoeken van de kleding en de verdeling
ervan. Regelmatig kwam er een zending van
elders en dan kon men komen om wat uit te
zoeken. Dat was niet alleen kleding, maar ook
zoiets als laarzen, gereedschap, huisraad,
meubilair, ledikantjes, linnengoed.
Van tevoren kon je opgeven wat je kwijt was en
wat je gebruiken kon. De verdeling verliep via
een commissie en daar zat ook loco
burgemeester Daiebout in.
Corrie Dalebout: "Ik zal eerlijk zijn, ik was niets
kwijt en ik heb ook niets aangevraagd. Dat kun je
niet doen, ik hoop maar dat anderen er ook zo
over gedacht hebben."
Na de ramp heeft haar man zich ingezet bij het
tot stand komen van de dijk, de "Rampdiek". Op
den duur is hij bij de Heidemaatschappij terecht
gekomen. Al met al heeft deze Ramp ook nogal
wat werkgelegenheid met zich meegebracht. Dat
is misschien het enige goede wat je er van kunt
zeggen. Er moest in die tijd zoveel werk verzet
worden en mijn man is daar ook naar
overgestapt.
Corrie Dalebout vindt: Voor veel mensen moet
dit wel een hele verandering zijn geweest, want
je "gieng vroeger toch nie van je durp of. Voor
wie was dit niet de eerste keer en dan nog wel
Holland in. Je denkt er in de winter nog wel eens
aan terug als het water in het lage land van de
Prunje zo hoog ziet staan, dan is het net alsof je
weer naar de Ramp kijkt.
89