Corrie Dalebout heeft in Renesse veel geholpen bij het uitzoeken van de kleding en de verdeling ervan. Regelmatig kwam er een zending van elders en dan kon men komen om wat uit te zoeken. Dat was niet alleen kleding, maar ook zoiets als laarzen, gereedschap, huisraad, meubilair, ledikantjes, linnengoed. Van tevoren kon je opgeven wat je kwijt was en wat je gebruiken kon. De verdeling verliep via een commissie en daar zat ook loco burgemeester Daiebout in. Corrie Dalebout: "Ik zal eerlijk zijn, ik was niets kwijt en ik heb ook niets aangevraagd. Dat kun je niet doen, ik hoop maar dat anderen er ook zo over gedacht hebben." Na de ramp heeft haar man zich ingezet bij het tot stand komen van de dijk, de "Rampdiek". Op den duur is hij bij de Heidemaatschappij terecht gekomen. Al met al heeft deze Ramp ook nogal wat werkgelegenheid met zich meegebracht. Dat is misschien het enige goede wat je er van kunt zeggen. Er moest in die tijd zoveel werk verzet worden en mijn man is daar ook naar overgestapt. Corrie Dalebout vindt: Voor veel mensen moet dit wel een hele verandering zijn geweest, want je "gieng vroeger toch nie van je durp of. Voor wie was dit niet de eerste keer en dan nog wel Holland in. Je denkt er in de winter nog wel eens aan terug als het water in het lage land van de Prunje zo hoog ziet staan, dan is het net alsof je weer naar de Ramp kijkt. 89

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 2003 | | pagina 51